Vandaag zitten we echter samen met de patiënt, bijvoorbeeld met de open strijd tussen voor- en tegenstanders van euthanasie. Tegenover het door de eersten geclaimde ‘recht op zelfbeschikking’ staat het absolute respect voor het leven tot het laatste ogenblik. Er galopperen aan beide kanten van deze barricade Prinzipienreiter voorbij, maar de meerderheid verkiest in stilte een of andere vorm van compromis: we zullen je, ondanks ons onwrikbare, religieus geïnspireerde respect voor het leven, niet onnodig laten lijden, maar verlang van ons niet dat we dit ook luidop gaan verkondigen. Wij van onze kant kunnen uiteraard veel begrip opbrengen voor mensen die principieel elke vorm van euthanasie weigeren, maar eis niet dat we ons principe van menselijke zelfbeschikking openlijk ter discussie stellen. En toch is hier ook een synthese mogelijk, met name wanneer we met grote waarschijnlijkheid weten dat de palliatieve zorg waar we bij zweren niet langer efficiënt is en ook wij als arts, verzorger of familielid samen met de patiënt voor de harde maar duidelijke keuze geplaatst worden.
Hetzelfde geldt voor het debat over het dragen van de hoofddoekjes, politiek correct omgedoopt tot ‘levensbeschouwelijke symbolen’. Ook hier worden allerlei compromissen bedacht, zodat bijvoorbeeld een lerares islamkunde haar hoofddoek wél in de klas mag omdoen, maar niet in de gangen of op de speelplaats, terwijl het verbod dan weer ophoudt aan de schoolpoort. Met het gevolg dat niemand echt gelukkig is met deze ‘oplossing’. Zou het niet eenvoudiger zijn en van een grotere volwassenheid getuigen als we leerden te aanvaarden dat iemand, zelfs een ambtenaar, het volste recht heeft haar of zijn religieuze overtuiging te bekennen, maar dat dit in geen geval betekent dat ze daarom de voorrang van de democratie op de religie, een van de hoekstenen van onze seculiere maatschappij, niet zou respecteren? Of dat we de lijn trokken bij inhoudelijke thema's zoals het aanleren van de scheppingsmythes als evenwaardig of zelfs superieur aan de evolutietheorie, of de volledig gelijke rechten van holebi's en hetero's, om een ander hot item te noemen?
Een compromis valt zoveel makkelijker te bedenken dan een authentieke synthese, maar verschuift het noodzakelijke ‘actief pluralistische’ debat en lost op termijn niets op. Het wordt tijd dat we allen op een eerlijke en duurzame manier met de reëel bestaande maatschappelijke diversiteit leren omgaan vóór het te laat is, dat wil zeggen vóór fundamentalisten en integristen de zaak in eigen handen nemen.
□ Ludo Abicht