| |
| |
| |
Henk Wolzak
De hel van Kolyma
‘Ik zal voor eeuwig uw gevangene zijn...’
Anatoli Martsjenko
Is het mogelijk dat een mens niet verbitterd wordt, als hij op zijn vijftigste, na tweeëntwintig jaar onuitsprekelijke kampellende, gevangenis en verbanning, in vrijheid wordt gesteld met de mededeling dat het allemaal een vergissing is geweest? Kan hij verwerken dat zijn leven verknoeid, vergald, verspild is door corrupte rechtbanken, onmenselijke kamphoofden en in wreedheid getrainde bewakers? In zijn verhalen over Kolyma blijft Varlam Sjalamov, die dit lot onderging, in ieder geval meester. Hij verliest zich niet in klachten en aanklachten en dat maakt zijn relaas des te aangrijpender. Na de dood van Stalin duurde het nog vier jaar vooraleer de overheid, onder Chroesjtsjov, openlijk durfde te erkennen dat de staatsmachine was afgegleden in een chaos van een tot recht verheven onrecht, voor men toegaf dat wat zwart had geheten, eigenlijk wit was en dat de ‘vader van het volk’, de ‘gever van alle goed’ zijn volk onmetelijke schade had berokkend. Hoe overleeft een mens de kampen van Stalin? Het is een vraag die de hoofdfiguren in zijn verhalen uit Kolyma herhaaldelijk stellen. Sommige ontwikkelen daar theorieën over en komen daarbij tot vreemde, soms gruwelijke oplossingen. Een van de misdadigers voelt dat hij niet opgewassen zal zijn tegen het leven in het dwangarbeiderskamp en iedere keer dat hij daarheen zal worden gestuurd, slacht hij een van zijn medegevangenen af om opnieuw in staat van beschuldiging te worden gesteld.
Van Sjalamov heeft Solzjenitsyn, die zelf toch genoeg heeft meegemaakt, eens getuigd dat hij in de Goelag zwaarder had geleden dan hijzelf.
| |
| |
Verbitterd was Sjalamov niet, maar toen Nadjezjda Mandelstam, weduwe van de in een kamp uit de Stalintijd vermoorde dichter Osip Mandelstam, hem vertelde dat ze na het lezen van Solzjenitsyns boek Een dag uit het leven van Ivan Denisovitsj zich eindelijk een beeld kon vormen hoe het leven in een kamp verliep, werd hij wel woedend. In zo'n keurig kamp kon je het een leven lang uithouden, zei hij, maar het had niets te maken met de hel van Kolyma.
Wie is de vrij onbekende schrijver en dichter Sjalamov?
| |
Testament van Lenin
Varlam Tichonovitsj Sjalamov werd in 1907 in de plaats Volgoda geboren. Zijn vader was een blinde priester. ‘Mijn vader ging de strijd aan voor God. Ik zelf heb geen religieuze gevoelens. Maar mijn vader was een gelovig mens en achtte het zijn morele plicht om te getuigen.’ Na zijn schooltijd werkte hij twee jaar in Moskou als leerbewerker. Op zijn twintigste ging hij aan de Universiteit van Moskou rechten studeren. Hij was actief betrokken bij demonstraties, discussies en het voorlezen van gedichten. Wegens het verspreiden van het ‘testament van Lenin’ - een schotschrift waarin Lenin zijn twijfels uitsprak over de geschiktheid van Stalin als zijn opvolger, en dat derhalve niet bij Stalin in de smaak viel - wordt Sjalamov in februari 1929 gearresteerd en veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar. Hij belandt in een gevangenkamp in het noorden van de Oeral. Over zijn verblijf in de kampen aan de rivier Visjera schrijft hij het boek Visjera. Na zijn straf te hebben uitgezeten keert hij terug naar Moskou en gaat hij werken als journalist, ook schrijft hij verhalen en gedichten die hier en daar worden gepubliceerd. In januari 1937 wordt hij wegens ‘illegale represaille’ opnieuw gearresteerd en wordt hij een ‘artikel 58’-gevangene (een politieke gevangene); hij krijgt vijf jaar strafkamp in Kolyma. Tijdens de Tweede Wereldoorlog loopt zijn straf tijd af, maar zijn straf wordt tot het einde van de oorlog verlengd. In 1943 wordt Sjalamov wegens ‘antisovjetagitatie’ tot tien jaar strafkamp veroordeeld, omdat hij beweerde de schrijver Ivan Boenin tot de klassieken van de Russische literatuur te rekenen. Vanaf 1946 werkt Sjalamov als verpleger in de ziekenboegen van de strafkampen in Kolyma. Naar eigen zeggen redde dit hem zijn leven, omdat hij vrijgesteld werd van zwaar lichamelijke arbeid, niet langer in de ijzige kou hoefde te werken en voldoende te eten kreeg.
Het einde van zijn straftijd valt samen met de dood van Stalin in 1953. Sjalamov gaat terug naar Moskou, waar hij zijn vrouw terugziet en een ontmoeting heeft met Pasternak. Zijn dochter verbreekt alle contacten met hem. In 1957 wordt Sjalamov gerehabiliteerd en hervat hij zijn literaire
| |
| |
carrière. Van zijn poëzie zijn de volgende bundels in de Sovjet-Unie uitgegeven: Staal (1961), Geritsel van bladeren (1964), Weg en noodlot (1967) en Wolken in Moskou (1972). Voorts publiceerde hij literaire artikelen en vertalingen van het werk van de Bulgaar Kazak. In 1966 kwam het manuscript Verhalen uit Kolyma in het Westen en werden sommige verhalen, zonder Sjalamovs toestemming, mondjesmaat in diverse uitgaven gepubliceerd. Op 23 februari 1972 publiceert Sjalamov een brief in de Literatoernaja Gazeta, waarin hij de publicatie van de Verhalen uit Kolyma door antisovjettijdschriften veroordeelt.
Duidelijk op instigatie van de KGB-organen schrijft hij dat ‘de problematiek van de Verhalen uit Kolyma allang opgelost is door het leven zelf’. Waarom heeft Sjalamov zo'n afschuwelijke verklaring getekend? Hij heeft de Stalinterreur, kampen en gevangenissen niet alleen overleeft, maar ook zijn menselijke waardigheid behouden tegenover de onmenselijke omstandigheden. Waar ligt het breekpunt van een mens? Wanneer gaat hij door de knieën? Wat is hem beloofd of waarmee is hij bedreigd? We weten het niet. We weten alleen dat zelfverloochening onder bepaalde omstandigheden vaker voorkomt - bijvoorbeeld in de jaren zeventig van de vorige eeuw toen in Moskou Pjotr Jakir en Victor Krasin op een door de KGB georganiseerde persconferentie ten overstaan van de hele wereld hun dissidente activiteiten verloochenden - en het is niet aan ons, die nooit in een soortgelijke situatie zijn geweest, om daarover te oordelen. Maar sommige dissidenten reageerden met ongezouten kritiek. Anatoli Martsjenko bijvoorbeeld, die zijn geweldloze strijd voor de rechten van de mens en een menselijke samenleving heeft moeten bekopen met twintig jaar vrijheidsberoving. Erbarmelijke levensomstandigheden en nalatigheid van de sovjetautoriteiten hebben hem in de gevangenis van Tsjistopol op 8 december 1986 (jawel, onder het bewind van Gorbatsjov) het leven gekost. Martsjenko: ‘Ik ken mensen die waardig de beproevingen van Kolyma, Vorkoeta en dergelijke plaatsen hebben doorstaan in de jaren dertig, veertig, vijftig, maar die deze waardigheid niet hebben weten te bewaren toen ze in onze bijna liberale tijd de vrijheid ontdekten. Onder de beroemdsten hoef ik alleen maar de naam van Varlam Sjalamov te noemen. Niet alleen heeft hij waardig in Kolyma geleefd en gelukkig overleefd, maar hij heeft tevens voor de slachtoffers een prachtig monument opgericht, de Verhalen van Kolyma. Toch heeft hij ze in de jaren zeventig afgezworen: “De problematiek van de
Verhalen van Kolyma is opgelost door het leven zelf!”. Hij heeft zichzelf verraden, hij heeft het bestaansrecht van zijn leven verraden... In naam van wat? Ik kan het niet vatten. Men zegt dat men hem heeft gepaaid met de publicatie van een bundel gedichten van hem’. Bij deze schokkende en toch ook roerende verklaring past geen commentaar. Beducht voor dit soort kritiek trok
| |
| |
Sjalamov zich terug uit het openbare leven, met alleen zijn grote zwarte kat die altijd op zijn schoot zat terwijl hij schreef. Toen een gepensioneerde generaal zijn kat Moesja zonder enige aanleiding doodschoot, kon hij dat maar moeilijk verwerken en wekenlang heeft hij zijn kat in de ijskast bewaard. Aan Nadjezjda Mandelstam schreef hij: ‘het op massale schaal vermoorden van katten en mensen is een typerend kenmerk van het socialisme, van de socialistische structuur’.
Uiteindelijk verschijnen in 1978 in Londen de verzamelde Verhalen in het Russisch. Daarna verschijnen er in verschillende landen gedeeltelijke vertalingen. In Nederland verschenen de complete verzamelde verhalen bij De Bezige Bij onder de titel Berichten uit Kolyma. In 1979 wordt Sjalamov bijna blind en doof opgenomen in een verzorgingstehuis in Moskou. Een jaar later wordt aan hem nog door de Franse afdeling van de Penclub de Prijs van de Vrijheid toegekend. Eenzaam sterft Varlam Sjalamov op 17 januari 1982 in een psychiatrisch ziekenhuis waarin hij gedwongen was opgenomen.
| |
Kolyma
Kolyma ligt in het noordoosten van Siberië. Het is een zeer koude streek, waar tijdens het Stalinbewind in de strafkampen - volgens berekeningen van de Britse historicus Robert Conquest, op basis van documenten en getuigenissen, neergelegd in zijn studie The Great Terror - tussen 1932 en 1954 ruim drie miljoen mensen omkwamen. Het kenmerk van de terreur was volstrekt onvoorspelbaar. De gevangenen bestonden uit boeren, partijleden, intellectuelen en ambtenaren. Kolyma is een andere wereld, waarin de wet heerst: ga jij vandaag dood, dan ga ik pas morgen. Een wereld zonder moraal. Nadat Sjalamov Solzjenitsyns boek Een dag uit het leven van Ivan Denisovitsj had gelezen, schreef hij aan Solzjenitsyn: ‘Wat is dat voor een kat die daar rondloopt? Waarom hebben zij hem in al die tijd de hals niet doorgesneden en opgegeten?’ De auteur gaf toe dat dit een rechtvaardig verwijt was.
De Russische nobelprijswinnaar voor de literatuur Alexander Solzjenitsynbehandelt in zijn monumentale werk De Goelag Archipel Kolyma slechts mondjesmaat, omdat er al vrij veel over deze kampen was gepubliceerd. Sjalamov wordt door Solzjenitsyn geciteerd alsof hij een wandelende encyclopedie over het kampleven was, of het nu ging om gewoonten van criminelen, de kampbrigades, medische voorzieningen, het badhuis, of om de omstandigheden waaronder de Decembristen onder Nicolaas I in de mijnen waren opgesloten, vergeleken met die in Kolyma ten tijde van Sjalamov. Op basis van de literatuur en verschenen memoires over Kolyma heeft Robert Conquest in 1978 zijn boek Kolyma, the Arctic death
| |
| |
camps gepubliceerd. Hij deelt de geschiedenis van Kolyma in drie perioden. In de eerste, van 1932 tot 1935, moesten de gevangenen de stad Magadan bouwen en het gebied rijp maken voor de ontginning van de goudmijnen. De tweede periode was van 1935 tot 1937, en in die tijd kregen de gevangenen goed te eten en werden zij goed gekleed, omdat het delven van goud op de eerste plaats stond. In de zomer moesten zij tien uur werken en in de winter slechts zes uur.
In juli 1937 sprak Stalin over deze paradijselijke omstandigheden zijn banvloek uit. De kampdirecteur werd ontslagen en een aantal van zijn medewerkers werd geëxecuteerd. De gevangenen kregen dunnere kleding, minder te eten en slecht schoeisel. De productienormen werden verhoogd en men moest ook in de winter in de mijnen doorwerken. Zij die de norm niet haalden werden geëxecuteerd, en alleen al in 1938 werden op deze wijze veertigduizend gevangenen gedood. Het hoge aantal sterfgevallen zorgde voor een tekort aan mankracht. De sovjetautoriteiten kochten onder andere in Holland schepen om gevangenen naar Kolyma te verschepen. In de grote scheepsruimten kon men gemakkelijk de gevangenen onder de duim houden door in de vrieskou de br andslang te gebruiken.
Honger, kou en slechte werkomstandigheden zorgden ervoor dat de meeste gevangenen in Kolyma geen kans maakten te overleven. Bij een temperatuur van min zestig graden hoefden de gevangenen niet te werken. Sjalamov: ‘De oude garde kon ook zonder thermometer bijna exact bepalen hoe hard het vroor, als er een ijzige mist h angt betekent dat het buiten veertig graden onder nul is; als het uitademen van de lucht te horen is maar het ademhalen nog gemakkelijk gaat, is het vijfenveertig graden; als de ademhaling te horen is en met kortademigheid gepaard gaat, is het vijftig graden. Als het meer dan vijfenvijftig graden vriest, bevriest je slijm zodra je het uitspuugt’. Het menselijk speeksel achtte men betrouwbaarder dan de thermometers van de bewakers. Voor de politieke gevangenen waren de gewelddadige criminele gevangenen een grote bedreiging. Deze beroepscriminelen mishandelden en vermoorden dikwijls politieke gevangenen. Misschien is het ontstellendste in het boek van Sjalamov wel niet de beestachtigheid van de beulen of de gruwelijke wreedheid van de misdadigers, de dodelijke honger en afmattende arbeid. Het afschuwelijkste is de beschrijving van de omstandigheden waaronder de mensen in het kamp moesten leven. ‘Waarom blijven mensen leven in een kamp waar het leven onmogelijk is?’, vraagt de schrijver zich af. ‘Waarom beroven zij zich niet van het leven?’, zo wil hij weten, terwijl hij slechts enkele gevallen van zelfmoord beschrijft. Enkelen, en dat zijn er heel weinig, worden door hun geloof in God gesteund. Over de gelovigen spreekt Sjalamov met veel respect: ‘meer waardige mensen dan de gelovigen heb ik niet ontmoet in de kampen. Het verderf tastte de ziel
| |
| |
van iedereen aan, alleen de gelovigen hielden stand’. In zijn werk komt zijn grote sympathie voor hen tot uiting, met enige verbazing voor een verschijnsel dat hem onbegrijpelijk voorkomt: het ware geloof in God dat het lijden in Kolyma verdraaglijk maakte.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog hebben de Amerikanen veel goederen aan de Sovjet-Unie geschonken, en de bulldozers van dat hulpprogramma, dat de naam Lendlease droeg, werden onder meer in Kolyma gebruikt om lijken te verplaatsen. De Amerikaan Victor Herman, die tijdens de oorlog in een sovjetkamp verbleef, vernam in december 1943 bij toeval van een kolonel dat de Sovjets tegen de Duitsers vochten en dat er een wereldoorlog gaande was. De Verenigde Staten waren bondgenoten van de Sovjet-Unie geworden en Herman vertelt in zijn boek Coming out of the ice dat de kampbewakers de lunch genoten uit blikken waarvan de etiketten vermeldden: Frans-Amerikaanse Spaghetti, Campbell's Pork en Bonen, Dinty Moore's Vlees Hutspot. De hulpgoederen van de Verenigde Staten en het Amerikaanse voedsel waren bestemd voor het sovjetleger, maar de cynische sovjetautoriteiten hadden er een ‘betere’ bestemming voor.
| |
Kolyma-Auschwitz
De Poolse schrijver Tadeusz Borovski, die Auschwitz overleefde en de wrede waarheid over de mens in het kamp beschreef in zijn boek Hierheen naar de gaskamer, dames en heren - hij pleegde pas zelfmoord toen hij vrij was: hij zette op 1 juli 1951 de gaskraan open - en Varlam Sjalamov, die Kolyma, het sovjetequivalent van Auschwitz, overleefde en met een handtekening zijn boek hierover verloochende, zijn het met elkaar eens. Borovski schreef: ‘nog nooit in de geschiedenis van het mensdom leefde er zo'n sterke hoop en nog nooit richtte deze zoveel kwaad aan als in deze oorlog en in dit kamp. Wij hebben niet geleerd hoe je de hoop op kunt geven, en daarom komen wij om in de gaskamers’. Borovski heeft het over het kwaad dat veroorzaakt wordt door de onmacht om van de hoop af te zien ter wille van de vrijheid. Sjalamov spreekt over het kwaad dat veroorzaakt wordt door de opvoeding die gebaseerd is op het geloof in de toekomst in ruil voor de vrijheid.
Simon Wiesenthal, de bekende nazi-jager, zei mij eens dat het nationaal-socialisme in theorie en praktijk het absolute kwaad is en dat het communisme in de praktijk het absolute kwaad is. Maar het communisme is ook al in theorie het absolute kwaad. De dictatuur van het proletariaat kon alleen door moord op de burgerij tot stand komen.
Tussen de totalitaire regimes van Hitler en Stalin zijn veel overeenkomsten en verschillen. Beide totalitaire ideologieën liquideerden en deporteerden andersdenkenden etnische minderheden, vij anden van het volk, enz.
| |
| |
De Duitsers hadden vernietigingskampen als Auschwitz, de ‘uniciteit’ bestond hierin dat de nazi-ideologie de joden als tweederangsmensen beschouwde, namelijk als belichaming van het Kwaad dat vernietigd moest worden. Het joodse volk moest op een moderne geïndustrialiseerde wijze door middel van de gaskamers worden omgebracht. De mens als industrieel product.
Het communisme en het nationaal-socialisme hebben meer overeenkomsten dan verschillen. De Sovjets offerden in 1932-1933 in Oekraïne zo'n zes miljoen mensen op door middel van een kunstmatig veroorzaakte hongersnood en deporteerden, in het kader van de gedwongen collectivisatie, ongeveer twee miljoen kleine zelfstandige boeren, de zogenoemde koelakken. Ondanks de verschillen en overeenkomsten van beide totalitaire systemen is het resultaat, namelijk het op grote schaal vermoorden van mensen hetzelfde. Kolyma verschilt niet of nauwelijks van Auschwitz. De Russische schrijver Andrej Sinjavski, in 1966 veroordeeld tot zeven jaar wegens antisovjetagitatie en -propaganda, schreef: ‘Kolyma, Kolyma, o toverplaneet: De winter telt er twaalf maanden, verder is het alleen maar zomer...’, en stelde dat ‘voor Stalin-Rusland Kolyma hetzelfde is als Dachau of Auschwitz voor Hitler-Duitsland. Geen van beide zal zich ooit van die naam kunnen ontdoen; voor al tijd staan ze erin gekerfd: Dachau, Kolyma. Je hoeft ze maar uit te spreken en je ziet in Kolyma het universele kwaad geconcentreerd dat de hedendaagse geschiedenis kenmerkt, net zoals de gaskamers en crematoria van Auschwitz. De vriespool in plaats van het vuur van de crematoria. In ruimte en tijd heeft de dood in Kolyma langer geduurd. Zich uitstrekkend over vele jaren en duizenden kilometers ging de dood gepaard met werk waaruit de regering veel economisch profijt trok dat niet met Auschwitz te vergelijken is. Het was een rationele benadering op marxistische grondslag: een maximaal profijt trekken uit mensenmateriaal dat toch al bestemd was om vernietigd te worden. Het was “socialisme” gebouwd op slavernij, daarin verschilde het van de Duitse romantici’.
Buiten de Sovjet-Unie was het toch vrij onbekend dat Kolyma het sovjetequivalent was van Auschwitz. Er is geen herdenkingsmonument en er heeft geen ‘Neurenberg’ plaatsgevonden.
Maar er is wel een monument over Kolyma in de vorm van verhalen door Varlam Sjalamov.
| |
Niet vergeten
Wie zich oog in oog met het portret van Varlam Sjalamov afvraagt hoe hij die jaren heeft overleefd, krijgt even de neiging de oplossing te verbinden aan dat gezicht met de diepliggende ogen, de vastgesloten mond,
| |
| |
de diepe voren die van de neus naar de mondhoeken lopen: een fascinerend gezicht, ogen die alles hebben gezien en niets zijn vergeten, of zoals hijzelf zegt: ‘ik wist dat ik mijn geheugen niet zou toestaan alles te vergeten wat ik gezien had’. Is dit het gezicht van een man die wilde overleven om het bericht door te geven? Niet-vergeten ziet de Rus vaak als een soort verplichting. De herinnering staat hoog genoteerd. Een geschenk dat je wordt aangeboden ‘na pamjatj’, ter herinnering, en de overheid weet dat ze het Russische hart raakt met haar leuze: ‘niemand is vergeten, niets is vergeten!’ Een van de ernstigste beschuldigingen die Nadjezjda Mandelstam in haar memoires tegen haar tijdgenoten inbracht, was dat ze hun geheugen geweld hadden aangedaan en probeerden te doen alsof er niets gebeurd was.
In De Goelag Archipel schildert Solzjenitsyn de schrijnende toestanden in de sovjetkampen. Dezelfde toestanden die de basis vormen van Sjalamovs verhalen, maar hij is een andere schrijver dan Solzjenitsyn. Solzjenitsyn is een ‘deelnemer’, Sjalamov is een ‘waarnemer’, hij tekent een minutieus beeld met veel details waarin zelfs de natuurbeschrijvingen en de karakteristiek van het landschap tot hun recht komen. Zo observeert hij in het verhaal ‘Stlanik’ een altijd groen cederboompje dat de storm al voorvoelt als het nog prachtig weer is. De ‘stlanik’ buigt dan zijn rechte, twee vuist dikke stam en legt zich plat voorover op de aarde en voor er twee etmalen voorbij zijn, barst het noodweer los, terwijl grauwe wolken en gure wind als voorboden van sneeuw en storm niets betekenen, zolang de stlanik overeind blijft. Met datzelfde observatievermogen vertelt hij van een gevangene - een boom van een kerel die door zijn afmetingen nog meer lijdt onder het voedselgebrek dan de anderen - die in zijn wanhoop besluit een ziekte te simuleren. Hij vouwt zich letterlijk op en blijft volhouden dat hij niet rechtop kan staan. Hij wordt geslagen en mishandeld, maar hij blijft gebogen tot een van de artsen, gehard en geoefend in het ontmaskeren van simulanten, hem aan zo'n afschuwelijke shocktherapie onderwerpt, dat de man capituleert. Verhalen die je bij lezing met een machteloze woede vervullen. En dat zijn dan de beelden waarmee de herinnering van een overlevende is gestoffeerd.
Wat Sjalamov vertelt, gaat over de Stalinkampen, maar het idee dat het zo lang geleden is gebeurd, biedt geen soelaas. Het zijn naakte verhalen die je regelrecht, onderhuids treffen. Ze schilderen een verschrikking waar de lezer geen verdediging tegen heeft, omdat de woorden zo koel en zakelijk zijn gekozen. Het zijn verhalen die spelen in een eeuwige tegenwoordige tijd die geen verleden kent. Ongevoelig? O nee, het is de enige manier waarop je deze dingen kunt en mag vertellen. Iedere sentimentaliteit zou een poging zijn om je eigen schrik en woede te verzachten, een vergrijp tegen degenen die het moesten doormaken. Kolyma!
| |
| |
Dat is honger, koude, ontbering, vuil, ongedierte, dat is wreedheid van individu en overheid, dat is de weerloosheid van het menselijke lichaam en dan toch soms, heel plotseling, de onkwetsbaarheid van de geest.
In het verhaal ‘Prothesen’ moeten de gevangenen die naar de isoleercel gaan, alles afgeven. Een lugubere ontluistering. Het begint met een man die een leren steunkorset moet dragen. Ook het korset wordt ingeleverd. Vervolgens de kunstarm van een oudgediende van Boedjonni's ruiterij, een gehoorapparaat, een kunstbeen. En de voorlaatste arrestant legt opgewekt zijn kunstoog op tafel. Het hoofd van de isoleercel schatert het uit. ‘En wat geef jij af?’, vraagt hij aan de laatste, ‘Je ziel?’ ‘Nee’, antwoordt de gevangene, ‘mijn ziel krijgen jullie niet’. Een droog antwoord, eigenlijk zonder een zweem van ironie of spot, en dat is heel typerend voor het verhaal van Sjalamov. Hij beoogt geen enkel effect, hij vertelt alleen wat hij heeft meegemaakt in dat bestaan van vogelvrijverklaarden tussen de meedogenloze kampleiding, de ongevoelig geworden kameraden en de voor niets terugdeinzende criminelen, en hij weet dat het zo genoeg is. Meer hoeft niet.
In een ander verhaal vertelt hij dat hij nog maar twintig woorden gebruikte, al het andere was weggevallen, overbodig geworden. Als er opeens andere woorden terugkomen, weet hij dat het levensgevaar voor zolang als het duurt is geweken, en hij is er niet blij mee. Het betekent dat hij weer voelen, denken, vechten, dat hij weer het ellendige leven leven moet.
In het Westen zijn Sjalamovs verhalen betrekkelijk onbekend gebleven. Dat was een factor ten gunste van de sovjetredacteuren die in 1972 een verklaring van de schrijver los wisten te krijgen waarin hij zich distantieerde van de westerse uitgaven van zijn verhalen.
Beroemdheid is een eindproduct van vele ingrediënten waarvan de kwaliteit van een kunstwerk slechts een is. Sjalamovs boek is een gedenkteken dat ook naar vandaag verwijst.
Berichten uit Kolyma, door Varlam Sjalamov, uitgeverij De Bezige Bij, Amsterdam, f 125.
Mijn Russische uitgave is de tweede druk uit 1982, YMCA-Press, Parijs; de eerste druk was uit 1978, Overseas Publication Interchange, Londen. De Nederlandse vertaling geeft geen verantwoording. De Russische tekst bestaat uit drie delen: Het eerste sterfgeval, De schopkunstenaar en De linkeroever.
De vertaling bevat nog twee delen: Schetsen uit de wereld van de misdaad en De opstanding van de lariks. In de Schetsen staan zes verhalen (van de acht) die niet in deze Russische editie staan. In De opstanding zijn dat er drie (van de zestien). De allereerste tekst in de vertaling, ‘Fragmenten uit mijn levens’, staat ook niet in deze Russische uitgave evenals het verhaal ‘De hoogste lof’.
Omgekeerd zijn twee verhalen niet vertaald: ‘Ogon'i voda’, ‘Vuur en water’, uit Artist lopaty (De schopkunstenaar) en ‘Lagernaja svad'ba’, ‘Kampbruiloft’, uit Levyj bereg (De linkeroever).
|
|