Streven. Jaargang 67
(2000)– [tijdschrift] Streven [1991-]– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 312]
| |
Paul Fitzgerald
| |
[pagina 313]
| |
stad en zijn meer en meer gepolariseerd; de jonge mensen zijn in de war gebracht en op drift geslagen; en de katholieken zijn bang en twijfelen aan hun identiteit. | |
Een nieuw soort pluralismeHet initiatief van de kardinaal is een reactie op de opvattingen over het lidmaatschap van de katholieke kerk, die in de VS ontstaan zijn na het Tweede Vaticaanse Concilie. Die hebben geleid tot vele vormen van relatie tot de kerk, zeer rijk, gevarieerd en niet zonder spanningen. In de voorbije dertig jaar zijn progressieve groepen gegroeid die aandringen op veranderingen in wat de kerk leert over een heel gamma van zaken, meestal in verband met de moraal (geboortebeperking, hertrouwen, homoseksualiteit) en de discipline (de wijding van gehuwde mannen en vrouwen). Er zijn ook conservatieve groepen gevormd, die strijden voor de officiële leer inzake morele kwesties en niet gelukkig zijn met bepaalde punten van de sociale leer van de kerk (o.m. de herderlijke brieven van de Amerikaanse bisschoppen over de economie en de vrede zijn openlijk aangevochten door rechtse groepen). Maar die groepen, die veelal uit leken bestaan, lijken ook verrassend sterk op elkaar: niet alleen houden zij van de kerk en houden zij vast aan hun geloof, maar ook leeft er in beide kampen een nieuw besef dat allen geroepen zijn om actief deel te nemen aan het leven van de kerk, ook aan de opdracht van de kerk een leer te ontwikkelen voor de nieuwe uitdagingen en beloftes van het moderne levenGa naar eind[3]. Deze vele groepen zijn voorbeelden van al de verschillende kerkelijke ‘culturen’, holistische manieren om katholiek en Amerikaans te zijn, die nu in de kerk voorkomen. Religieus pluralisme is ongetwijfeld een aspect dat bij het katholicisme gehoord heeft vanaf zijn ontstaan in de eerste eeuw. Het geschil tussen Petrus en Paulus in Antiochië is wel het oudste voorbeeld van een geschil binnen de kerk over de katholieke beleving van de eenheid in verscheidenheid (Gal. 2, 11 vv.). De geleidelijke uitbreiding, vanaf de tweede eeuw, van de Petrinische bediening van de bisschop van Rome was een geïnspireerde manier om in communio bijeen te brengen wat een wijd verstrooide diaspora was van christenen, die hun geloof in Jezus Christus beleefden in een waaier van talen, gebruiken en liturgische rites. Een sociogram van om het even welke Europese katholieke stad in het jaar 1700 zou een verrassend complexe en ‘katholieke’ lappendeken laten zien van parochies, kloosterkerken, sodaliteiten, broederschappen, derde ordes, kloosters en abdijen, met elk een unieke spiritualiteit, een eigen zending en een religieuze woordenschat. Het | |
[pagina 314]
| |
Amerikaanse katholieke gebeuren is in grote mate bepaald geweest door het voortdurende opnemen van een eindeloze stroom katholieke immigranten in een meertalige, multiculturele communio. Historisch gezien is dus de spanning tussen eenheid en veelheid niet nieuw voor het katholicisme. Wat nieuw is voor de Amerikaanse kerk op het einde van de twintigste eeuw is de inculturatie van die bepaalde spanning in een uitermate gepolitiseerde en snel tot procederen geneigde samenleving. Nog niet zo lang behoren de katholieken tot de mainstream van het openbare leven in de VS; dat betekende een grote demografische, economische en politieke verandering, met als symbolen de verkiezing van J.F. Kennedy en de oproep tot het concilie door Johannes XXIII. Zo verwierven zij de status van Amerikaanse Katholieken (niet langer katholieken in de marge van de protestantse Amerikaanse samenleving), maar kwamen zij ook terecht in een algemene verwarring tussen de methodologie van een gemeenschap die zoekt naar een religieuze houding (wat een essentieel kenmerk is van de kerk) en die van een politieke fractie die mee debatteert (wat niet bij de kerk hoort). Dit betekent dat typisch Amerikaanse politieke zeden en praktijken (bv. verkiezingen met slechts één winnaar, een diepgewortelde overtuiging van morele superioriteit, het overdreven zwart-witdenken en het leugenachtig afschilderen van de tegenpartij, enz.) het debat in de kerk besmet hebben in de laatste veertig jaar. | |
Een nieuwe dialoogBernardin trachtte deze ontwikkeling te keren door de communio in het geloof voor te stellen als basis voor de dialoog binnen de kerk, opdat een ruim verspreid besef van de katholieke identiteit de schoot zou zijn om de verschillende opinies over zaken van derde rang in op te nemen, eerder dan ze weg te duwen. Zo zou bv. een gemeenschappelijk geloof in de reële aanwezigheid van Christus in de eucharistie de juiste basis zijn bij discussies over de vormen van de liturgie. Bernardin hoopte dat een vernieuwd besef van gemeenschappelijk geloof de zending van de kerk in de moderne wereld zou ondersteunen, en bevorderlijk zou zijn voor een meer genuanceerd inzicht in het geloof, een vastere hoop en een meer consequent beoefenen van de liefde. Bernardin wees ondubbelzinnig de gemeenschappelijke basis aan: Christus. Hij is de maatstaf voor alle handelen en oordelen. De Schrift en de traditie zijn de normen en de grondslagen voor de relatie van de kerk met Christus. Het magisterium van de kerk - uitgeoefend door de bisschop en de Stoel van Petrus - is het uiteindelijke gezag bij de interpretatie van deze bronnen door de kerk. | |
[pagina 315]
| |
Bernardin nodigde de katholieken uit tot een ontmoeting op deze basis om dan samen op te klimmen naar een hogere basis: als gemeenschap God vereren, door Jezus Christus, in de eenheid van de Heilige Geest. De positieve en negatieve reacties op het Catholic Common Ground Initiative hebben overtuigend aangetoond hoe schrijnend de behoefte is aan nuchtere vormen van kerkelijke communicatie. Een aantal van Bernardins confraters waren bezorgd over zijn oproep tot dialoog. Kardinaal Law van Boston vond het initiatief overbodig: ‘De kerk heeft al een gemeenschappelijke basis. Wij vinden die in de Schrift en de traditie en ze wordt ons doorgegeven in de gezagvolle en bindende leer van het magisterium’. Kardinaal James Hickey van Washington D.C. waarschuwde: ‘Wij kunnen geen eenheid in de kerk bereiken door tegemoet te komen aan wie afwijken van de kerkelijke leer - of zij nu tot links of tot rechts behoren. Een compromis sluiten over het geloof van de kerk is verzaken aan onze gemeenschappelijke basis en het gevaar lopen van een nog grotere polarisatie’. Bisschop Anthony Pilla, voorzitter van de Nationale Conferentie van Katholieke Bisschoppen, verwachtte meer van het Initiatief. ‘Ik bid voor deze inzet en hoop dat het doel dat de kardinaal zegt te willen bereiken, nl. een betere verstandhouding en een verzoening, verwezenlijkt mag worden’. Columnisten van verschillende katholieke bladen van links en van rechts namen duidelijker stelling. In twee parallel gepubliceerde teksten in de Chicago Sun-Times, op de dag waarop Bernardin het Initiatief op een persconferentie aankondigde, gaven Linda Pieczynski van Call To Action en William Donohue van de Catholic League for Religious and Civil Rights hun antwoord op de vraag: ‘Is de kloof tussen katholieken niet te overbruggen?’ Pieczynski: ‘Met diepgaande discussies tussen mensen van alle opinies zouden we er beter aan toe zijn dan wanneer het Vaticaan zegt dat de zaak afgehandeld is en niet langer bespreekbaar’. Donohue: ‘Er zijn bepaalde aspecten van de kerk die niet ter discussie staan, en hoe vlugger dit aanvaard wordt, des te beter zal het voor iedereen zijn’. Het feit dat beide uitspraken juist zijn, bewijst dat de extremen ver uiteenliggen. In de dagen na de eerste persconferentie bevestigden de reacties deze kloof. Paul Likoudis, nieuwsredacteur van The Wanderer, meende: ‘Kardinaal Bernardin lijkt afstand te doen van zijn gezag van leraar en leidsman, ten gunste van een of andere ongrijpbare dialoog. Het is de hoogste tijd voor sancties, niet voor dialoog’. Meer verzoenend (en bescheiden) was de uitspraak van Mary Louise Hartman, voorzitster van de Association for the Rights of Catholics in the Church: ‘Wij van de ARCC hebben allicht bijgedragen tot de polarisatie waarover kardinaal Bernardin spreekt. Wij hebben om de dialoog gevraagd. Als hij en de groep die hij | |
[pagina 316]
| |
bijeenroept willen praten, dan willen wij graag met hen aan tafel gaan zitten en, zoals hij zegt, “hoffelijk en grootmoedig’ praten’. Een aantal progressieven waren benieuwd of zij welkom zouden zijn bij de dialoog, gegeven de limieten die Bernardin uittekende i.v.m. ‘authentieke eenheid’ en ‘aanvaardbare verscheidenheid’. Zr. Maureen Fiedler, sprekend in naam van de We Are Church Coalition, vroeg zich af: ‘Zijn wij welkom... of niet? Wie beslist wat authentiek en aanvaardbaar is? Wie beslist waar de grenzen liggen?’ Een woordvoerder voor Catholics Concerned in Baltimore wilde blijkbaar graag de grenzen van de discussie zo leggen dat zelfs Kardinaal Bernardin erbuiten viel. ‘Het is een samenzwering tegen de kerk en de leer van Christus [...], een achterhoedegevecht van hervormers om steun te werven voor hun verkeerde interpretatie van Vaticanum II’. Waarnemers in de academische wereld en in de seculiere pers vinden het veelal een aantrekkelijk initiatief. Prof. Scott Appleby, directeur van het Center for the Study of Catholicism aan de Notre Dame University zegt dat ‘het een moedig en welkom initiatief is. [De kardinaal] investeert een stuk persoonlijk kapitaal dat hij vergaard heeft in zijn ambtsperiode. Hij neemt stelling, niet om Rome uit te dagen, maar om te doen wat hem rechtens toekomt: ruimte te scheppen voor discussie’. Een niet ondertekend redactioneel stuk in de Philadelphia Inquirer achtte de methodologie van grote sociale waarde. ‘Vervang hier “kerk” door “land” en je krijgt een mooi voorstel om de manier van spreken binnen de Amerikaanse democratie te verbeteren. Dat is wat kardinaal Bernardins plan zo veelbelovend maakt, niet alleen voor de katholieken, maar voor alwie de geest van de democratie eerbiedigt’. Na twee weken luisteren naar antwoorden uit alle hoeken van de maatschappij en in een brede waaier van media, merkte kardinaal Bernardin op dat de uitingen van kritiek ‘tot op zekere hoogte de nood aan dit initiatief bevestigen’. Niet ontmoedigd zette de kardinaal door en investeerde zijn laatste energie, terwijl de kanker verder ging en hem het leven ontnam. Zijn vertrouwen steunde ten dele op de solide theologische basis van het proces en ten dele op zijn geloof in Gods actieve aanwezigheid in de kerk. | |
Het hart en de geest van de zaakHet doel van het initiatief is: een nieuwe dialoog stimuleren binnen de kerk, steunend op wederzijdse eerbied en liefde als uitingen van een gemeenschappelijk geloof in Jezus Christus, ‘aanwezig in Schrift en sacrament’. Christus is de maatstaf van alles, de norma non normata van de katholieke communioGa naar eind[4]. Katholieken van alle meningen worden | |
[pagina 317]
| |
opgeroepen om te laten zien dat zij volgelingen van Christus zijn, door verantwoordelijkheid op te nemen voor de katholieke traditie en de levende, door de geest vervulde kerk van vandaag. Dit is zowel een historisch als een sociaal soort communio; de band tussen de katholieken reikt niet alleen over de culturele en politieke grenzen heen, maar ook over de tijd. Christus is dus de basis van onze communio met de christenen van de derde eeuw in de catacomben, met de Arabisch sprekende maronitische katholieken en met de rooms-katholieke medegelovigen van verschillende kerkelijke overtuigingen en devoties. Bernardin wijst iedere vereenvoudiging van het karakter van de kerk af - zowel een traditionalistisch fundamentalisme als een geprivatiseerd ervaringsleven. In plaats daarvan moet de traditie meetellen, zo complex en rijk als ze is. Daartoe stelt Bernardin een hermeneutiek van liefde en herbronning voor, in veel opzichten gelijkend op de Ignatiaanse stelregel van het liefdevolle oordelenGa naar eind[5]. Hij vraagt de mensen dat zij naast een doordacht kritisch wantrouwen voor veel aspecten van de moderne wereld een vertrouwen stellen, vanuit het geloof, in Gods genadige, actieve aanwezigheid in die wereld. Dit betekent dat katholieken van de verwachting zouden uitgaan dat wie een andere mening voorstaat over minder belangrijke zaken toch van goede wil is, wanneer er overeenstemming is over de kern van het geloof. Katholieken van links en van rechts zouden moeten geloven dat hun tegenstanders oprecht zijn in hun geloof en dat hun denken goed bedoeld is, ongeacht of dit denken uiteindelijk juist is of niet. Het vertrouwen in de goede bedoeling is een onmisbare voorwaarde om tot een waarheid te kunnen komen die zal uitmonden in nieuwe oplossingen voor nieuwe problemen. Er lijken drie solide redenen te zijn om deze hermeneutiek toe te passen. Één: uit het leven van katholieken - liberalen zowel als progressieven, gematigden, conservatieven of neoconservatieven - blijkt vaak dat een oprecht leven mogelijk is in een waaier van vormen. Twee: er bestaan theologisch plausibele argumenten voor een variatie van standpunten over een hele reeks zaken, van liturgie tot gezinsplanning en economische en sociale leer (met uitzondering van bepaalde uitgesproken extremen). Een gebrek aan eensgezindheid over dergelijke onderwerpen is een teken van de behoefte aan verder overleg om tot een consensus te komen die God nog niet heeft gereveleerd. Drie: de hermeneutiek die Bernardin voorstelt is nuttig omdat - naar analogie met de sacramenten - zij geeft wat zij betekent. De kerkelijke dialoog die, in vrede met Christus, de methode volgt van eerbiedig luisteren en eerlijk spreken, bevordert de communio die zij zoekt. In zijn kern stoelt het Initiatief dat oproept tot een gemeenschappelijk onderscheiden op een goed gefundeerde theologie van de genade. Zoals | |
[pagina 318]
| |
andere bisschoppen vóór hem, ziet Bernardin de bisschop als de eerste leraar van een gezonde doctrine. Maar een goede leraar blijft altijd een goede leerlingGa naar eind[6]. Alleen door te luisteren naar de Geest kan de bisschop aan God gehoorzamen en zowel de eenheid als de rechtgelovigheid behoeden. Op verschillende tijdstippen en op verschillende manieren spreekt de Geest door verschillende leden van de gemeenschap, aan wie de bisschop dan ook aandacht moet geven om Gods stem te horen en Gods wil te volgen voor de kerk. Dit veronderstelt een open leerproces waarin de hele christelijke gemeenschap een rol heeft. De eisen voor de leken zijn analoog aan die voor de bisschop. Willen de katholieken de wil van God voor hun gemeenschap achterhalen, dan moeten zij mensen van geloof en volgzaamheid zijn en openstaan voor de ingevingen van de Geest in de gemeente. Voor de leken niet minder dan voor de geestelijkheid zijn rechtgelovigheid en communio, in vrede, voorwaarden voor het religieuze onderscheiden. Zo handelen dat men de communio verbreekt en de traditie negeert zou betekenen dat men niet bezig is met een kerkelijk onderscheiden, maar veeleer met partijpolitiek. De heilige Paulus had al die houding beschreven als ‘strijd en partijschappen’, en hij rekende die, samen met andere zonden, in Galaten 5 bij de werken niet van de geest, maar van het vlees. | |
De belofte van dialoogEr is in onze tijd een algemene stroming begonnen in de richting van een grotere deelname van de leken in het leven van de kerk. Bernardins initiatief kent de gelovige leken een essentiële plaats toe in de kerk, die van deelnemers aan de onderscheiding voor de integriteit van een pluralistische kerk. Een taak als deze vraagt een gemeenschappelijke basis om Gods genadige aanbod van hulp te herkennen. Bernardins theologische redenering plaatst die gemeenschappelijke basis in de persoon van Christus, die actief aanwezig is in de caritas van de kerk. Als gemeenschap de onderscheiding beoefenen zal de verspreide gemeenschap leiden tot een vredige consensus over zaken van groot belang, al moet uiteraard de volmaakte consensus uitblijven tot het einde van de mensengeschiedenis. Deze kerkelijke praktijk vereist en bevordert intussen de rechte leer en de rechte praxis van de gemeenschap, samen met haar geloof in de waarheid van het Evangelie en haar gemeenschappelijk handelen in overeenstemming hiermee. Kardinaal Bernardins Common Ground Initiative wilde een bescheiden bijdrage zijn, binnen een veel ruimer en complexer kader, door de voorwaarden uit te tekenen voor een gelovige katholieke dialoog. Men | |
[pagina 319]
| |
kan in de theologie meer dan voldoende verantwoording vinden voor een algemene deelname aan het onderscheiden, maar er zijn ook eisen te stellen. Een kerkelijk onderscheiden vraagt heel veel van alle deelnemers. Zij moeten zich ernstig inspannen om open te staan voor God die spreekt door de Heilige Schrift, door de traditie van de kerk en door de hele gemeenschap. De deelnemers moeten de gestructureerde procedures van de gemeenschap willen volgen en aanvaarden dat verschillende, van elkaar afhankelijke taken binnen de gemeenschap, toekomen aan verschillende personen, leek en geestelijke, theoloog en gezagdrager, beslagen expert en belangstellend amateur. Allen moeten zij in het proces instappen met de bereidheid allen lief te hebben die aan het onderscheiden deelnemen. Worden deze voorwaarden vervuld, dan hebben wij alle reden om aan te nemen dat het kerkelijke onderscheiden dat voorgesteld is in het Common Ground Initiative zal bijdragen aan de vrede en de orthodoxie van de rooms-katholieke kerk in de Verenigde Staten en in andere landen waar soortgelijke situaties bestaan. Bernardins kijk op de deelname van de leken in de opbouw van het geloof van de kerk ging uit van het geloof dat God op providentiële wijze actief is in het leven van de kerk. Zijn theologie eerbiedigt zeker het gezag van de bisschop, zonder een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid voor het onderscheiden van Gods wil af te wijzen. Mij lijkt zijn opvatting van de kerk waardevol voor de toekomst: de sterke banden van liefde die de kerk bijeen moeten houden zijn zelf gaven van God, in geloof ontvangen door alle kerkleden die bereid zijn de consequenties van deze gaven te aanvaarden. Zo zou de heiligheid blijken die deze personen beleven, ‘die Gods plan eerbiedigen, [...] die nauwlettend de rechtvaardigheid beoefenen, die vast staan in het geloof, deemoedig zijn in de vrees, moedig in het dragen van alle lijden, zachtaardig in het verdragen van beledigingen, bereid tot medelijden, één van geest en één van hart in broederlijke vrede’Ga naar eind[7]. Dergelijke christenen zouden een gemeenschappelijke basis vinden om heilig te leven, want die basis zou zelf heilig zijn. |
|