[Maart 1989]
Abortus
Redactie
Wij openen dit nummer met een artikel van F. Van Neste s.j., decaan van de rechtsfaculteit aan de Universitaire Faculteiten Sint-Ignatius te Antwerpen (UFSIA). Het handelt over de abortuswetgeving en het juridische debat dat daarover in België al jaren aan de gang is. In de komende maanden komt het probleem opnieuw aan de orde in de wetgevende kamers. De Christelijke Volkspartij (CVP), die zich tot nog toe tegen alle initiatieven terzake verzet heeft, heeft bij monde van haar nieuwe voorzitter al laten weten dat zij de uitslag van dat parlementaire debat wil afwachten om haar verdere houding te bepalen.
De discussie over de morele beoordeling van abortus beweegt zich op verschillende niveaus, die niet met elkaar verward mogen worden. Er is het niveau van de individuele vrouw die in een noodsituatie het voor en tegen van een zwangerschapsafbreking afweegt, en daarmee samenhangend de vraag in hoeverre haar autonomie al dan niet een autonomie-in-relatie is. Er is het niveau van de medicus die de abortus moet uitvoeren, en daarmee samenhangend de vraag in hoeverre de beslissing om daartoe over te gaan aan de medicus mag worden overgelaten. Er is het niveau van de maatschappij, en de vraag in hoeverre en hoe de maatschappij in deze materie wetgevend mag of moet optreden.
Om alle misverstand te vermijden, willen wij er uitdrukkelijk op wijzen dat Van Neste zich beperkt tot de vragen die op dit laatste vlak rijzen, het vlak van de publieke moraal. Daarmee wordt helemaal niet gesuggereerd dat er op de andere niveaus geen ernstige ethische vragen liggen en nog minder dat die al beantwoord zouden zijn. Alleen wordt uitgegaan van de veronderstelling - die, toegegeven, door anderen betwist kan worden - dat abortus ook vragen oproept van publieke moraal, van juridische en politieke aard. Kan de beslissing om een zwangerschap af te breken aan de individuele burger worden overgelaten? Is de maatschappij ook verantwoordelijk voor de bescherming van het ongeboren leven? En zo ja, hoe moet zij dat in wetten en rechtspraak vertalen?
Dit soort vragen behandelend, brengt de auteur ook de politiek-ethische verantwoordelijkheid van de christelijke politicus ter sprake. Met name daarover, zo geeft hij zelf toe, zullen anderen een standpunt verdedigen dat afwijkt van het zijne. Dat wilden wij duidelijk maken in een Nawoord.