Urbain Dhondt, Hedendaags denken en christelijk geloof, De Nederlandsche Boekhandel, Antwerpen, 1981, 79 pp., BF. 125.
Heel wat tendensen van de moderne filosofie zijn in het zelfbewustzijn van de hedendaagse mens gemeengoed geworden. De drang naar zelfstandigheid, de eis van kritische redelijkheid en de beklemtoning van eigen rechten gelden veelal als vanzelfsprekend. Ondanks de waardevolle inbreng van zulke princiepen is er heden sprake van een crisis van het subject. In voorliggend werkje (volgens de inleiding niet voor beroepsfilosofen en theologen bedoeld), wijst U. Dhondt op de eenzijdigheden van het eigentijdse denken, die de moderne mens in een zekere benauwdheid of valse bescheidenheid drijven. Daartegenover stelt hij de verheffende en hoopvolle, verruimende boodschap van het christelijk geloof. De mens is meer dan hij gewoonlijk denkt: omdat hij deel heeft aan een leven dat (hij) uit eigen kracht niet kan bewerkstelligen, en dat al zijn verwachtingen overschrijdt’ (p. 76). In dit perspectief worden zes thema's overwogen: geschiedenis, arbeid, tussenmenselijkheid, verruimde rede, wetenschap en techniek, atheïsme. Pasklare oplossingen voor actuele problemen of modieuze problematisering van traditonele geloofswaarheden zoeke men hier vergeefs. Het gaat de auteur kennelijk om de grondhoudingen van het christelijk geloof, als ontvankelijkheid, inwendigheid, dankbaarheid, vergevingsgezindheid, dienstvaardigheid, deemoed. Hij legt een fundament waarop naar concrete situaties toe verder moet worden gebouwd. Een deugddoend boekje voor de aandachtige lezer. De haastige klant zal echter wegens de kernachtige stijl van de auteur aan de rijkdom van zijn beschouwingen voorbijlezen. Tot slot een opmerking. Terecht onderscheidt Dhondt rechtvaardigheidsethiek en liefdesethiek (p. 43-44, 56-57). Misleidend zou dit worden voor wie rechtvaardigheid met gerechtigheid verwart. Want is niet de God van liefde immers de ‘Heer der gerechtigheid’? (Jer. 23,6)
J. Koenot