Leonardo Boff en de basisgemeenten
Ger Groot
Leonardo Boff, franciscaner theoloog uit Petrópolis in Brazilië, is geen onomstreden figuur. Toen vlak voor kerstmis '79 het gerucht ging dat Boff door een Vaticaanse veroordeling zou zijn getroffen, was kardinaal Evaristo Arns uit São Paulo de eerste om Boff in bescherming te nemen. Volgens Arns is hij niet alleen een uitstekend theoloog en filosoof, maar bezit hij ook grote poëtische gaven. Antonio Carlos Villaça, die hem eveneens persoonlijk kent, noemde Boff een ‘dichter en mysticus’. Zelf wijst hij erop dat ook een mysticus als Meister Eckhart, die hij in het Braziliaans vertaalde, niet aan veroordelingen ontkwam. Zover is het echter nog niet gekomen en de situatie staat er momenteel voor Boff zelfs weer iets gunstiger voor.
In het theologiseren van Boff staat de sociale context van de concrete onderdrukking in Zuid-Amerika centraal. Vandaar zijn boek Jesus Cristo libertador, Jezus Christus de Bevrijder, dat in 1972 verscheen. Wie echter de meer poëtische zijde van deze theoloog wil leren kennen, zij eerder verwezen naar zijn Kleine Sakramentenlehre, dat in 1976 in Duitse vertaling bij Patmos verscheen en zodoende ook voor het Nederlandssprekend publiek toegankelijker werd.
Maar al mag Boff zich dan verheugen in de actieve steun van mensen als kardinaal Arns, of van de vereniging van ordinarii CLAR en de centrale commissie van de Braziliaanse bisschoppenconferentie, toch heeft hij ook sterke tegenstanders, waaronder de voorzitter van de Latijnsamerikaanse bisschoppenconferentie die vorig jaar in Puebla is gehouden, kardinaal López Trujillo. Het was in Puebla dat de Comunidades eclesiales de base, ofwel de basisgemeenten, als één van de voornaamste punten op de agenda stonden. De verwachtingen waren zeer gespannen, want de positieve houding van de Braziliaanse bisschoppenconferentie ten opzichte van deze nieuwe gemeenschappen werd lang niet door iedere deelnemer in Puebla gedeeld. Maar het slotdocument noemde de basisgemeenten als eerste onder de tekenen van ‘hoop en evangelische levenskracht’ en gaf zo zijn fiat aan deze nieuwe ontwikkeling in de kerk.