Filmbespreking
Wij zijn thans weer in voile filmseizoen. Nooit wellicht werden wij overstelpt door zulke omvangrijke productie. Dit is zeer begrijpelijk. De gedwongen rust der oorlogsjaren is nog steeds niet ingewonnen. Alles is echter niet van hoogstaande kwaliteit. De oppervlakkigheid der massale Amerikaanse productie met haar al zo lange reeks vervlakkende schow- en music-hall-films blijft een een voorwerp van erernis. In principe is er niets in te brengen tegen het fabriceren van groots gemonteerde revue-films - één of twee per jaar. Maar het is nu een echte vloed. Het wordt werkelijk tijd dat die meesterlijke techniek ten dienste gesteld worde van substantiëler onderwerpen.
Aan avonturen-films is er evenmin tekort. Ook hiertegen bestaan geen principiële bezwaren, indien deze films van een zekere hoedanigheid getuigen wat de vormgeving betreft. Het is doorgaans het geval. Zo wist William Wyler in zijn eindelijk uitgebrachte The Westerner te bekoren door een krachtigen filmstijl, al is het werk, in zijn geheel, wel inegaal en helemaal niet van het formaat van The Little Foxes. Zijn grote verdienste blijft, van dit versleten en voor hem ongewoon thema iets persoonlijks te hebben gemaakt.
Een welkome uitzondering op de al te talrijke flauw-sentimentele drama's en comédies, 'levens-onechte' films, zoals men ze noemt, maakt De Familie Stoddard (Adam had four sons), een gezonde en technisch gave film, een huldiging van den familiegeest. De film doet wel eens aan The Sullivans denken, maar bezit toch niet dezelfde homogeniteit. Het is een werk met weldoende strekking.
Een réussite op het gebied van hetgeen men tenslotte niets anders dan de sentimentele film kan noemen - niettegenstaande de realistische ondergrond - is De Lelie van Brooklyn (A tree grows in Brooklyn). Het is een geslaagde bewerking van een der in de U.S.A. tijdens de laatste jaren meest gelezen boeken. Er is een wonderbare eenheid in deze atmosfeervolle film, waarin de kleine Peggy-Ann Garner een ontroerende creatie levert. De film naar Hemingway's To have and to have not is eerder een ontgoocheling.
Cecil B. de Mille, de man der 'superproducties', filmde op de hem eigen sensationele wijze, maar met meer overtuiging dan gewoonlijk, de waarachtige Geschiedenis van Dr Wassell, door James Hilton in een aangrijpend boekje verteld. Een aanbevelingswaardige film met pacifistischen inslag, prachtig gespeeld door den immer sympathieken Gary Cooper, die een aanvaardbare belichaming schenkt van een der zuiverste helden uit den jongsten wereldoorlog.
Somerset Maugham's The Moon and Six pence werd ook voor de film bewerkt. Men weet dat, zonder vernoeming van zijn naam, het hier klaarblijkelijk een levensbeschrijving geldt van den Fransen schilder Paul Gauguin. De film werd gemaakt met een opvallende soberheid doch de verheerlijking van de 'l'art pour l'art'-théorie maakt haar echter voor ons, onder dit opzicht, onaanvaardbaar.
Billy Wilder, wiens The Lost Week-End het hoogtepunt was op het zo-juist geëindigde Film-festival te Cannes, gaf ons een film met Maarschalk Rommel als centraal personage: Five graves to Caïro. Wilder's forse filmstijl is nog wel hier en daar, vooral in het begin, merkbaar, maar het naïeve thema ver-zwakt de film in aanzienlijke mate.
Van den steeds in Amerika werkenden Duitsen kineast, Fritz Lang, nog twee films: Man Hunt en Scarlet Street. De eerste is enkel belangrijk wat de presen-tatie aangaat, maar de tweede is onder psychologisch oogpunt eveneens merkwaardig. Het is evenwel een vreselijk naturalistisch werk dat ernstig voorbehoud vergt. Onze katholieke censuur was er nochtans minder streng voor dan de officiële Amerikaanse censuur, daar zij meende dat, door de 'levensechtheid' der uitbeelding, 'de hoofdbeginselen, waarop de gehele sociale en zedelijke orde gebouwd is, tenminste nog impliciet erkend is'.
***
Van Engelse zijde, niets buitengewoons. Er zijn weer een paar interessante Engelse films op komst, maar tot hiertoe zagen wij ze nog niet in het land. Voor één film echter dient de aandacht gevraagd: Dead of Night. Het is wel een onevenwichtig werk, maar deze, door vier verschillende kineasten verwezenlijkte film, is, ondanks alles, een niet geringe bijdrage tot het fantastische genre.
***
Uit Rusland insgelijks evonmin iets ophefmakends, sedert de laatste bespre-