[Nummer 1]
De Hoogeerwaarde Pater John Janssens
XXVIIe Generaal der Societeit van Jezus
Den 15 September ll. werd te Rome, op de algemene congregatie der PP. Jezuïeten, Hoogeerwaarde Pater John Janssens, tot dan toe provinciaal-overste der Noord-Belgische provincie, verkozen tot Generaal der Orde.
Na Everardus Lardinois (1573-1580), meer gekend onder den naam Mercurianus naar zijn geboorteplaats Marcourt-aan-de Ourthe, Karel de Noyelle (1682-1686) van Brussel en Petrus Johannes Beckx (1853-1887) van Sichem-bij-Diest, is Hoogeerwaarde Pater Janssens de vierde onzer landgenoten - en na Jan-Philips Roothaan (1828-1853) de vijfde uit de Nederlanden, die tot algemeen overste der Jezuïeten verkozen werd.
Het is voor de redactie van Streven een bizonder genoegen, bij deze voor ons land verérende verkiezing, haar vreugde te betuigen, omdat Streven niet in geringe mate zijn huidigen bloei te danken heeft aan de uiterst daadwerkelijke belangstelling van Hoogeerwaarde Pater Janssens voor de taak die het tijdschrift op zich had genomen en die het naar best vermogen onder onze Vlaamse intellectuelen tracht te vervullen.
De pers heeft de loopbaan van den nieuwen P. Generaal reeds voldoende bekend gemaakt en laten uitschijnen hoe a.h.w. alles hem tot zijn zware taak heeft voorbereid. P. Janssens werd geboren te Mechelen op 22 December 1889. Zijn Grieks-Latijnse humaniora voltrok hij aan het bisschoppelijk college van Hasselt. Nog geen zestien jaar oud, had hij reeds de rhetorica geëindigd. In September 1907 zou hij in de Sociëteit van Jezus treden; in afwachting echter studeerde hij eerst twee jaar klassieke philologie en rechten aan het Sint-Aloysius-Instituut te Brussel.
In de Sociëteit genoot hij de gewone philosophische en theologische opleiding en voltooide daarenboven zijn studie in de rechten aan de Universiteit te Leuven. Gedurende den eersten wereldoorlog was hij twee jaar lang leraar der derde Latijnse aan het O.-L.-Vrouwcollege te Antwerpen. Priester gewijd in 1919, studeerde hij kerkelijk recht aan de Gregoriaanse Universiteit te Rome. Om doelmatig te kunnen meewerken aan het heden voltooide werk der codificatie van het Oosters recht, zou hij, reeds vlot Nederlands, Frans, Duits, Engels, Spaans en Italiaans sprekend, ook nog Russisch leren en een tijdlang te Konstantinopel verblijven.