[Nummer 5]
Aan den lezer
Sedert ons Aprilnummer is in ons land veel veranderd. De oorlog en de Duitsche bezetting maakten ons los van wat, vier maanden geleden, nog drukkende en verstrikkende werkelijkheid leek; zij brachten ons over in een andere sfeer; zij legden op ons een nieuwe, een nog zwaardere verantwoordelijkheid.
Ook deze willen wij dragen. Toen we, in October laatsleden, den zevenden jaargang aanvingen, maakten we, van het woord 'dienen', onze leuze. Nu mogen we wel ons voornemen van toen herschrijven: 'Oprechte en bereidvaardige dienaars willen we zijn van land en Vorst, van volk en cultuur, van Kerk en godsdienst. Land en Vorst moeten op ons nu kunnen rekenen; volk en cultuur dienen niet alleen gevrijwaard, ook gezuiverd; Kerk en godsdienst... mogen nu alles van ons vergen...' (Streven VII, blz. 2).
Normaal hadden we in Augustus onzen jaargang moeten besluiten. Twee van zijn zes nummers waren, toen de oorlog bij ons uitbrak, nog achter; dit is het eerste. Over een maand ongeveer volgt het tweede; onmiddellijk zetten we dan de vernieuwing der abonnementen in. Nogal spoedig hopen we alzoo het achterstel in te halen; blijft alles rustig, dan komen we in het eerste halfjaar van 1941 wel bij.
Nu meer dan ooit rekenen we op het vertrouwen van onze lezers (dat we in geen geval willen beschamen), op de bereidwilligheid van onze medewerkers.
DE REDACTIE