Streven. Jaargang 2
(1934)– [tijdschrift] Streven [1933-1947]– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 399]
| |
Brief aan een kunstenaar
| |
[pagina 400]
| |
geweld: dat van het gevaar en het avontuur. Het edelweis wilt ge plukken op hooge toppen van steile bergen; maar als ge de bloem grijpen kunt, is het genot voorbij. Hoe de verschrikking van het gevaar een huiverend hart verwijdt; hoe een avontuurlijk zwalpen het leven vult met sterke en woeste aandoeningen; hoe een cynisch consequent-zijn, tegen alle traditie en kleinheid in, u een scherp zwaard in de hand geeft en een wreed genot in het hart; hoe een sprong in het onzekere onvermoede krachten doet losspringen in uzelf; hoe de zonde met haar verwoesting een opstanding kan voorbereiden waardoor het kwaad als een weldaad wordt...: als een nieuwe conquistador doorheen de oneindigheid van het menschenhart wilt ge genieten van nooit gemaakte tochten. Groot en breed lijkt u zoo'n opvaart, tegenover de doffe benepenheid der simpele geloovigen, en hun onwetenden vrede. Zijt ge gelukkig? Sombere vragen bestormen u; niets staat vast. Het hiernamaals en het lijden op de wereld, God en de ziel, Gods Voorzienigheid en Zijne hel, de boosheid der menschen en hun verlangen naar zuiverheid...: heel het zwoegen der wereld zwoegt in u, als lagen de lasten van velen gestapeld op uw kreunende zwakheid... Zijt ge gelukkig? Zeker zoudt ge met niemand willen ruilen, want ge beseft soms dat ge een geheimzinnige zending vervult... Ge zijt niet gelukkig; maar dat gevoel van ongelukkig-zijn is ook een geluk. Zich langs alle kanten bedreigd weten, en zoo strijden! Totdat ge er bij vallen zult, als een man!...
...Herhaalde malen wellicht hebt ge inwendig geprotesteerd... Mogelijk oordeel ik verkeerd; zóó echter komt gij me voor, nu ik, na vele gesprekken, ook uw brief heb willen doorgronden. Neen, zóó nog niet; want het onuitsprekelijke dat uw diepste leven uitmaakt, heb ik natuurlijk nog veel minder dan gijzelf kunnen uitspreken.
Ge zijt de eenige niet, op wie de moderne ontreddering diep inwerkt. 'Dàt is het niet,' meent ge, 'mijn moeilijkheden reiken veel verder!...' Maar wat nu gebeurt gaf er wellicht aanleiding toe: geen mensch staat buiten zijn tijd; en, beïnvloed door actueele behoeften stelt hij, onder een nieuwen vorm, de eeuwige vragen... Ge zijt de eenige niet... Want de moderne crisis heeft velen getroffen. De economische | |
[pagina 401]
| |
en sociale onmacht van het staatsbestuur, de zedelijke verwildering in alle standen, de weerloosheid der massa tegenover sluw bedrog en ongestraft machtsmisbruik...: hoeveel ontevreden bitterheid en baldadige haat klaagt en woedt in kranten en tijdschriften; hoeveel meer vreet er, diep in de harten!... Hoe zwak, hoe argeloos zelfingenomen dikwijls, de pogingen tot herstel en evenwicht! De Roomsche Kerk, ja, wil massa's organiseeren tot rechtvaardiger, liefdevoller, vrediger leven: hoe weinig menschen, betrekkelijk, bereikt ze nog! En, hier in 't land (zoo hebt ge me eens gezegd), hoe weinig schijnt ze zich om ware cultureele en intellectueele noodwendigheden te bekommeren; tenzij in zoover ze, superieur zelfvoldaan, hun natuurlijke voldoening als verhinderen zou! Het komt u soms voor dat ze vermolmd is, terwijl ze zich steenrots noemt... Zedelijke en maatschappelijke deugden. Katholiek leven: alles lijkt u tot verstarde begrippen teruggebracht en geplogenheden zonder inhoud, tot hopeloos verouderde en tot onbeholpen moderne propaganda. Dorre takken die de eerste storm zal neerrukken van den boom; en welk nieuw leven zal er dan in opstijgen? Nog eens, ge zijt de eenige niet die zich, stuk voor stuk, beroofd ziet van zijn dierbaarste schatten. In uw ziel zooals in de wereldorde staat alles ineens op het spel; zonder houvast voelt ge u verglijden in het duister... Doch terwijl anderen zichzelf als verdeelen - ze blijven getrouw aan het oude en ze ondergaan het nieuwe -, omarmt ge, met heel uw liefde voor de ééne werkelijkheid, het nieuwe dat u verscheurt. 'Een ernstig artiest moet een held zijn', hebt ge me eens gezegd; als een held gaat ge op zoek naar nieuwe vormen van stevig geluk. Klagen, verbittering, opstand zelfs; geen negatief werk voldoet u nog. Een nieuwen oogst wilt ge daadwerkelijk voorbereiden, en dagelijks ondervindt ge dat hij slechts groeit uit gestorven graankorrels... Sterven dan! Als een gedurig strijden en lijden staat het leven voor u: een miskend vergaan..., is dàt misschien uw boodschap aan de menschen? Uw lichtend spoor?... Het spoor tenminste van een oprecht zoeker!
Alles komt terecht. Door veel twijfel en onzekerheid gaat ge naar de schoonste verovering; wellicht zult ge God eens danken omdat ge dit hebt doorgemaakt. Mits een zuiver inzicht en een edel hart; mits nederige edelmoedigheid... | |
[pagina 402]
| |
... Zie me niet verstoord aan: ik verdenk u van niets. Maar onder den schijn van nederigheid en liefde verblinden ons meermaals zelfzucht en trots: zelfzucht als zouden al de anderen, die met ons niet instemmen, kleinzielig handelen; trots waardoor wij er groot op gaan het succes niet te zoeken noch het geld. Zelfzucht en trots: we zijn er ons bewust van dat ons scherper doorgronden en inniger bezielen veel dieper gaat dan grove propaganda en grootsprakerige actie, en zulk bewustzijn wordt een schamper misprijzen voor de machtigste massa-beweging... Voor een deel der werkelijkheid sluiten we de oogen; in den nauwen kring van eigen gedachten folteren we onszelf... Zelfzucht en trots: de Narcissus-contemplatie van onze eigen begaafdheid maakt van ons leven, tot genotvolle vruchtbaarheid bestemd, een somber gekweld voortbrengen van bittere vruchten... Ik verwijt u niets! Maar om zulk gevaar te keeren moeten we onze natuurlijke fierheid, door aanhoudende zuivering, versterken. Wij moeten ook leeren bidden en rustig zijn: rustige gebeden die '...komen als stralen gegleden
door onze nacht';
en die zijn '............... gedachten
gedrenkt met innigheid,
gevormd in zuivere zachte
ootmoedigheid'...Ga naar voetnoot(1)
Gulle tegemoetkoming past ons voor kleine schamelheid, en de volkomen onderwerping aan Gods wil. We mogen haast niet weten dat we ons eigen voordeel niet zoeken... Goede, nederige menschen, van alles onthecht en tot alles bereid, alsof het niet anders kón! Met den tijd zal het dan, waarlijk, niet anders meer kunnen; en het Katholiek geloofsleven voedt deze aanhoudende krachtinspanning met steeds pramende liefde, zelf voller bij ieder geleverden arbeid. Mits een heldhaftig leven zullen uw werken vanzelf, de 'zaligheid' doen inademen van die 'hongeren en dorsten naar de rechtvaardigheid'. Heilige kunstenaars heeft onze tijd noodig; even eenvoudige kinderen van God en Zijn Kerk als vermetele ontdekkers wien geen avontuur blijft gespaard, even actief als rustig, even intens voortgejaagd als volkomen bevredigd, even mild als rein, even inge- | |
[pagina 403]
| |
togen als vol van breede belangstelling, even vroom als fier, even deemoedig als persoonlijk.
Ik paai me met woorden!... Toch niet; maar de vereeniging van tegenstrijdige hoedanigheden is de kostbare buit van jarenlang geweld... Eens wordt zij, hoop ik, uw bezit; en, nu ik met uw levensgang wat bekend ben...: niets liep verkeerd, niets is verloren..., mits nederige edelmoedigheid vervult ge eens een heerlijke zending.
♦ ♦ |
|