Streven. Jaargang 1
(1933)– [tijdschrift] Streven [1933-1947]– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 1]
| |
[Nummer 4]Staat en Sterilisatie
| |
[pagina 2]
| |
is geen beletsel tot den echt of tot echtelijke betrekkingen. Ja zelfs na zondige sterilisatie, n.l. met neo-malthusiaansche strekking, is het huwelijk of het gebruik er van niet voor altoos aan de vrouw verboden: zij moet dan echter de verkeerde en onzedelijke wilsgesteltenis intrekken en daar berouw over hebben en, kan het zijn, de teelkracht herstellen. Wellicht denkt de lezer: In de voorgestelde sterilisatie, is het doeleinde niet zoozeer de betrekkingen onvruchtbaar te maken, dan wel b.v. een ongewenscht kroost te voorkomen, dat het 'ras' minderwaardig maken zou of aan den Staat last en gelduitgaven opleggen; of, waar het over bijzondere belangen gaat, aan de moeder levensgevaar te sparen in een volgende zwangerschap, of aan een gezin overgroote ekonomische moeiljkheden om het talrijk kroost... Wij antwoorden dat zulk uiteindelijk doeleinde, wellicht binnen zekere bepalingen te wettigen, niet mag nagestreefd en bereikt worden door een middel dat op zich zelf kwaad is en kwaad blijft (zie boven), want 'Het doel wettigt de middelen niet': men wil dit uiteindelijk doel bereiken, door de zwangerschap te voorkomen, door de betrekkingen 'zonder gevolgen' te doen zijn, en dat laatste, dat positief ingrijpen, wij hebben het boven bewezen, is moreel slecht. Er is een hemelsbreed verschil tusschen een reeds bestaand levensgevaar, dat men slechts kan verwijderen door een behandeling die ook de vrouw onvruchtbaar maakt, - en een levensgevaar dat slechts door zwangerschap ontstaan zal en dat men dus door onvruchtbaarmaking wil voorkomen zonder van de geslachtsdaad af te zien. Er bestaat immers een andere weg om tot het wellicht goede uiteindelijke doel te komen, en die weg is dan de eenige geoorloofde: onthouding.
* * *
Als nu de enkeling het recht niet heeft tot steriliseerende verminking of tot onvruchtbaarmaking der geslachtsdaad, dan heeft a fortiori de Staat de bevoegdheid niet om dit immoreele op te leggen, om in te grijpen in een allerpersoonlijkste en allerintiemste aangelegenheidGa naar voetnoot(1). Zoomin als de mensch, heeft de Staatsinrichting of beter de gemeenschap vrij beschikkings- of eigendomsrecht op het lichaam en het leven harer onderhoorigen. De menschelijke persoonlijkheid dient geëerbiedigd; ze mag niet brutaalweg opgeofferd worden aan den Staat: dat ware een heidensche opvatting, een soort vergoddelijking. - Zie Concilie van Mechelen, 1920, n. 106. - Christelijk gesproken, is de Staat veeleer voor de enkelingen, dan de enkelingen voor den Staat: wat geenszins belet dat de burgers vele en harde plichten tegenover de gemeenschap hebben. Dat het algemeen welzijn, waar de Staat moet voor zorgen, dringend eischen zou, dat er geen minderwaardigen of abnormalen in de maatschappij komen en dat zij geen kinderen voortbrengen, is vooralsnog hersenschimmig. En moest dat ooit bewezen zijn, dan zou de Staat nog niet de bevoegdheid hebben om het lichaam zijner onschuldige onderdanen te verminken, maar hoogstens om de ongewenschten af te zonderen, zooals hij met melaatschen of gevaarlijke gekken doet. En daarmee zijn de wetten geschandvlekt, die in zekere Staten van Noord-Amerika vasectomia voorschrijven op onschuldige abnormalen; die zijn trouwens grootendeels in onbruik geraakt, omdat de uitslag al te twijfelachtig is; in denzelfden zin besluit een officieele studiecommissie, daartoe onlangs | |
[pagina 3]
| |
in Engeland ingesteld (Zie De Standaard 8 Febr. 1934). Even afkeurenswaardig is de Duitsche sterilisatiewet. Op zulke punten waar de zedelijke principes bij betrokken zijn, kan en mag en zal Rome nooit toegeven. Z.H. Paus Pius XI had zich trouwens duidelijk genoeg uitgesproken in zijn Encycliek Casti Connubii (31 Dec. 1930). Hij verwerpt als verderfelijk de strekking van sommigen die 'al te bezorgd voor eugenetische doeleinden, zich niet bepalen tot heilzame raadgevingen, die de gezondheid en kracht van het te verwachten kind moeten bevorderen, - wat volstrekt niet in strijd is met de gezonde rede - maar die ook het eugenetische doel stellen boven elk ander, al is dit laatste van een hoogere orde. Ze zouden willen dat de openbare macht het huwelijk verhindere van allen uit wie, volgens de wetten en gissingen van hun wetenschap, een minderwaardig en gebrekkig kroost door erfelijkheid zal voortkomen; en dit ook indien deze menschen eigenlijk bekwaam zijn om een huwelijk aan te gaan. Ja, zij willen hen, zelfs tegen hun wil, bij de wet door medische tusschenkomst laten berooven van dat natuurlijk vermogen. En dat nog niet als een lijfstraf voor begane misdaden, of om verdere vergrijpen van de schuldigen te voorkomen... maarGa naar voetnoot(2) zij kennen, tegen alle recht en wet, aan de burgerlijke gezagvoerders een bevoegdheid toe, die dezen nooit bezaten, noch ooit rechtmatig bezitten kunnen. Wie zoo handelen, vergeten ten onrechte, dat het huisgezin heiliger is dan de Staat, en dat de menschen op de eerste plaats niet voor de aarde en voor den tijd, maar voor hemel en eeuwigheid geboren worden. Het is volstrekt niet geoorloofd menschen, die overigens bekwaam zijn te huwen maar van wie men, niettegenstaande alle mogelijke zorgen, slechts gebrekkige kinderen verwachten kan, juist om die reden grootelijks schuldig te verklaren indien ze een echtverbintenis aangaan. Wel is waar dat men hun dikwijls het huwelijk ontraden moet. Het burgerlijk gezag heeft over het lichaam zijner onderhoorigen geen rechtstreeksche macht. Het kan dus nooit, noch om eugenetische redenen, noch om redenen van welken aard ook, het lichaam zoo maar verminken of aantasten, waar geen schuld en geen enkele reden voor lijfstraf aanwezig is...' Drie maanden na de Encycliek (21 Maart 1931) veroordeelde het Heilig Officie, de hoogste Romeinsche Congregatie, de eugenetische leer, voor zoover ze geen rekening houdt met de grondstellingen over het huwelijk en met het persoonlijk recht der enkelingenGa naar voetnoot(3). Rome heeft zich niet uitgesproken over sterilisatie als lijfstraf door den Staat op schuldigen toegepast. Maar de meeste katholieke theologen nemen die ook niet aan. Hoe kan het een passende straf zijn wat betrekkelijk weinig pijn doet en weinig afschrikt, of misschien zelfs door den betrokkene gewenscht wordt? En is een menschelijke macht wel bevoegd om een vermogen van zulk intiemen aard zelfs ten titel van straf aan te tasten?
* * *
Streven naar volksgezondheid door onberispelijke middelen is goed: wij hoorden den Paus zelf dat verklaren. Maar hij vermaant ons tevens dat hygiëne en een 'sterk ras' toch niet de hoogste goederen zijn: de mensch is niet voor deze aarde geschapen. Zoo blijkt het aanstonds, dat twee levensbeschouwingen, de materialistische die niet verder ziet dan deze wereld, en de christelijke en spiritualistische die weet dat het hoogste goed hiernamaals te bereiken is, noodzakelijk op zulke punten in botsing komen. Ongeloovigen zullen wij moeilijk kunnen overtuigen, dat sterilisatie onzedelijk is! Minderwaardigen en gebrekkigen, die, louter lichamelijk gesproken, misschien redelijk wenschen zouden niet te zijn liever dan hier zoo ongelukkig te leven, ook zij hebben een | |
[pagina 4]
| |
onsterfelijke ziel, tot de genade en de glorie geroepen, die juist in het lichamelijk lijden een middel vinden kan om heiliger te worden en ruimer deelachtig te zijn aan bovennatuurlijke verdienste en bovennatuurlijk geluk. In dit licht der christelijke waarheid begrijpt men ten volle het woord van S. Thomas van Aquino omtrent afstammelingen van melaatschen: 'Het is hun nog beter zóó, dan heelemaal niet te zijn'. Ja, met het oog alleen op het persoonlijk belang van dergelijke ongelukkigen, is en blijft voor hen het leven een weldaad en een zegen, daar het toegang verleent, als zij er maar geen misbruik van maken, tot de eeuwige zaligheid. De toekomstige ouders zijn echter gehouden zich zoo goed mogelijk te gedragen, opdat ze gezonde kinderen zouden voortbrengen. Ook zal het welzijn der familiën en van de geheele maatschappij soms dringend aanraden van het gebruik van het huwelijk af te zien, zoowel als aan zekere erfelijk belasten het huwelijk zelf dringend te ontraden is: dat erkent de Paus zelf in zijn Encycliek. Een goed middel om geluk en gezondheid in de gezinnen en in de gemeenschap te bevorderen, is het prenuptiaal geneeskundig onderzoek, dat, zonder inmenging van den StaatGa naar voetnoot(4), hoe langer hoe meer een zalige gewoonte in de gezinnen dient te wordenGa naar voetnoot(5): men zou het geenszins als smadelijk mogen opnemen, dat de partijen niet ingaan op een huwelijksaanzoek alvorens aan malkaar een medisch getuigschrift te hebben voorgelegd; ze zouden nog altijd haar vrijheid houden om in het huwelijk, ja dan neen, toe te stemmen. Maar doorgaans zou de moeilijkheid op voorhand opgelost zijn, daar wie geen gunstig medisch getuigschrift voorleggen kan, ook geen huwelijksaanzoek doen zou. In het netelig vraagstuk van eugenisme en gezondheid in het huwelijk, en in 't bijzonder in zake sterilisatie, zal eens te meer de tijd aanwijzen, dat de Kerk groot gelijk heeft de moreele grondstellingen onverwrikt te handhaven, en dat ze meteen werkt tot het waarachtig en volkomen welzijn der volkeren. |
|