na alle andere statistische reeksen ondergaan er den invloed van.
Elke maand heeft een typische seizoenschommeling, die ieder jaar, 't zij in crisis of in goeden tijd, op het gegeven moment haar invloed uitoefent op de ruwe statistieken.
De grondtendenz is het gemiddelde, de 'normale' volgens dewelke het geobserveerde veeschijnsel zich zou ontwikkelen indien geenerlei stoornis zich voordeed.
De keuze van den vorm (rekenkundige of meetkundige reeks), dien men aan de grondtendenz zal geven is zeer kiesch, omdat ze afhangt van den willekeur van den onderzoeker bij den opbouw van zijn methode van conjunctuurstudie.
Om het systeem van Persons correct toe te passen zou men de grondtendenz telkens onder vorm van een hyperbolische curve (meetkundige reeks) moeten voorstellen. Doch in de groote meerderheid der gevallen zal men geen merkelijke fout begaan wanneer men een rechte lijn (rekenkundige reeks) kiest. Persons zelf raadt de rechte lijn aan. Een hyperbolische curve zal slechts dan gebruikt worden als tusschen beide een storenden afstand ligt.
De buitengewone invloeden zijn onregelmatigheden, die zich voordoen tengevolge van onvoorziene gebeurtenissen. Een oorlog, aardbeving, algemeene werkstaking, overstrooming, mislukking van den oogst zullen hun invloed door plotse, nijdige sprongen doen merken op de grafische maandstatistieken.
De cyclische elementen worden veroorzaakt door tot nogtoe onbekende invloeden. Het is het doel der conjunctuurstudie deze oorzaken op te sporen!
Vandaar dat men tracht de statistische reeks te ontbinden in haar elementen. Door afzonderlijke studie van seizoenvariatie, grondtendenz, buitengewone invloeden en cyclische elementen wil men ervaringsmateriaal verzamelen.
Dus stelt zich het probleem van de Statistische analyse. Opgave is: uit een ruw maandcijfer (U) de grondtendenz (T), de seizoenvariatie (S) en de buitengewone invloeden (B) berekenen en afzonderen, ten einde het complex der cyclische elementen (C) over te houden.
Hetgeen kan geschreven worden
U = f (T.S.B.C.)
waarin alleen U gekend is. De equatie bevat dus zooveel onbekenden meer als er komponenten uit het maandcijfer moeten afgezonderd worden. Men moet dus ofwel de ontbrekende equaties vinden, ofwel zekere hulphypothesen omtrent den innerlijken opbouw der maandcijfers opstellen.
Tot dit laatste middel heeft Persons zijn toevlucht genomen. Toch is de oplossing van het gestelde probleem hem niet volledig gelukt. In zijn systeem blijven de buitengewone invloeden onafscheidelijk met de cyclische elementen verbonden.
Wanneer men nu even overdenkt, dat die buitengewone invloeden meerdere maandcijfers onbruikbaar maken voor de berekening der seizoenschommelingen, de grondtendenz tot zich aantrekken en de cyclische curve misvormen, dan begrijpt men onmiddellijk, dat we hier den vinger leggen op een zwak punt van de Persons-methode.
Prof. Dr O. Anderson (Varna) in zijn studie 'Kritische Betrachtung der Harvard-Methoden' toont de wenschelijkheid aan van als allereerste bewerking die buitengewone invloeden uit te schakelen. Dit zou kunnen gebeuren door een toepassing van de Heppardsche methode (cf. Biometrika. Vol. XIX. Bl. 83-86. London.)