Streven. Jaargang 31
(1977-1978)– [tijdschrift] Streven [1947-1978]– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 97]
| |
Cornelis Verhoeven, Relaties met overledenen 99Het gaat in dit artikel niet om een voorbereiding op een christelijke, theologische benadering vanuit bijbelse gegevens als belofte van een opstanding, maar om typen van pogingen het contact met een dode of de onmogelijkheid daarvan gestalte te geven. | |
J. Verbeke, De sterfelijke mens en mijn eigen dood 105In vele recente studies over stervensbegeleiding staat de zogenaamde waarheidsvraag centraal: nogal paradoxaal eigenlijk dat men de stervende niet zou mogen meedelen wat hij al lang als onontkoombaar weet. De fenomenologische analyse onthult waar en waarom er een kloof bestaat tussen de existentiële wetenschap van ‘mijn dood’ en het universele weet hebben van ‘de dood van de mens’. | |
Philip Friedman, Economische geschiedenis: een vergelijking van methoden 113De nieuwe economische geschiedenis verzamelt niet alleen zoveel mogelijk gegevens, er heeft ook een uitdrukkelijke toetsing van veronderstellingen plaats. Wanneer men bv. de rol die de Amerikaanse spoorwegen hebben gespeeld in de ontwikkeling van de economie, eens niet zo vanzelfsprekend aanvaardt en de alternatieven theoretisch invult, komt men tot nauwkeuriger economische verklaringen. | |
[pagina 98]
| |
J. Servaes, De poster: meer dan een wandverschijnsel 119Niet uitsluitend om redenen van technische en economische aard heeft de gemakkelijk reproduceerbare en relatief goedkope poster in korte tijd een enorme markt veroverd. Als ‘binnenhuisaffiche’ (de Rendinger) komt de poster ook tegemoet aan een aantal typische behoeften en gedragingen (o.a. de wegwerpmode) van onze cultuur en maatschappij. | |
Paul Claes, Intertextualiteit 126Vóór het romantisme de onherleidbare originaliteit van het literaire ‘genie’ ophemelde, gold het kundig imiteren en zelfs plagiëren van klassieke auteurs als een prijzenswaardige oefening en prestatie. De recente, vooral Franse structuralistische interpretatie onthulde hoe elke tekst, op een veel dieper en vaak onbewust niveau, ‘verweven’ is met een menigte andere teksten, die zowel naar de vorm als naar de betekenis een aantal nawijsbare transformaties ondergaan. | |
J. Lechner, Spaanse literatuur na de Burgeroorlog 135Enige gedichten in vertaling kunnen ons een indruk geven van het belang van een Jorge Gullién of een Juán Ramón Jiménez. Met een bespreking van de periode van de Spaanse literatuur na de Burgeroorlog sluit de auteur zijn overzicht af. De vorige bijdragen verschenen in het augustus- en het oktobernummer van dit tijdschrift. | |
H. Hermans, Moskou tegen Santiago Carillo 142Het Eurocommunisme ligt verschillende communistische partijen, zowel voor als achter het IJzeren Gordijn, zwaar op de maag. Duidelijk komt dit tot uiting in de felle kritiek van Moskou op het boek van Santiago Carillo ‘Eurocommunismo y Estado’. | |
F. Bertiau, Mercurius en Jupiter na twintig jaar ruimtevaart 147Ver verwijderde planeten als Mercurius en Jupiter hebben een aantal van hun geheimen pas prijsgegeven nadat zij in veel gunstiger observatievoorwaarden door ruimtesondes werden verkend. Mercurius blijkt een soort verschrompelde ‘aarde’ te zijn, terwijl Jupiter net niet massief genoeg was om een ster, een tweede zon in ons zonnestelsel te worden. |
|