Streven. Jaargang 23
(1969-1970)– [tijdschrift] Streven [1947-1978]– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 337]
| |
De celibaatswet, haar strekking en haar einde, p. 342Zonder de meeste motieven van Bunnik te delen, met name dus vasthoudend aan de formele bevoegdheid van de kerk om de celibaatswet te stellen; aan de definitief onhuwbaar-makende kracht van het vrijwillig aanvaarden der celibaatsplicht; aan de meerwaarde van de evangelische onhuwbaarheid boven het christelijk huwelijk en aan de affiniteit van deze onhuwbaarheid met het priesterschap, staat schrijfster in beginsel niet afkerig tegenover wetswijziging. De heer Bunnik geeft een nawoord, waarop schr. repliceert. | |
Onbereikbaar anarchisme, p. 357A.L. Constandse is onlangs 70 jaar geworden. In nummer 6/7 1969 van ‘De Gids’, een bloemlezing van zijn werk, schrijft hij over zichzelf: ‘Ik heb nooit anders willen zijn dan een ambachtsman wiens werktuig het woord was. Geen letterkundige en geen politicus, maar een onafhankelijke (vaak individualistische) commentator, voor wie omgeving en buitenwereld stof leverden tot overpeinzing, en vooral: reageren. Soms opstandig, vaak in vrijheid analyserend, en gewoonlijk afkerig van dienstbaarheid’. Dertig jaar geleden schreef hij al over dingen die nu pas echt actueel zijn. Frans Boenders had een gesprek met hem. | |
De Franse militaire doctrine in Westeuropese context, p. 366Wat is de Franse ‘force de frappe’ in het Europese defensiesysteem waard? Het is een vraag die alle Westeuropeanen aangaat, kwestie van keihard eigenbelang. Het verdwijnen van De Gaulle is nog geen garantie voor een verandering van de Franse militaire doctrine. En ook het programma van de nieuwe stafchef Fourquet is dat niet, meent de auteur. Hij neemt het kritisch onder de loep. | |
[pagina 338]
| |
Godsdienst in een ontworteld continent, p. 376Europa denkt over wat in Zuid-Amerika leeft. Men doet daar ‘zo maar aan’. Daardoor is de religiositeit er niet in geslaagd een ideologisch tegenwicht op te bouwen tegen de risico's van onze beschaving. En wel omdat het over een continent gaat zonder een eigen verleden. | |
Gesprek met Jean Dewasne, p. 384‘Het kunstwerk is in de eerste plaats een middel om mensen samen te brengen, niet meer, zoals vroeger misschien, iets waarin de schilder zijn complexen, abcessen of heimelijke ziekten uitstort. Een schilderij is een constructie opgebouwd uit alles wat de kunstenaar aan blijvends, gezonds, opwindends in zich heeft’. Dit staat te lezen in een manifest van de Parijse schilder Jean Dewasne uit 1949. Het tekent heel goed zijn eigen werk. | |
Verhoging van het intelligentiepeil, p. 392Er zijn geleerden die zich zorgen maken over de steeds toenemende behoefte aan hoogbegaafde mensen. De verhouding der geboorten werkt niet mee om aan die nood tegemoet te komen. De auteur laat verschillende facetten van dit probleem zien, waarbij opvalt dat de kwestie geheel op zich beschouwd wordt en niet in grotere samenhang. | |
De ene menswetenschap II, p. 402In deze tweede bijdrage worden de belangrijkste krachten en centra besproken die de ontwikkeling van de moderne maatschappij stuwen: bevolkingsgroei, economische groei, intelligentsia en evolutie. |
|