professor - het waterhoofd van het kind Abraham Kuyper onderzoekend - tot de ouders zei: ‘Es sind nur Gehirne’, zo was ook thans de communis opinio gunstig: groeikracht, experiment, pluriformiteit, mondigheid, fasering, functie-differentiatie.
Doch iets had te denken moeten geven. De boer immers, hij ploegde voort. De auto's raasden over de Amsterdamse Nieuwmarkt. De olieraffinaderijen gingen met Rotterdamse steun dwars door Voorne-Putten en met Antwerpse steun dwars door Lillo en Zandvliet. En bovenal, de overheid ging door. Het enthousiasme dat de schikgodin bij de nieuwe generatie had gezaaid, werd door de overheid beloond. Lusten werden verstrekt tegen opcenten. Lasten werden vergoed met subsidies en regeringsopdrachten. Opdrachten werden omgeven met prestige. Prestige werd belast met zwijgzaamheid. Voor iedere ingezakte autoriteit of opposant stonden tien nieuwe klaar, want er woonden in deze lage landen veel mensen. De Staat werd onwrikbaarder dan ooit. De knapsten werkten niet meer in de maatschappij, maar waren uit hervormingszucht in dienst getreden van de torenhoge Staat, die de naam kreeg Allen voor Allen. Doch ook de saaisten en de mensen met het onverslijtbare zitvlees. Zo werd de toren hoger en hoger.
En het licht werd schaars. De toren was er voor de mensen, maar de mensen zagen op den duur zelfs de bliksem niet meer. Als het donderde in de lucht leek dat op een pneumatische boor, die zijn werk deed in een immens centraal verwarmingssysteem. Alle goede deugden waren nu gemeengoed geworden. De organisatie liep perfect. Rechtvaardigheid werd een vanzelfsprekendheid. Humaniteit was er voor ieder in overvloed. Wie wil er nu nog beweren, zo sprak de torenwachter, dat er nog iemand zo maar ligt te liggen. Hij had gelijk.
Toch was er één narigheid. De zich wagende mensen die collectief de vergissing beminden om er van te leren, vergisten zich in het feit dat zij maar één leven hadden. Daarom werden sommigen angstig, dat de tijd wel eens zou kunnen ontbreken om van de laatste misgreep te herstellen. Toen ieder elkaar tegenkwam in de welvaart, het welzijn en de humaniteit van de coöperatie Allen voor Allen, toen gaf het licht de geest. Van de ravage die toen hoorbaar was, bestaat helaas geen ooggetuige-verslag.
dr. Theo P.M. de Jong