| |
| |
| |
[1968, nummer 3]
Inhoud
Onze zorg voor de zieke medemens in een technische wereld, p. 229
De auteur gaat na, dat de sterk tot ontwikkeling gekomen geneeskunde niet slechts tot taak heeft de ziekte te behandelen en zo mogelijk te genezen, maar de zieke mens bij te staan. Hij signaleert het gevaar dat de mens in zijn ziekte geobjectiveerd wordt en niet als subject wordt gerespecteerd, buiten de schuld van de betrokkenen. Hij doet concrete voorstellen om de zorg voor de zieke mens te verbeteren.
| |
Gezagscrisis in de kerk, p. 241
Humanae Vitae en de reacties die erop gevolgd zijn, hebben eens te meer de allang aanwezige gezagscrisis in de kerk blootgelegd. De oorzaken van die crisis liggen echter dieper. Gezag dat niet meer functioneert, is geen gezag meer. Hoe kan het gezag in de kerk weer gaan functioneren? Het artikel wil geen theologie van het kerkelijk gezag ontwikkelen: dat kan later gebeuren; het geeft slechts enkele sociologische beschouwingen.
| |
Is een joods-christelijk gesprek mogelijk?, p. 250
In dit eerste van een paar artikelen over de verhouding van joden en christenen bespreekt schrijfster enkele van de voornaamste joodse denkers en laat aan de hand van hun ideeën zien, dat een joods-christelijk gesprek van de ene kant niet zo eenvoudig is, anderzijds in de ontwikkeling der gedachten reeds lang gaande.
| |
Gesprek met Graham Sutherland, p. 256
De Engelse schilder Graham Sutherland heeft over zichzelf eens geschreven: ‘Indien ik voel dat ik de dingen die ik zie, in vreemde beelden moet weergeven, dan is het omdat dat mij een plotselinge verrassing geeft, een nieuwe waardering van de dingen, alsof ik ze nooit eerder had gezien. Het gaat er maar om, het ongekende innerlijk der dingen tot uiting te brengen, maar daarnaast mogen zij de grondvorm van hun soort niet verliezen. Er bestaat een dualisme: de dingen kunnen tegelijk zichzelf zijn én iets anders. Ze zijn een beeldspraak in vormen’.
| |
Tibet onder chinees bewind, p. 262
De auteur van dit artikel is een jonge Tibetaan die al enkele jaren in België verblijft. Wat nu al achttien jaar geleden in zijn land gebeurd is, heeft toentertijd wel even de aandacht van de wereldopinie beziggehouden, maar van de ontwikkelingen die daarna gekomen zijn, weten wij heel weinig. Een volk met een eeuwenoude, waardevolle cultuur vecht hier een hopeloze strijd voor zijn identiteit.
| |
| |
| |
De situatie van de kerk in Cuba, p. 272
Toen eind vorig jaar Fidel Castro op de nuntiatuur in Havana een receptie bijwoonde ter ere van de die dag tot bisschop gewijde zaakgelastigde van de H. Stoel, Mgr. Zacchi, was dat een gebaar zonder weerga voor een communistisch regeringsleider. Men ging zich afvragen wat deze hoffelijkheid betekende voor de verhouding tussen kerk en staat in Cuba. Worden die verhoudingen weer normaal? En hoe?
| |
Humanisme, p. 278
Naar aanleiding van een pasverschenen boek schetst de auteur enige kenmerken van het klassieke humanisme. Tegenover deze gesteld zou men voor het moderne humanisme een andere benaming wensen.
| |
Nederland op Expo '70, p. 284
Dit voorjaar werd mr. J.M.L.Th. Cals benoemd tot commissaris-generaal van de stichting voor de Nederlandse inzending naar de wereldtentoonstelling van 1970 in de Japanse stad Osaka. Mr. Cals heeft oriënterende bezoeken gebracht aan Canada en Japan en staat nu voor de zware taak in uiterst korte tijd een verantwoord paviljoen uit de grond te stampen.
| |
De architechnocraat, p. 289
Een nieuwe figuur doet haar intrede in de wereld van architectuur en urbanisme: de architechnocraat. Hij dient zich aan als een geslaagde synthese tussen de architect uit het verleden en de moderne technocraat. Waaraan is hij te herkennen? Welke mythen roept hij in het leven? En hoe genezen wij daarvan?
| |
Don Carlos (1545-1568), p. 294
Ons oordeel over het Spaans-Habsburgse huis is vaak bepaald door de rol die het speelde in onze vaderlandse geschiedenis. Dit artikel legt de nadruk op de lotgevallen van don Carlos als exponent van een eeuwenlange inteelt. In hem treedt de innerlijke zwakte der Habsburgers op navrante wijze naar buiten.
| |
Gemeenschapsrecht op informatie, p. 300
Naar aanleiding van een TV-reportage door Maurice De Wilde over de elektriciteit in België heeft de Gentse senator Van den Daele de BRT een proces aangedaan. Het interview dat hij toegestaan had, weigerde hij in de reportage te laten uitzenden. Hij was van oordeel dat zijn tekst, die hij als persoonlijk eigendom beschouwde, zodanig ingekort en verminkt was, dat zijn opvattingen in een vals daglicht kwamen te staan. Begin oktober vonniste de rechtbank in het voordeel van dhr. Van den Daele. De BRT tekende beroep aan. Ter documentatie een tekst opgesteld door de Bond van Radio- en TV-journalisten.
|
|