| |
| |
[pagina *1057]
[p. *1057] | |
[1968, nummer 11/12]
[Bespreking inhoud]
Universiteit en bedrijfsleven, p. 1059
De auteur, die in zijn beide hoedanigheden als President-curator van de Katholieke Hogeschool te Tilburg èn als Algemeen Voorzitter van het Nederlands Katholiek Werkgevers Verbond hiertoe wel bij uitstek geschikt lijkt, bespreekt aan de hand van feiten en statistieken de klachten die de laatste tijd gehoord worden over een te grote afhankelijkheid van de Universiteiten ten opzichte van het bedrijfsleven.
| |
Vernieuwing van de Kerk in Vlaanderen, p. 1066
De Kerk in Vlaanderen staat op lava. Ze verkeert in een latent prerevolutionaire toestand. In een onderhuids proces resulteren ontbinding, verstarring, oprecht agnosticisme en eerlijk scheppend geloof in anomie en chaos. De eerste vraag is niet: hoe kunnen wij die Kerk uit de impasse helpen? Maar: hoe wordt die Kerk weer een ‘samenscholing’ van mensen waar mensen een boodschap aan hebben?
| |
Het vergelijk van de rassen I, p. 1076
Dr. Theo P.M. de Jong stelt dat wij niet slechts moeten letten op de politieke en economische suprematie van de westerse mens, doch bovenal op de huidskleur, die als gevolg van de allen verbindende communicatie zowel door blank als zwart, door geel als getaand wordt ervaren als somatische norm. Dat alles zou betekenen dat het verbeteren van burgerlijke verhoudingen slechts een bescheiden stap zou betekenen en dat de toekomst van de rassen afhangt van het overwinnen van somatische vooroordelen. In een tweede bijdrage zal de schrijver de kansen daarvan bespreken.
| |
Gesprek met Miguel Berrocal, p. 1083
Op de biennale van Venetië in 1954 stelde Miguel Berrocal in het Spaanse paviljoen schilderijen tentoon, op de biennale van 1964 vertegenwoordigde hij Spanje met sculpturen. Sindsdien heeft hij een eigen plaats verworven onder de hedendaagse beeldhouwers. Zijn werk ligt op het keerpunt tussen het klassieke beeld en het hanteerbare object. In een gesprek met Ludo Bekkers licht Berrocal zijn werkwijze en bedoelingen toe.
| |
De structuur van ons belastingstelsel, p. 1089
Belastingheffing is bestedingsbeperking. Er zijn drie beginselen volgens welke de bestedingen der burgers op rechtvaardige wijze beperkt kunnen worden: het profijtbeginsel, het draagkrachtbeginsel en het buitenkansbeginsel. Prof. Brüll onderzoekt de toepassing van deze beginselen kritisch en stelt enige ideeën voor om de overheid beter haar taak te doen vervullen en de kosten daarvan rechtvaardiger over de burgers te verdelen.
| |
| |
[pagina *1058]
[p. *1058] | |
Harttransplantatie: probleem van menselijkheid, p. 1095
De auteur, die de ethische vragen betreffende harttransplantaties reeds geruime tijd bestudeert, laat in dit artikel zien, hoe men er met een individualistische beschouwing van de mens nooit uitkomt. Een van de grote moeilijkheden is gelegen in de herkenbaarheid van echt menselijk leven, waarbij in ieder geval het persoonlijke en niet het louter lichamelijke van doorslaggevende betekenis kan zijn.
| |
De chaos als volte en als leegte, p. 1108
De dichter is een maker én een vinder: elk zin-geven is terzelfdertijd een zin-nemen. De ontwikkeling van de roman vertoont een dialectiek tussen poësis en mimesis. De geleidelijke reductie van de werkelijkheidswaarde loopt parallel met en wordt gecompenseerd door een stijgend aandeel van de creativiteit. De ambivalentie van de chaos wordt belicht vanuit een artistieke epistemologie, waarin kennen eigenlijk een kunnen is. De mens komt daarbij voor als een wezen dat in het scheppen de werkelijkheid én de eigen identiteit constitueert.
| |
Barocco Leccese, p. 1116
Theo Steendach schrijft ons over zijn verrassende kennismaking met de bouwkunstige blijheid en gebeeldhouwde uitbundigheid in het Apulische Lecce.
| |
Theaterseizoen zonder inspiratie, p. 1122
Massacultuur II: Interview met Umberto Eco, p. 1128
Na het gesprek met Edgar Morin in het julinummer laten we deze keer de Italiaanse filosoof-socioloog Umberto Eco aan het woord. Het verschijnsel van de hedendaagse massacultuur is boeiend en omvattend genoeg om er nog eens op terug te komen. En wie er graag over moraliseert, moet in ieder geval eerst weten waar het precies om gaat.
| |
Majakovski: dichter van de revolutie, p. 1134
Naar aanleiding van een voortreffelijke vertaling van Majakovski's gedichten in het Duits toont de auteur aan, dat deze dichter zijn oprechtheid in de revolutie niet heeft willen verloochenen, tegen het partijsysteem in. De partij heeft de revolutie verraden.
|
|