(want daarom gaat het uiteindelijk: Johnson heeft destijds naar velen zeggen Kennedy van de steun van het democratische partijapparaat in het Zuiden verzekerd, met precies dat argument: ‘steun hem nou maar, anders verliezen we de verkiezingen en dan ben jij je baantje kwijt’).
Johnson zelf schijnt al lang rond te lopen met de gedachte ermee op te houden. Niet onwaarschijnlijk; als er iemand in de Amerikaanse politiek thuis is, is hij het, en niet alleen voor Robert Kennedy, maar ook voor hem moet na McCarthy's New Hampshire-succes duidelijk zijn geweest hoe de kaarten lagen. Net op tijd om een smadelijke verkiezingsnederlaag in Wisconsin te ontlopen (maar te laat om zich geheel terug te trekken, zodat zijn naam nog op het verkiezingsbiljet stond en de behaalde 36% tegen McCarthy's 56% nog als een soort overwinning konden worden uitgelegd) deelde hij mee ‘not to seek and not to accept’ een nieuwe nominatie.
Een president waarvan zeker is dat hij over een jaar ambteloos burger zal zijn, verliest in feite vrij veel van zijn macht. Die macht is ten dele formeel en wettelijk vastgelegd; maar ten dele - en dat is een belangrijk deel - bestaat die macht ook uit zijn centrale positie in het proces van het ‘wheeling and dealing’, kortweg koehandel, in de politiek. Johnson was daarin een meester. Als geen ander wist hij een meerderheid voor welk wetsontwerp dan ook bijeen te krijgen. Vanaf nu is zijn onderhandelingspositie in dat proces aangetast: een president die over een jaar niet meer waar kan maken wat hij nu toezegt, is niet veel meer waard.
Johnsons bombardementsstop kan misschien het best begrepen worden als afhankelijk van zijn aftreden. Ik weet m.a.w. niet zeker, of hij tot een bombardementsstop had kunnen besluiten als hij volgend jaar nog had willen regeren. De Amerikaanse president is geen eenzame dictator; ook hij zit verstrikt in een netwerk van relaties, die verplichtingen jegens hem hebben en waaraan hij verplichtingen heeft. Een deel van die relaties is wettelijk vastgelegd - congres, huis van afgevaardigden -; maar een belangrijk deel is informeel, en niet direct in officiële structuren te herkennen. Bij een man als Johnson, die het congres allang buitenspel had gezet (Tonkinresolutie b.v.), lijkt het laatste deel van zijn relaties het belangrijkst voor zijn besluitvorming. Ik vraag me daarom af of zijn bombardementsstop uiteindelijk niet meer het resultaat is van (1) de mogelijkheid zich vrijer op te stellen tegenover zijn achterban, doordat hij aankondigde af te zullen treden, (2) de druk die die achterban desondanks op hem kon blijven uitoefenen (ik wéét dat Johnson pas tijdens zijn rede aan zijn vrouw een seintje gaf - opheffen van de rechterarm - dat hij inderdaad nu bekend ging maken dat hij zich terug zou trekken).
Ondertussen betekent die bombardementsstop misschien het begin van het einde. Misschien ook niet. Na Johnsons stopzettingsbevel werden meer bombardementsvluchten uitgevoerd dan normaal op één dag, en dat tot op gebieden op meer dan 320 km van de grens. Het kan een aflopende zaak zijn, al