| |
| |
| |
[1968, nummer 7]
[Bespreking inhoud]
Verandering als theologisch probleem, p. 635
Moeten wij kiezen tussen onveranderlijke vastheid en weerhaanachtige verandering? De tegenstelling tussen hen die de wacht betrekken bij tijdloze onveranderlijke waarheden en hen die karakterloos dingen naar de gunst van wat ‘de moderne mens’ wordt geacht te zijn, is onvruchtbaar. De enen raken buiten spel, de anderen vervallen tot overspel. De kerken zijn echter geroepen tot vruchtbaar tegen-spel. De verandering waarnaar zij snakken, ligt voorbij al ónze veranderingen.
| |
Van federaliseringsproces naar federatie, p. 644
Lode Claes, die al vele jaren aan Streven meewerkt als een geëngageerde toeschouwer van het Belgische politieke leven, heeft voor de verkiezingen zijn voornemen bekend gemaakt om nu ook actief aan de politiek deel te nemen. In de Volksunie. Zijn motief: het federaliseringsproces in België is niet meer tegen te houden. Hij wil meedoen aan de besluitvorming daaromtrent. Uiteraard kende hij op het ogenblik dat hij dit artikel schreef, de uitslag van de verkiezingen niet. Dat maakt het misschien ietwat pikant.
| |
Enquête onder alle priesters, diakens en subdiakens, p. 650
Bij de enquête die op verzoek van het Nederlands episcopaat is rondgestuurd, doen zich vooral twee vragen voor: 1. kunnen uit de vraagstellingen voldoende gedifferentieerde meningen naar voren komen, zodat men een beeld krijgt van de denkrichtingen onder de clerus? 2. In hoeverre is het verantwoord een beleid te voeren dat berust op de uitkomsten van deze enquête?
| |
Onze verantwoordelijkheid voor de toekomst, p. 653
Naar aanleiding van het verslagboek van een congres, uitgegeven onder de titel Scheikundig onderzoek van het leven, schrikbeeld en verwachting, vraagt de auteur zich af, wie verantwoordelijk is voor de toepassing van de mogelijkheden, geboden door biologie en biochemie. Het huidige gebrek aan deskundige informatie en verstaanbare communicatie vallen allereerst op.
| |
Het beschadigde kunstwerk, p. 661
In twee lijvige volumes heeft R.-H. Marijnissen, adjunct-directeur van het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium van België, het probleem van de conservatie en/of restauratie aan de orde gesteld. Hij schrijft geen recepten voor, maar stelt ons voor onze verantwoordelijkheid ten overstaan van het artistiek legaat dat het verleden ons heeft overgemaakt. Willen we die verantwoordelijkheid opnemen, dan moet er een wetenschappelijke kunstwetenschap uitgebouwd worden. De foto's bij de bespreking van het boek zijn ons welwillend ter beschikking gesteld door A.C.L.-Brussel.
| |
| |
| |
Hart voor hart, p. 667
Donald Longmore is een hartchirurg, Malcolm Ross-MacDonald een ‘science writer’. Samen hebben zij een boek geschreven over de chirurgie van reserve-onderdelen en zij hebben er nog twee andere op stapel staan: een over machines in de geneeskunde en een over het menselijke hart. Telkens praten zij eerst alles, punt voor punt, met elkaar door; naargelang een hoofdstuk klaar komt, maakt Ross-MacDonald een eerste ontwerptekst; daarop werken zij dan samen verder. Het ‘gesprek’ dat hier gepubliceerd wordt, is de neerslag van verschillende van zulke besprekingen.
| |
De aandacht voor de mens in de huidige Sovjetliteratuur II, p. 672
Uit een paar romans blijkt dat het huidige Sovjet-systeem de mens in zijn originaliteit nog steeds ernstig tekort doet. Van de andere kant ontdekt men de onmisbaarheid van de ‘individuele waarden’ in de mens. Het lijkt, dat de huidige Sovjetliteratuur zich tot taak heeft gesteld hierop de aandacht te vestigen.
| |
Wolkers' Horrible Tango, p. 686
In Wolkers' jongste roman wordt de maatschappelijke realiteit van de wereld van vandaag direct betrokken op het privé-bewustzijn van een reeds uit zijn vroeger werk bekend individu. Daardoor wordt zijn verbeeldingswereld hier anders gestructureerd, en in die zin vernieuwd. In Leo Geerts' analyse valt de klemtoon daarom niet op de al lang bekende elementen uit Wolkers' werk, maar op het nieuwe perspectief dat door dit boek geopend wordt.
| |
Het nieuwe gezicht van de Nederlandse Spoorwegen, p. 695
De NS gaat ertoe over een nieuwe huisstijl te aanvaarden en overal toe te passen. Schrijver gaat na, hoe men er toe gekomen is, hoe men het aangepakt heeft en welk effect men ervan verwacht.
| |
Brecht-dialoog, p. 700
Aan de hand van referaten en gesprekken in de Brecht-Dialog 1968 probeert de auteur een antwoord te geven op enkele vragen die hem door de redactie naar Berlijn werden meegegeven: Hoe staat het met Brecht in Berlijn zelf? Respectvol conserveren of kritische interpretatie en voortzetting? Hoe staat het met zijn reële invloed op het internationale stukken-schrijven en stukkenspelen?
|
|