Streven. Jaargang 20

[p. 645]

[1967, nummer 7]

[Inhoud]

Waar ontmoet ik de verrijzenis? p. 647

De vraag naar de historiciteit van de verrijzenis van Christus is op verschillende manieren te beantwoorden. Zonder zich onmiddellijk te bekommeren om het ‘hoe of wat’ van wat toen gebeurd is, zou men zich misschien eerder moeten afvragen waar men de verrijzenis ontmoeten kan. Wanneer men ontdekt dat zij op een bepaalde manier wel degelijk een reëel en historisch gebeuren is, waarmee wij in contact kunnen treden, komt onze behoefte aan kennis van historisch materiaal in ieder geval anders te liggen.

Wat is Brussel?, p. 651

Is Brussel in de Vlaams-Waalse verhoudingen inderdaad het onoplosbare probleem waarvoor het door sommige Vlamingen wordt aangezien? Zij zouden Brussel wel op willen geven, om eindelijk van dit blok aan het been verlost te zijn. Dit defaitisme houdt echter geen rekening met de realiteit: de onzekerheid waarin Brussel zich bevindt ten aanzien van zijn eigen wezen, de behoefte die Vlaanderen heeft aan Brussel en, omgekeerd, de aantrekkingskracht die er van een dynamisch, bewust en taal-verdraagzaam Vlaanderen uit kan gaan op de hoofdstad.

Radical Theology in Amerika, p. 661

De ‘God is dood’-theologie, die thans ook in Nederland is doorgedrongen, verwijst naar een provocerend geloofsdenken, dat vele betekenissen kan hebben: afwijzen van een verouderd Godsbeeld, afwijzing van een beleving van het christendom die voor het huidige levensgevoel onmogelijk geworden is, of het aannemen van een ‘atheïstische’ levenshouding, waarin de mens de volle verantwoordelijkheid neemt voor de eigen wereld. Aan de hand van enkele kenmerkende boeken worden deze stromingen kritisch beschouwd door een theoloog.

Defensie en democratie, p. 667

Biglers in 1963 verschenen en thans in Nederland uitgegeven studie over ‘De naamloze soldaat’ geeft reden de relatie tussen defensie en democratie opnieuw te overdenken. De discussies over de defensieproblematiek lijken in het algemeen voorbij te gaan aan de vraag, aan welke eisen de organisatie van een defensieapparaat moet voldoen om de pretentie een democratie te verdedigen, te kunnen waarmaken. In hoeverre vormt een krijgsmacht democraten? In

[p. 646]

hoeverre vormt zij eerder ‘autoritaire persoonlijkheden’? Wanneer een krijgsmacht belast wordt met de verdediging van de democratische idealen, is dat misschien geen onbelangrijke vraag.

Jean-Luc Godard: Masculin-Feminin, p. 677

J.-L. Godard filmt als het ware met de linkerhand. Zijn virtuositeit ligt in de improvisatie, zijn kracht in zijn onmacht. Filmen voor hem is leven, zijn commentaar op het leven is de film, en zoals het leven zelf kan deze commentaar niet logisch zijn, geen geslotenheid en geen stijleenheid bezitten, hij kan niet iets betekenen. Dat betekent hij dan juist.

Gesprek met Georges Mathieu, p. 686

De westerse kalligraaf, zoals Malraux de schilder Georges Mathieu eens heeft genoemd, wil niet alleen maar kunstwerken maken. Met zijn persoon evenzeer als met zijn werk komt hij op voor een nieuwe persoonsopvatting en een nieuwe wereldvisie. ‘Een kunstenaar moet op straffe van een algehele ontbinding van zijn wezen in dialoog met de wereld staan’ zegt Mathieu. Het gesprek dat Ludo Bekkers met hem had, kan men als een stuk uit die dialoog beschouwen.

Het raadsel van de quasars, p. 693

Met de ontdekking van de geheimzinnige radiobronnen in het heelal die men quasars is gaan noemen, is de naam verbonden van de Nederlandse astronoom Maarten Schmidt. Gaat het hier om galaxieën in een werkelijke staat van explosie, die zich met een bijna niet voor te stellen snelheid van ons verwijderen? En is hieruit iets te leren over de toestand waarin het heelal verkeerde verschillende miljarden jaren geleden?