was, terugvinden in zijn eigen woorden, gesproken op een bijeenkomst van Nederlandse priesterstudenten: ‘Het is wat anders om niet de wijwaterskwast te zwaaien als een gewoon glas water nodig is, om niet de onfeilbare antwoordman te spelen en de apologeet die met spitse argumenten de stellingen van de ander in puin schiet. Het wordt eis priesterlijke mens en menselijke priester te zijn, die kleine gelovige met de ander durft te zijn, daarom solidaire in twijfels, onzekere in problemen, bescheiden raadgever, die, zelf ook - en niet verwijzend naar wetboekjes - een stuk verantwoordelijkheid durft te nemen voor de beslissing, die concrete mensen in concrete moeilijkheden in geweten verantwoord achten....’.
Het dicht bij de mensen zijn is voor bisschop Bekkers geen vrome, machteloze wens gebleven. Hij heeft daarvoor op een tot dan toe ongebruikelijke wijze gebruik gemaakt van allerlei organisatie- en communicatievormen en technieken. In die zin was hij ook een voortreffelijk, modern, gedecideerd bestuurder. Zijn bereikbaarheid en beschikbaarheid voor de informatie-organen van pers, radio en televisie was onbeperkt. Hij schonk daarbij aan ieder een soort collegiaal vertrouwen. Daardoor ook kon hij op een zelfde vertrouwen en medewerking rekenen. Zo is hij voor de Nederlanders op de eerste plaats de bisschop van de televisie geworden. Door zijn vaste televisietoespraakjes in de rubriek ‘Brandpunt’ van de KRO heeft hij een onuitwisbare invloed gehad op het geestelijk klimaat van katholieken en niet-katholieken. Daarnaast was hij altijd bereid in interviews de zaken nog eens te verduidelijken. Die toespraken waren zelden vrijblijvend. Bijna altijd betroffen zij actuele, levende kwesties. De drie toespraken over de rol van het persoonlijk geweten, die naar algemeen gevoelen de discussies over de huwelijksproblematiek uit het slop hebben gehaald, vormen de kern van zijn geestelijk testament. Hoezeer zijn gedachten cirkelden rond geweten en verantwoordelijkheid zien we ook in vele andere speeches die zijn bijeengebracht in het boek met ‘zijn’ titel, ‘Gods Volk onderweg’.
Zijn verlangen naar het afbreken van scheidsmuren bleek ondermeer uit het openhartige gesprek dat hij voerde met Mevr. Zeldenrust-Noordanus, voorzitster van de Nederlandse Vereniging voor Sexuele Hervorming. De tekst van dat gesprek is grotendeels publiek gemaakt in ‘De Nieuwe Linie’. Een oude onverzoenlijkheid bleek minstens bij deze twee mensen te wijken voor opvallende toenadering en begrip.
In de roerige dagen rond de overgang van prinses Irene tot het katholicisme en haar omstreden huwelijk wist hij onmiddellijk woorden te vinden die aanvaardbaar waren zowel voor katholieken als protestanten. Hij kon dat omdat hij in voortdurend contact stond met christenen van andere kerken en wist wat er onder hen leefde. Dat niet alleen op ambtelijk niveau, maar ook voor veel gewone reformatorische gelovigen was hij een beetje ‘onze bisschop’.
In de zaak van ‘De Nieuwe Linie’, toen de jezuïeten door hun overheid aan het weekblad onttrokken werden, nam hij zonder omzien een beslissing waardoor de betrokkenen onder zijn gezag konden verder werken. Hij deed dat ook op grond van zijn ervaring en inzicht in de verlammende tendensen van bepaalde kerk-politieke structuren en de positie van de regulieren daarin.