heeft echter laten weten niets meer voor voortzetting van de coalitie in Berlijn te voelen. Brandt kan nu nog samengaan met de liberale FDP. De communistische partij behaalde 1,3% van net aantal stemmen, hetgeen nog minder is dan bij de verkiezingen in 1958, en krijgt geen vertegenwoordigers, daar als minimum 5% geldt. De West-Berlijnse kiezer heeft nog eens duidelijk uitgesproken alle vertrouwen op het Westen te hebben gesteld en niets te moeten hebben van de politiek van Ulbricht.
Er is overigens weer enige beweging te constateren in de Berlijnse kwestie. De pas als opvolger van de overleden Labour-leider, Gaitskell, gekozen Harold Wilson pleitte tot ongenoegen van vele West-Duitsers voor erkenning van Oost-Duitsland en de Verenigde Staten hebben Moskou laten weten bereid te zijn het door Cuba onderbroken gesprek over West-Berlijn weer op te vatten; dit laatste schijnt op aandringen van Chroestsjef gebeurd te zijn.
Opnieuw was er in de afgelopen maand beroering in het Midden Oosten. Premier Kassem, die in 1958 na een bloedige opstand de macht in Irak in handen kreeg, werd nu door zijn toenmalige medestander, Aref, op zij gezet en vermoord. In tegenstelling met 1958, toen onmiddellijk Amerikaanse troepen naar Libanon en Britse troepen naar Jordanië werden gezonden om te voorkomen, dat er ernstige internationale verwikkelingen uit de revolutie zouden voortvloeien, bleven de grote politieke centra nu betrekkelijk rustig. De enige, die met grote interesse de gebeurtenissen in Bagdad volgde, was president Nasser van Egypte; hij was teleurgesteld in Kassems houding t.o.v. zijn land en van Aref was bekend, dat hij voorstander was van een nauwe samenwerking met Nasser; dit had vroeger reeds geleid tot een conflict tussen beide Irakezen, waarbij Aref aan het kortste eind trok, zelfs ter dood veroordeeld werd, maar tenslotte toch door Kassem weer in genade werd aangenomen. Nasser hoopt nu, dat hij door de vereniging van Irak met Egypte schadeloos zal worden gesteld voor het verlies van Syrië; de naam Verenigde Arabische Republiek zou dan weer - zij het een heel andere dan vroeger - inhoud krijgen. Vanuit Bagdad worden inderdaad pogingen gedaan om te komen tot een groot Arabisch verbond en wil men ook Algerije hierin betrekken, waarmee reeds contact is opgenomen. Dit streven komt goed in Nassers kraam te pas, die zodoende zijn invloed in de West-Arabische wereld zou kunnen uitbreiden. Zou Algiers op deze voorstellen ingaan, dan zou dit echter moeilijkheden tengevolge hebben tussen Ben Bella en Bourguiba, die weinig of niets van Nasser moet hebben; alle pogingen van Marokko om de tegenstellingen in de Maghreb tot het verleden te doen behoren, pogingen, die onlangs succes leken te hebben, toen koning Hassan er in slaagde Algerije en Tunesië weer met elkaar op vriendschappelijke voet te brengen in de hoop zo de Maghreb-gedachte toch nog levend te houden,
zouden dan weer op niets zijn uitgelopen.
Het nieuwe bewind in Irak werd spoedig ook door de grote mogendheden erkend; voor Moskou bleek dit een beetje te vlug, want in Bagdad begon de nieuwe regering een hevige communisten-vervolging, die toch moeilijk door Chroestsjef kan worden goedgekeurd. Het nieuwe bewind kondigde ook aan de betrekkingen met het sjeikdom Koeweit - Kassem maakte op dit gebied aanspraak - te zullen herstellen en tevens te zullen proberen de goede verstandhouding met de opstandige Koerden te herstellen, hetgeen er op neer zou komen, dat deze autonomie binnen Irak zouden verkrijgen.
Gaan wij verder naar het Oosten, dan zien wij een opmerkelijke ontwikkeling