Waalse probleem op welhaast alle gebieden van het openbaar leven, welke wij hier herhaaldelijk hebben aangetoond, kunnen de Volksunie, thans reeds even groot als de Waalse of de Brusselse vleugel van de Liberale Partij, echter nog heel wat verder brengen. Het gaat hier niet om een voorbijgaand politiek verschijnsel en de enige mogelijkheid om er een einde aan te maken is het wegnemen van de oorzaken: een grondige oplossing van de Vlaams-Waalse kwestie. Mede als gevolg van het succes van de Volksunie, kan deze oplossing intussen spoediger gerealiseerd worden dan meestal wordt verwacht.
De andere verschijnselen aan de twee extremen, nl. de Communistische vooruitgang en de mislukking van uiterst rechts, konden vóór de verkiezingen veilig voorspeld worden. De sociale beroering in de Waalse industriële gebieden moest wel enige communistische winst opleveren, terwijl de ontevredenheid uiterst rechts zich moeilijk electoraal kon uitdrukken. Er bestaan in België geen voldoende elementen voor een uiterst rechtse partij. De mislukking van alles wat voor en tijdens de tweede wereldoorlog met fascisme te maken had, heeft deze weg afgesneden en het Belgisch nationalisme is te weinig verspreid om zelfs na bittere ‘nationale vernederingen’ een voldoende voedingsbodem voor een nieuwe partij te leveren. Hoewel een groot gedeelte van de Brusselse pers een dergelijke stroming heeft aangeblazen (overigens op het laatste ogenblik voorzichtig genoeg blijvend om geen duidelijke aanbevelingen te doen), ontbreekt het kristallisatiepunt, dat men ook voor de toekomst nergens ontwaart.
Zo hebben de zware schokken welke het Belgisch openbaar leven de laatste jaren heeft ondergaan, zich niet in electorale verschuivingen omgezet. De teleurstelling is meer een lusteloosheid geworden, hetgeen reeds op te merken was in de zeer kalme kiesstrijd. Een poging van de Liberale Partij om zich van de andere partijen te distanciëren als een uitgesproken (sociaal-economische) rechtse partij, en door het beklemtonen van haar verdraagzaamheid ook de rechtse katholieken aan te trekken heeft niet de verhoopte resultaten opgeleverd. De kiezer kon in feite zijn afkeuring van de recente politieke stakingen ook uitdrukken door C.V.P. te stemmen, zoals hij zijn teleurstelling voor het (mede door de liberalen gevoerde) regeringsbeleid vooral kon uiten door socialistisch te stemmen. De ene tendens heeft de andere geneutraliseerd en de uitslagen van een sterk negatieve reactie van het kiezerskorps verschillen weinig van de resultaten van een positieve reactie; de tegenstemmers verdelen zich op dezelfde wijze als de voorstemmers. De politieke labiliteit maakt zich hoogstens merkbaar in een stijging van het