Streven. Jaargang 12
(1958-1959)– [tijdschrift] Streven [1947-1978]– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 625]
| |
De huidige stand van het Amerikaanse rassenprobleem
| |
[pagina 626]
| |
Maar in latere jaren, zo beweerden de prelaten, ‘werden de verwachtingen in sommige gebieden beschaamd en de opmars naar recht en billijkheid vertraagd, zo niet geheel stopgezet. Geen enkele landstreek is vrij gebleven van strijd en verdeeldheid ten gevolge van dit probleem’. Hun standpunt was gebaseerd op het morele princiep dat, zo verklaarden zij, was belichaamd in de U.S. Declaration of Independence: ‘alle mensen zijn gelijk voor God’. Ofschoon ‘de mensen ongelijk zijn in talent en prestatie, is het maken van onderscheid, gebaseerd op het toevallige feit van ras of kleur, niet in overeenstemming met de waarheid dat God alle mensen geschapen heeft met gelijke rechten en gelijke waardigheid’. Het is de overtuiging der Katholieke Kerk dat gedwongen scheiding niet te rijmen is met ‘de christelijke opvatting omtrent de medemens’. De bisschoppen merkten op dat de scheiding in dit land had geleid tot ‘een toestand van onderdrukking en tot het ontkennen van de principiële menselijke rechten van de neger. Dit blijkt duidelijk op de fundamentele terreinen van opvoeding, werkgelegenheid en huisvesting’. De verklaring volgde slechts enkele weken na een meeting - uiteraard eveneens van historische betekenis - in Chicago (28-31 augustus): de eerste nationale conferentie voor rassengerechtigheid, onder auspiciën van de 36 katholieke Interracial Councils der V.S. Uitgenodigd door wijlen de aartsbisschop van Chicago, kardinaal Stritch, gaf deze meeting uiting aan de algemene bezorgdheid der katholieken over de noodlottige rassensituatie en tevens aan de hoop dat de katholieke beginselen omtrent deze kwestie met gezag aan het Amerikaanse publiek zouden voorgelegd kunnen worden. Het was volkomen natuurlijk, hoewel tot verbazing van sommigen, dat de verklaring der bisschoppen met een zeldzaam enthousiasme ontvangen werd in de katholieke pers van het gehele land, zelfs in streken waar men zou verwachten dat dergelijke ideeën op weerstand zouden stuiten. Haar belangrijkste commentaar evenwel kwam van vele en zeer verschillende niet-katholieke leiders der V.S., zwarte zowel als blanke. Velen van dezen bood deze positieve houding der hiërarchie een nieuw aspect van de Katholieke Kerk, dat nog versterkt werd door de algemene verering die Pius XII bij zijn overlijden ondervond. De Daily Defender, een der leidende negerbladen in de V.S., schreef: ‘Dit is de meest positieve verklaring die tot nu toe ooit een religieuze gemeenschap heeft afgelegd. Er is nu in de publieke opinie geen twijfel meer mogelijk, aan welke kant de R.-K. Kerk staat in de kwestie der rassengelijkheid’. * * *
Op de meeting van 28 tot 31 augustus werden in het bijzonder vier terreinen aangewezen, waarop de aandacht en de ijver der Amerikaanse | |
[pagina 627]
| |
katholieken zich te richten hadden. Deze waren: 1. de opvoeding, 2. parochiële organisatie, 3. gelijke werkmogelijkheid, 4. de huisvesting, gelijk recht in het verwerven en huren van huizen en vreedzame bezetting van nieuwe huizencomplexen, hetzij privaat, hetzij van de gemeente of het goevernement (Staats- of Federaal goevernement). Elk van deze terreinen levert bijzondere moeilijkheden op, waarvan er sommige voortkomen uit diverse soorten van rassenvooroordeel en rassenvrees, andere uit werkelijke cultuurverschillen en uit de verbijstering van snelle sociale opgang. Maar de gebeurtenissen der laatste jaren hebben meer en meer duidelijk gemaakt dat geen dezer moeilijkheden is weg te nemen door een politiek van laisser-aller. De problemen van nabuurschappen in families, van wisselende parochiebevolking moeten onpartijdig onderzocht worden met gebruikmaking van een groeiende technische uitrusting om deze problemen onder ogen te zien. Bovenal, de rassenkwestie in de V.S. blijkt meer en meer niet enkel een kwestie te zijn van een of andere streek of gebied. De zotternijen van een goeverneur Faubus in Little Rock en het optreden van James O. Eastland uit Mississippi in de Senaat zijn nogal verbijsterend en sensationeel. Doch de oorzaken der rassenspanning van heden beperken zich niet tot een of ander bepaald gebied. Drie dezer oorzaken verdienen bijzondere aandacht. * * *
De eerste is de industrialisering en urbanisering van het Zuiden sinds de tweede wereldoorlog met de daaruit volgende bevolkingswisseling. Deze verandering is natuurlijk een plaatselijk aspect van een wereldverschijnsel. Zij betekende de ontworteling van de kleine negerfarmers en landbouwers, hun trek naar de grote steden van het Zuiden en hun emigratie bij miljoenen naar de grote steden van het Noorden. In streken, waar de emigratie nog niet zulk een omvang heeft aangenomen, zoals in de zuidelijke delta's van Louisiana en Mississippi, hebben grote landeigenaars hopeloze pogingen gedaan om de neger-landbewerkers vast te houden. De urbanisatie betekende tevens een toenemende vraag naar ontwikkeling, bijzonder onder de negers. De stedenaanwas is in het Zuiden meer dan dubbel zo groot als in de rest van het land. Boerenfamilies, die vaak generaties lang onder één dak geleefd hadden, zijn uiteengevallen in kleinere eenheden. De tradities en de tucht van het landleven zijn verzwakt. De tweede voorname factor in de huidige crisis is het ontstaan van een opmerkelijk, nieuw zelfbesef in de negerbevolking - wie zij zijn, wat zij verlangen, waarheen zij gaan. Ook dit is een onderdeel van een wereldverschijnsel: het toenemende besef van bekwaamheid en mede- | |
[pagina 628]
| |
zeggenschap bij de niet-blanke volken der aarde. In het geval van de Amerikaanse neger heeft zich dit besef ontwikkeld onder een veel dieper invloed dan enkel reflectie - zo die er al was - van algemene wereldtendensen. Het is strict inheems en het is het natuurlijk gevolg van de lange en geduldige strijd der negers voor ontwikkeling in de laatste honderd jaar: een aldoor zich uitbreidende beweging in de laatste tijd. Daar negers zich geleidelijk hebben opgewerkt tot in alle regionen van hogere en gespecialiseerde ontwikkeling, daar het massa-onderwijs het vroegere bijna algemene analfabetisme hoe langer hoe meer heeft teruggedrongen, daar het moderne geïndustrialiseerde leven een hogere premie gesteld heeft zowel op gespecialiseerde als op algemene ontwikkeling, zijn de massa's der negerbevolking zich hoe langer hoe meer bewust geworden, dat hun lagere positie in de maatschappij niet het gevolg is van aangeboren onbekwaamheid om te leren of van de voordelen der kennis te profiteren. Meer en meer zien zij in dat hun achterlijke toestand te wijten is aan uiterlijke omstandigheden, die of historisch of economisch te verklaren zijn. De miljoenen jeugdige negers van beiderlei geslacht, die nu opgroeien in de scholen, zien zich niet langer noodzakelijk verplicht - noch de facto noch moreel - om de lage positie in de maatschappij te aanvaarden, waarin hun ouders en voorouders berustten. In deze berusting was veel misleidend daar de neger uit praktische overweging het beleefder vond zich aangenaam voor te doen. De negerjeugd van vandaag beschouwt zich openlijk als ‘potentieel’ de gelijke van de blanke, noch beter noch slechter, en van dit standpunt wijken zij niet meer af. Als er iets overweldigend duidelijk is in de analyse van de Amerikaanse negermentaliteit, dan is het dit, dat de dagen van buigende onderdanigheid voorbij zijn. Doch het opkomen van dit zelfbesef bij de neger is niet het gevolg van communistische invloed. Het is het natuurlijke gevolg van de deelname van de negers in de ontwikkeling van dit land, waarvan hij burger is en voor welks bestaan hij, zijn ouders of zijn zoons, bereid waren hun leven te geven. De Amerikaanse negers hebben het communisme verworpen met een kracht en beslistheid, welke allen verbaasde die hen een gemakkelijke prooi achtten voor communistische gevoelsagitatie. Paul Robeson, de eenmaal wereldberoemde zanger en spreker, die na jarenlange pogingen eindelijk een paspoort kreeg om de V.S. te verlaten, kan ongetwijfeld een diepe indruk maken op Europese gemoederen, vooral als hij optreedt in een nieuwe en onschuldige rol. De negers vergeten echter niet zijn communistische relaties jaren lang in de V.S. en hij kan buitenslands niet langer doorgaan voor een representant der Amerikaanse negers. | |
[pagina 629]
| |
De derde belangrijke factor in de crisis is de groeiende angst en onzekerheid onder de blanken van het Zuiden, veroorzaakt door het langzaam doorbrekend besef van de veroudering en onbruikbaarheid hunner sociale en politieke structuur. Harold Fleming (blanke), directeur van de Southern Council of Atlanta, Georgia, een groep vrijwilligers, die zich toelegt op de studie der economische, sociale en rassenproblemen uit het Zuiden, drukt zich aldus uit: ‘Het blanke Zuiden voelt dat de beslissing van de Supreme Court van 1954 gericht is op de vernietiging van hun centrale psychologische basis - hun identiteit als blanke Zuiderlingen. Zij werpt een geliefde en politieke instelling omver, gebaseerd op de ondergeschiktheid van de neger. De blanken van het Zuiden beseffen iets verloren te hebben, een verlies dat een uitlaat vindt in dergelijke incidenten als die te Little Rock’. Ten gevolge dezer vrees en dezer gevoelens hebben er in bepaalde gebieden van het Zuiden hevige uitbarstingen van verzet tegen de beslissing van de Supreme Court plaats gehad. Bijzonder noodlottig is het dat dit soort verzet weerklank vindt in andere gebieden, zoals in de grote steden van het Noorden en het Westen, en ook daar rassenconflicten veroorzaakt. Inderdaad, men heeft zeer juist en herhaaldelijk gezegd dat de grens van het rassenconflict heden niet meer samenvalt met de grens der vroegere slavenhoudende staten van het Zuiden, doch dat dit conflict zich vooral voordoet in de grote industrie-centra, bijzonder naar aanleiding van de huisvesting, waarbij plotseling culturele conflicten enkel zijn op te lossen door veel geduld en verdraagzaamheid der betrokkenen, door voorzichtige gemeentelijke wetgeving en wijze maatregelen ter oplossing van plaatselijke culturele conflicten. Hoe bitter en ontstellend de aspecten van de huidige rassensituatie in de V.S. ook zijn, het zou een fatale vergissing wezen deze alleen te zien. Er is een keerzijde aan de medaille en deze keerzijde stemt ons elke dag hoopvoller. * * *
Voorbeeldig tot op de huidige dag en aller bewondering wekkend buiten de bevooroordeelde kringen is de wonderlijk rustige, voorzichtige en geduldige houding die de negers zelf aannemen. Voortdurend en met onfeilbare regelmaat herhalen hun leiders in woord en geschrift hun vast besluit om daden van geweld niet met geweld te beantwoorden. De wapens, die zij gebruiken zijn gebed, geduld en de effectieve aanwending der middelen die de grondwet aanwijst voor wettelijke acties. Voeg daarbij een regelmatige aanwas in het gebruik van hun stemrecht als burgers. Triomfen in de zuiver politieke lijn zijn echter niet sensationeel en zijn uiteraard onderworpen aan de wisseling en de rivaliteit der par- | |
[pagina 630]
| |
tijpolitiek. Ondanks dat is er gestadige vooruitgang. Het stembriefje wordt veel verstandiger gebruikt, waar de stemming niet geremd wordt door intrigerende blanke politiekelingen - en intrigerende politiekelingen van hun eigen ras. De muur van vrees en direct geweld, die was opgericht rond de stembus in sommige zuidelijke staten, is geleidelijk neergehaald. Wat dit laatste betreft, men heeft grote verwachtingen van de nieuwe Commissie voor Burgerlijke Rechten die onlangs door het Congres is benoemd - ondanks veel politieke oppositie - en die President Eisenhower heeft voorzien van een competent en behoorlijk personeel. De Westerse wereld is zo gewend aan het idee dat een strijd voor politieke, burgerlijke en sociale rechten noodzakelijk een soort revolutie zijn moet, dat zij met bevreemding ziet dat waarvoor de negers werken en bidden, eenvoudig het naleven der landswetten is. Het is niet gemakkelijk een antwoord te geven op de steeds terugkerende vraag: kunnen deze zuidelijke staten, die weigerden in te stemmen met de Supreme Court-beslissingen van 1954 en 1955 tegen rassenscheiding in de gesubsidieerde scholen, nog doorgaan met hun luid verkondigde politiek van ‘massaal verzet’? Het antwoord hierop zal voor een groot gedeelte afhangen van de houding van het 86ste Congres dat zopas (januari 1959) zijn werkzaamheden is begonnen. Beschouwingen over deze houding moeten rekenen met een menigte gecompliceerde factoren zoals geschillen tussen conservatieve en liberale elementen in elk der twee grote partijen. Deze factoren hangen vooral samen met het groeiende besef der natie als een geheel van de ernst der morele kwesties. die er bij betrokken zijn, en met het eveneens groeiende besef van hun betekenis voor onze betrekkingen met de overige wereld, bijzonder met de volken en regeringen van Azië en Afrika. Bijna vijf jaar geleden besliste de Supreme Court dat een staat, die negerkinderen dwingt een afzonderlijke openbare school te bezoeken, hen berooft van de gelijke bescherming der wet, waarop zij recht hebben volgens het veertiende amendement op de Constitutie. Tot dusver is instemming met het Supreme Court-decreet slechts beperkt geweestGa naar voetnoot1). | |
[pagina 631]
| |
Om de huidige toestand te bestendigen hebben de recalcitrante staten een uitgewerkt systeem toegepast van wettelijke vertragingen, mogelijk gemaakt door de zeer liberale voorzieningen in de Amerikaanse rechtsspraak bij beroep van lagere op hogere instanties. Dit betekent dat de zaak der burgerlijke rechten haar weg heeft te banen door een waar labyrint van wetsverwikkelingen, waarvan er sommige zijn uitgewerkt door zeer bekwame juristen. Toch is het niet zo zeker dat het Federale Goevernement, door middel van het nationale Congres, niet veel doen kan door het uitoefenen van druk - geleidelijk en tactvol, op den duur echter efficient - op de onwilligen. Ongetwijfeld kan de natie in haar geheel veel doen door de gematigde elementen in het Zuiden aan te moedigen, die, ondanks hun ingeboren vooroordelen en gevoeligheden, ordening en sanering willen brengen in de verwarde plaatselijke conflicten. Deze ruimdenkende mannen en vrouwen - en hun aantal neemt voortdurend toe - weten dat het zinloos is, ondanks massaal verzet en uitgewerkte wetsconstructies, tijd, geld en kracht te verspillen in een wanhopige poging om systemen te handhaven, die uiteraard gedoemd zijn te verdwijnen. Grote zakenbelangen, zowel industrieel als commercieel, raken hoe langer hoe meer verward door de fantastische maatregel, waartoe men zijn toevlucht nam, zoals het sluiten van openbare scholen in Virginia en Arkansas om zo de beslissingen van het Goevernement te ontwijken. De bijzondere strijd in de Amerikaanse situatie is tenslotte slechts een fase in het grote centrale en wereldwijde probleem om eenheid te scheppen in een vrije wereld: de vraag die beantwoord moet worden, wil de wereld niet onderworpen worden aan de slaafse eenheid, die het communisme wil opleggen. ‘De eenheid der mensen moet toenemen - door het wannen van de tarwe van het kaf, het ware van het valse, het blijvende van het voorbijgaande, of liever, van het voorbijgaande in betrekking tot het blijvende -, zó dat wat nu geldt moge gezien worden in het licht van wat geen verandering kent. Eenheid kan niet enkel aangenomen, zij moet veroverd worden. Haar vorming geschiedt op het slagveld’Ga naar voetnoot2). De katholieken in de V.S. trachten op ernstige en georganiseerde wijze, zoveel zij kunnen, bij te dragen tot de oplossing van deze problemen en tot de opbouw van zulk een blijvende eenheid. In deze taak hebben zij het gebed nodig van hun broeders in heel de wereld. |
|