| |
| |
| |
Politiek Overzicht
Internationaal
DE plotselinge betuigingen van voorkomendheid en toenadering van de zijde der Sovjet-Unie, hierin enigszins nagevolgd door communistisch China en Noord-Korea, hebben de wereld in verwarring gebracht. Amerikaanse journalisten mochten ongehinderd, en goed onthaald, een kijkje nemen achter het ‘IJzeren Gordijn’. Om incidenten in de lucht te voorkomen stelde de Russische bevelhebber in Berlijn op een viermogendheden-conferentie voor een gezamenlijke luchtcorridor van 30 km breedte in te voeren. Met instemming van een glimlachende Visjinski werd de Zweed Hammerskjoeld tot secretaris-generaal der V.N. benoemd. Polen trok een voor de V. Staten onaanvaardbare resolutie in en te Pan Moen Djon kwam een accoord tot stand, waarbij percentsgewijze wederzijds een aantal zieke en zwaargewonde krijgsgevangenen werden uitgeleverd. 26 April werden zelfs de besprekingen over de wapenstilstand hervat. Maar zij begonnen stroef, aangezien de Noordelijken de krijgsgevangenen, die niet naar huis verlangen, naar een ‘neutrale’ staat, die niet Zwitserland mocht zijn, wensten te vervoeren. Over zes maanden zouden zij daar door een commissie van landgenoten bewerkt worden en bleven zij dan nog afkerig, dan zou de politieke conferentie over de uiteindelijke vrede hun lot ter hand nemen. Een eindeloos verschiet! Dit voorstel werd door generaal Clark als nóch redelijk, nóch constructief verworpen. Niet minder opzienbarend was het feit, dat 9 Joodse artsen, die, in dienst van de imperialisten moorden zouden hebben bedreven, plotseling onschuldig werden bevonden, terwijl hun beschuldigers, waaronder Rivoemin, onder-minister van veiligheid, in de gevangenis werden geworpen. De artsen hadden bekend onder methoden, die in Rusland ‘ontoelaatbaar’ zijn en ‘ten strengste verboden’! Of op de achtergrond van deze verbazingwekkende zwenkingen een strijd tussen Malenkof en Beria wordt uitgevochten dan wel een listige
poging aangewend wordt om verwarring en verdeeldheid te zaaien tussen de westerse mogendheden met het einddoel de E.D.G. te torpederen kan voorshands in deze dictatuurstaat niet achterhaald worden. Adenauer, Tito en anderen hebben gewaarschuwd voor deze schijn-manoeuvres, die geen wijziging van politiek, maar slechts van tactiek zijn. Mocht Visjinski al luchthartig beweren, dat Moskou voldoende bewijzen van zijn goede mening geleverd had, en dat nu de beurt aan de andere partij was om ook halverwege door de tunnel te komen. Eisenhower was van mening, dat de ‘verzoeningsgezinde woorden’ door daden welke de oprechtheid van het vredesoffensief kunnen bewijzen, moesten gevolgd worden. In een uitvoerige rede schetste hij, hoe sinds 1945 de schone illusies van opbloei en vrede, door de houding van de Sovjet-Unie, verflauwd zijn en de schaduw van de angst over de wereld gespreid werd. De nieuwe bewindhebbers in Moskou staan thans voor een keerpunt in de geschiedenis en kunnen de ernst van hun vredesverlangen bewijzen, indien zij een eervolle wapenstilstand in Korea sluiten, aan de directe en indirecte aanvallen in Indo-China en Malakka een einde maken, medewerken aan een vrij en herenigd Duitsland met een regering door vrije en geheime verkiezingen verkregen, het Oostenrijkse staatsverdrag sluiten, de overheerste volken vrijlaten en toestemmen in overeenkomsten omtrent de beperking van bewapening. Wanneer over deze zaken overeenstemming is bereikt, zijn de V. Staten bereid de aldus uitgespaarde gelden te storten in een fonds, bestemd voor hulp en herstel voor alle landen, zowel de minder ontwikkelde alsook de communistische. Op deze uitnodiging om het huis des vredes binnen te gaan werd door de Sovjetpers geantwoord, dat Eisenhower verzuimd had de opneming van communistisch China in de V.N. en de status van Formosa te vermelden: twee punten, die voor een internationale regeling
| |
| |
niet zonder belang zijn. Tien dagen later vermeldde de ‘Pravda’ de bereidheid om deel te nemen aan een ‘ernstige en zakelijke bespreking van daarvoor geschikte vraagstukken’, hetzij in rechtstreekse onderhandelingen, hetzij via de organisatie der V. Naties. De Sovjet-regering hield tevens vol - en ditmaal zonder schelden, in gekuiste taal - dat haar politiek niet gewijzigd was, dat zij geen naties onderdrukte, zelf ook wensen had en in vrede verkoos te leven. De vaagheid van dit antwoord biedt geen voldoende geruststelling aangaande de ernst er van. Te minder, omdat intussen Vietnamse communisten door hun inval in het tot de Franse Unie behorende Laos, in geval van succes hun expansie dreigen te richten op Thailand, Birma en India. Ook in de vergadering der V.N. verdween de glimlach van Visjinski, toen de meerderheid tegen de Sovjet-Unie en haar satellieten besloot een commissie te belasten met het onderzoek naar de Sovjet-beschuldiging, dat de Amerikaanse strijdkrachten in Korea zich schuldig gemaakt hadden aan bacteriologische oorlogsvoering.
In de bijeenkomst van de Atlantische Raad te Parijs (24 April) drong Dulles aan op de spoedige verwezenlijking van de E.D.G. Generaal Ridgway gaf toe, dat er indrukwekkende vorderingen waren gemaakt bij het organiseren der Europese verdediging, maar dat anderzijds de Westerse militaire kracht nog bij lange na niet in staat was het hoofd te bieden aan een eventuele bedreiging. De Russische divisies waren qualitatief aanzienlijk verbeterd. Het was derhalve de taak der verbondenen hun strijdkrachten in qualiteit op te voeren. Zij konden daarbij rekenen op de financiële steun der V.S., mits de E.D.G. spoedig werd geratificeerd, opdat ook Duitse troepen in de westelijke verdediging konden betrokken worden. In minder klare taal gooide op dezelfde dag Bidault roet in het eten. Hij waarschuwde tegen ‘onnodige haast’ en stond op het standpunt, dat de regering van een verenigd Duitsland de eindbeslissing heeft over het deelnemen van Duitsland aan de Europese organen. Niettemin werd de begroting voor het volgend jaar gesteld op 70 milliard dollar.
Adenauer, die, in tegenstelling met zijn Engelse collega's Eden en Butler, en zijn Franse collega's, Mayer en Bidault, bij zijn bezoek aan Washington concessies op economisch en politiek gebied wist te boeken, heeft wél, en zelfs véél haast om de E.D.G. geratificeerd te krijgen. Want de verkiezingen in September a.s. zouden al zijn arbeid kunnen frustreren. Door een ongelukkige samenloop van omstandigheden - enige zijner partijgenoten hebben tegen gestemd -, weigerde de meerderheid van de Bondsraad tot een ratificatie over te gaan, voordat het Hof van Karlsruhe een uitspraak had gegeven. Aanvankelijk wilde de kanselier, eigen interpretatie van de bevoegdheid van de Bondsraad volgend, de afstemming negeren en de president Heuss de E.D.G. zo maar laten tekenen. Om zware moeilijkheden in de toekomst te voorkomen, besloot hij evenwel met de socialist Ollenhauer, de krachtige leider van de oppositie, tot een gesprek te komen. Ollenhauer was daar niet voor te vinden.
Terwijl Mossadeq er in geslaagd is, althans gedeeltelijk, zijn voorraden olie, ondanks het verzet der Anglo-Iran-oliemaatschappij, aan Italiaanse ondernemingen te verkopen, heeft hij in het binnenland het verzet te overwinnen van de Sjah, Moh. Riza, die een andere politiek voorstaat. Sinds 1906 is Iran formeel een ‘democratische’ staat, maar nóch Mossadeq, nóch de Sjah laten zich daar veel aan gelegen liggen. De eerste terroriseert de Majlis (het parlement), dat zijn oppositie hoofdzakelijk door absenteïsme en dus door verlamming van de wetgeving uitoefent, de tweede tracht, zijn bevoegdheden uitbreidend, zich inconstitutioneel in regeringszaken te mengen. Mossadeq ontkent naar een republiek te streven, waarvan hij dan de president zou worden. Een ogenblik leek het er op dat het die kant uitging want de Sjah maakte bekend, dat hij voornemens was het land te verlaten. Sinds dien kwam ‘de straat’ in beweging. In Teheran en in het gehele land hadden woelingen plaats, de stamhoofden kozen partij, en de communisten-partij (de Toedeh) deed, onder voorwendsel Mossadeq te steunen, te Sjiraz een aanval op de gebouwen, waarin diensten van de Amerikaanse hulpverlening aan onvoldoend ontwikkelde landen zijn gevestigd. Vooralsnog is Mossadeq niet op deze Sovjet-gezinde hulp gesteld Hij overweegt, door een zorgvuldig ten
| |
| |
zijnen voordele gewijzigde kieswet, te komen tot een meerderheid in de Mailis, die hij dan naar zijn hand hoopt te zetten.
Ook in Japan is de democratie meer een kwestie van personen dan van beginselen. De liberale minister-president Yoshida wilde niet wijken voor een motie van wantrouwen, gesteund door 22 leden van zijn partij onder leiding van zijn rivaal Hatoyama, en schreef, reeds na 7 maanden, verkiezingen uit. Yoshida verloor echter zijn absolute meerderheid. Van de 466 zetels behaalde hij er 199 (voorheen 245) en zijn tegenstander verkreeg er 35. De Progressieve Partij onder Shigemitsa, die ook tot de rechtse partijen gerekend wordt, daalde van 88 op 76. De overige zetels vielen aan de linkse partijen ten deel, waaronder slechts 1 communist. Er zal dus een coalitieregering gevormd moeten worden. De beslissing hierover ligt bij de nieuwe Rijksdag, die in zijn bijeenkomst van 15 Mei de nieuwe premier zal aanwijzen.
In Zuid-Afrika droegen de verkiezingen een principieel karakter. Malan, de leider van de Nationale Partij, is naast zijn ‘apartheidspolitiek’ tegen de kleurlingen, even fel tegen de Britten gekant. Deze vormen onder leiding van Straus de ‘Verenigde Partij’. Dank zij de eigenaardige kieswet en de adhaesie der agrarische Boeren behaalde Malan van de 158 zetels er 94. Twaalf te weinig om een twee derde meerderheid te vormen, waarmee hij de in de grondwet ‘verschanste’ rechten der kleurlingen te niet zou hebben kunnen doen. Een poging om door opneming van de partij van Straus in de regering zijn doel te bereiken, is door deze met verontwaardiging afgeslagen. Malan is echter hardnekkig genoeg om in de komende vijf jaar de onrust tussen de 2½ millioen onderling verdeelde blanken en de 10 millioen kleurlingen te vergroten.
Sinds de dood van zijn invloedrijke vrouw Evita is de positie van dictator Peron in Argentinië meer labiel geworden. Niet zozeer door de tegenstand van de socialistische en radicale partij als wel door het tekort aan levensmiddelen in dit land, overigens rijk aan graan en vlees, en door een snel toenemende inflatie. Om de menigte gerust te stellen hield de president een rede, tijdens welke enige bommen ontploften. Dit werd het sein tot een aanval op de gebouwen der oppositie-partijen en met dit incident was voorlopig de menigte afgeleid. Het feit echter, dat de zwager van Peron, Duerda, zelfmoord heeft gepleegd, wijst er op, dat in Argentinië de dictator niet zo stevig meer in het zadel zit, dat hij in 1946 beklommen heeft.
| |
Nederland
Tijdens zijn jongste bezoek aan Washington overhandigde Prins Bernard aan president Eisenhower een brief van Koningin Juliana, waarbij Zij een beroep op de president deed om persoonlijk de leiding te nemen bij het oplossen van het mondiale probleem der ontheemden. ‘Dit vraagstuk is een van de gevaarlijkste en meest tragische factoren in een onzekere toekomst’. Reeds enkele dagen later antwoordde de president, onder het uiten van zijn waardering, dat H.M., terwijl Haar eigen land en volk te lijden had van de rampspoedige gevolgen der overstromingen, zulk een deernis toonde voor hen, die zich buiten Haar grenzen bevinden, met de verzekering, dat de regering der V.S. te allen tijde bereid is om opbouwende internationale maatregelen in overweging te nemen teneinde die vraagstukken te verlichten. En hij voegde de daad bij het woord door het Congres te verzoeken in de volgende twee jaar 240.000 extra-immigranten tot de V.S. toe te laten.
Van alle zijden werd in de Eerste Kamer aangedrongen om met spoed tegemoet te komen aan de lotsverbetering der leraren, die sinds Mei 1951 geen stap verder was gekomen. Door bijlessen en door over-uren te maken zijn zij gedwongen het bestaan van hun gezin te handhaven. Aldus hun culturele ontwikkeling verwaarlozend tasten zij noodgedwongen het algemeen welzijn aan. Minister Cals meende te kunnen beloven, dat vóór de aanvang van het nieuwe schooljaar de plooien rechtgestreken
| |
| |
zullen zijn. De eerste vrouwelijke staatsman, mej. De Waal, mocht bij die gelegenheid het vertrouwen van de Senaat verwerven.
Rumoeriger ging het in deze plechtige vergadering toe, toen het Chr.-Hist. Kamerlid, prof. Gerretson, in felle bewoordingen zijn partijgenoot, prof. Kernkamp, minister van Overzeese Gebieden te lijf ging, ‘met pijn in het hart’, zoals hij zeide, over diens houding ten opzichte van Suriname. Het zelfbeschikkingsrecht, waarin besloten ligt een eventueel afscheidingsrecht, noemde hij landverraad, waarop ten tijde van de Republiek de doodstraf zou hebben gestaan. De minister wist zich te beheersen en deelde mee, dat een commissie van Drie, de ministers Beel, Donker en hijzelf, de moeilijkheden betreffende de nieuwe rechtsorde zal onderzoeken.
1-5-'53
K.J.D.
| |
België
Het grootste gedeelte van de maand April stond in het teken van het parlementair Paas-reces en was dan ook betrekkelijk kalm. Dit betekent niet, dat niet enkele belangrijke kwesties naar voren kwamen en zelfs een voorlopige oplossing kregen.
Vooreerst dan werd - op 22 April - door minister Janssen een suppletoire begroting ingediend voor het dienstjaar 1953. Door dit ontwerp heeft de regering eindelijk ondubbelzinnig haar houding bepaald t.o.v. de sinds Februari opgerezen financiële moeilijkheden. Ze is erin geslaagd, ondanks aanzienlijke fiscale minderwaarden, bijkomende uitgaven tot herstel van de stormschade (1400 millioen) en voor het perequatiefonds van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (352 millioen) te dekken zonder nieuwe belastingen, en wel uitsluitend bij middel van bezuinigingen. Deze bereiken een totaal van 2225 millioen, waarvan 1080 op de begroting voor Landsverdediging. Voor het overige werd zoveel mogelijk vermeden, de normale activiteit te remmen: zo mag er op gewezen dat het crediet voor Openbare Werken op het peil van 1952 ligt. Natuurlijk valt de reactie van het Parlement af te wachten. Maar wanneer de gegevens niet noemenswaard veranderen, lijkt de regeringspolitiek te zullen slagen.
Intussen werd op 19 April op het Vlaams Economisch congres door oud-Eerste Minister Eyskens een poging gedaan, om het economisch probleem meer fundamenteel te zien en in die zin een oplossing te suggereren. Hij stelde vast, dat de economie aan verstarring leed, die enkel met behulp van meer dynamische factoren kon verholpen worden. De elementen veiligheid en behoud dienen meer plaats te laten aan risico en initiatief. Zulks hoort zowel op gebied der arbeidsmobiliteit, als op dat der loonvorming, waar de nivellerende tendens zou moeten wijken voor de gedifferentieerde werkelijkheid. Om de sluitsteen die door investeringen wordt gevormd niet te ontwrichten, zou de sentimentele vijandschap tegen de kapitalisten plaats moeten maken voor een rechtvaardiger houding t.o.v. het risicodragend kapitaal. Dit alles blijkt, volgens de mening van Prof. Eyskens, langs nieuwe besprekingen te moeten leiden tot een nieuw, aan ons tijdperk aangepast sociaal pact.
De actuele sociale problemen getuigen allerminst van zulk een brede kijk.... Daar is vooreerst de kwestie van het gewaarborgd weekloon. De socialisten hadden, toen het ontwerp De Paepe over de vooropzeg voor de werkman ter sprake kwam, in het parlement amendementen ingediend om de betaling van het volle loon voor een aangevangen week in te voeren. Het A.C.V. had daarop de formule van de betaling van de eerste 6 werkdagen na het onvrijwillig staken van de arbeid vooropgesteld. De patroons hadden deze eisen afgewezen daar ze nieuwe op de kostprijs wegende lasten zouden veroorzaken. Minister Van den Daele stelde een voorlopig einde aan de discussie, door tegen 15 Juni de indiening van een eigen ontwerp aan te kondigen. In het andere sociale vraagstuk betreffende de kinderbijslagen voor zelfstandigen, gaat het om de formule voorgesteld in het ontwerp Van den Daele over de sociale veiligheid der zelfstandigen of om die van de Bond der Kroostrijke Gezinnen, die de eenvoudige ‘verdubbeling’ vragen. De middenstanders gaven trouwens op de kader- | |
| |
dag van het Nationaal Christelijk Middenstandsverbond tamelijk dreigend uiting aan hun ontevredenheid.
De Kamer hervatte op 21 April haar werkzaamheden met de bespreking van de begroting voor Binnenlandse Zaken. Kwamen op het tapijt vooral: de gemeentelijke financiën en het taalvraagstuk. Zoals de minister zei, bestaat er weer een vraagstuk der gemeentelijke financiën. Op dit vraagstuk wordt verschillend gereageerd. Talrijke stemmen gaan op om een verhoogde dotatie van de gemeentelijke fondsen te vragen. Daartegenover wees de minister op een zekere kwistigheid in het beheer der gemeenten. Ook hier is een politiek van bezuinigingen gewenst, terwijl de gemeenten zelf de mogelijkheden van nieuwe inkomsten moeten overwegen. Wat het taalvraagstuk betreft, werd door een motie van de oppositie de publicatie van de uitslagen van de talentelling van 1947 geëist. Een reeks Waalse C.V.P.-leden, die aanvankelijk voor publicatie waren, stemden tenslotte toch tegen die wantrouwensmotie. Het gemis aan een klare toestand op taalgebied houdt dus niet op, verdeeldheid teweeg te brengen.
De crisis van Benelux schijnt zich erger en erger toe te spitsen. Zij is bepaald in een acuut stadium getreden, nadat de heren Bekaert, voorzitter van het Verbond der Belgische Nijverheid en Cool, voorzitter van het A.C.V. op het zevende economisch Benelux-congres (24 April) eensgezind de huidige voor-unie veroordeelden. Dhr Bekaert vroeg, in het belang van Benelux zelf, een herziening van de accoorden in die zin dat aan de huidige wantoestand een einde dient gesteld en dat een werkelijke samenordening van de economische politiek der drie landen voorbereid worde. Dhr Cool viel met klem de lage Nederlandse lonen aan en sprak zich voor een vrijgeven van de lonen uit. Wat de concrete oplossing betreft, was hij 't in wezen met dhr Bekaert eens. Samenvattend kan gezegd worden dat de sociaal-economische krachten in België bereid blijven de economische unie te vormen, maar daartoe tegemoetkomingen en aanpassingen van Nederlandse zijde verwachten.
Na de elfde Nato-vergadering, die voor België trouwens nieuwe off shore-bestellingen meebracht, is de Westerse houding vastgelegd: geen enkele mogelijkheid tot toenadering verzuimen, maar intussen de herbewapening niet opgeven. Zowel in de speciale Kamercommissie als bij de bespreking van de begroting van zijn departement, drong minister Van Zeeland aan op de spoedige bekrachtiging van het E.D.G.-verdrag, en het heeft er alle schijn van, dat de opvatting veld wint eerst te ratificeren en daarna de grondwet aan te passen. Er dient echter gerekend te worden met de mogelijkheid dat de Socialisten de grondwetsherziening (en dus kamerontbinding) zullen eisen, alvorens in te stemmen met de ratificatie. Gezien de twijfelachtige eensgezindheid omtrent de E.D.G. in C.V.P.-kringen, zou dit de zaak nog kunnen compliceren.
Belangrijk was tenslotte de stellingname van dhr Van Zeeland voor de speciale Kamercommissie, t.o.v. het ontwerp-statuut van de vergadering ‘ad hoc’. Met betrekking tot de toekomstige Europese grondwet eiste hij, dat het recht zich terug te trekken de partners zou gewaarborgd worden, dat de staten in ieder geval op gelijke voet in de Senaat moesten vertegenwoordigd zijn, dat er een vrije binnen-europese markt en alle mogelijkheden tot verkeer met het buitenland zouden bestaan, dat een andere formule voor de Uitvoerende Raad zou gevonden worden. Het blijkt wel onontbeerlijk dat België zulke waarborgen verlangt. Het vraagstuk der Europese politieke integratie vertoont trouwens heel wat aspecten, waarvoor de christenen bijzonder waakzaam dienen te zijn.
L. Deraedt
|
|