V. St. waaraan de Sovjetpers zich te buiten gaat. Wat de diplomaten-wisseling te Washington, Peking en Londen te betekenen heeft, is mysterieus. Maar achter de komst van de neen- of veto-zegger Gromyko, als ambassadeur te Londen kan de bedoeling schuilen gebruik te maken van de wrijvingen tussen de V. St. en Groot-Brittannië om hun verbondenheid los te weken. Een andere Sovjet-vertegenwoordiger, Jacob Malik, deed in de V.R. een zijdelingse aanval op de V. St. door aan te dringen, dat deze het protocol van Genève van 1925 zouden tekenen, volgens hetwelk het gebruik van bacteriologische en chemische wapens verboden is. Malik was zo gematigd zich te onthouden van een herhaling der beschuldiging alsof de V. St. in Korea zich aan deze onmenselijkheid hadden schuldig gemaakt. Zijn resolutie werd, nadat aangetoond was, dat Stalin het bezit van gifgas geen misdaad had genoemd en hij dus ‘geen overdreven waarde’ aan het protocol hechtte, naar de ontwapeningscommissie verwezen. Deze besprekingen vielen samen met de onmenselijkheid dat twee ongewapende Zweedse vliegtuigen, onder voorwendsel, dat zij de (onrechtmatig ver uitgestrekte) territoriale wateren hadden geschonden, waren neergeschoten. De Zweedse publieke opinie was toch al verontrust door de onthullingen van een spionnage-proces. Vandaar dat de regering, van oudsher er op uit om haar neutraliteit in vrede en oorlog angstvallig te handhaven, gedwongen was een krachtige protestnota aan Moskou te richten, met de eis van bestraffing der schuldigen en schadevergoeding voor de benadeelden. Zoals altijd draaide Moskou de zaak om met de bewering, dat de (ongewapende) Zweed het vuur geopend had. Er bleef de Zweedse regering niets anders over dan haar vloot en luchtmacht te machtigen, indien aangevallen, zich met geweld van wapenen te verdedigen.
Over de binnenlandse toestand kan de Franse minister-president Pinay tamelijk tevreden zijn. De dreigende algemene staking ter bevrijding van de communistenleider Duclos (intussen op vrije voeten gesteld) is niet doorgegaan. Met een flinke meerderheid haalde Pinay de glijdende loonschaal door de Assemblée. Ofschoon het vertrouwen in de clandestiene spaarders de goudstroom nog maar matig heeft doen vloeien, hoe langer hij zich weet te handhaven des te meer zal hij ook vertrouwd worden en zullen de gelden loskomen. Een schaduw op dit succes werpt de verhouding tot Tunesië. De minister van buitenlandse zaken, Robert Schuman, ging met zijn hervormingsplannen voor de rechterzijde te ver en voor de socialisten niet ver genoeg. De minister-president moest ingrijpen met de verklaring, dat het hele ministerie solidair was met Schuman. Aldus werd een motie van afkeuring, door de R.P.F. ingediend, met geringe meerderheid verworpen. Maar met Tunesië bemoeien zich ook buitenlandse mogendheden. De Arabisch-Aziatische staten stellen alles in het werk om de kwestie-Tunis op de agenda der V.N. te plaatsen. De V. St., ‘anti-koloniaal’, zijn van oordeel, dat de hervormingen lang niet diep genoeg ingrijpen. In een onbekookt ogenblik heeft maarschalk Juin, al was het dan in een particuliere bijeenkomst, zich laten ontvallen, dat, indien Amerika niet meer begrip toont voor de Franse politiek in Noord-Afrika, Frankrijk niet moest aarzelen uit de UNO te treden.
President Truman heeft echter andere zorgen. Nadat het Hooggerechtshof de overname van de staalindustrie door de regering onwettig had verklaard, heeft hij daartoe machtiging gevraagd van het Congres. Dit was hem niet ter wille doch verwees hem naar de Taft-Harleywet, waarbij de regering de staking voor 80 dagen kan verbieden. Truman, die op de hand van de arbeiders is, heeft redenen dit middel niet te gebruiken. Het is niet uitgesloten, dat, bij de verwarring, en wellicht bij de scheuring, die de republikeinse Conventie 9 Juli tussen Taft en Eisenhower verdeeld hield, de democratische candidaat Stevenson tegen wil en dank dezelfde kans krijgt waardoor in 1913 Wilson tot president werd gekozen.
De onberekenbare koning van Jordanië, Talal, zoon van de vermoorde Abdoellah, is naar zijn land teruggekeerd. Dan zal beslist worden of zijn jongere broer, Naif, of zijn jonge zoon, Hoessein, hem zal opvolgen, in afwachting van hetgeen de regent van Irak zal ondernemen om beide gebieden onder zich te verenigen. Ook Mossadecq