Kunstenaar is ordenaar
Nog een andere eigenschap van de artist staat de echte hagiografie in de weg. Hij heeft de onweerstaanbare neiging om te ordenen. Hij wil feitenmateriaal schikken volgens bepaalde wetten en kunstgrepen, die de schoonheid hem dicteert. En deze is een onverbiddelijke dictatrice! Zij eist rhythme, dus tegenstelling van ups en downs, contrasten, de herhaling soms van een rijm (in ruimere zin te nemen, zoals ook de Hebreeën dat verstonden), een verwikkeling en ontknoping met een snel daarop volgend slot, en nog veel meer van dergelijke aesthetische factoren.
De realiteit en vooral de realiteit van het menselijk leven nu voldoet uiterst zelden aan deze eisen. Ze is eenvoudigweg lelijk, onsamenhangend, ongeproportioneerd met verlegde zwaartepunten ('levens' als mensen met een waterhoofd), effen en vlak soms zonder variatie. Kortom, ze prikkelt den artist tot weerbarstigheid en tegenspraak; hij moèt ze om-vormen en her-ordenen.
Dat nu verdraagt de echte hagiografie nooit. Wie het leven van de reële heilige Jeanne d'Arc wil beschrijven, kniele met deemoed en 'onthechte dienstbaarheid' (H.K.) geheel onbaatzuchtig voor de goddelijke feiten en beschrijve die met niets anders. Hoe ongeproportioneerd, hoe onrhythmisch en onpoëtisch dat leven misschien ook schijnt verlopen te zijn. Men heeft zich daaraan te houden, of men moet geen echt heiligenleven willen schrijven.
Daarbij doet zich nog het onloochenbare feit voor, dat we het leven van vele heiligen voor grote delen niet kennen. Met name beginnen de heilige Dominicus en Thomas van Aquino eerst te 'leven' omtrent hun dertigste jaar. Is het met Jezus' leven, het schoonste van alle, wel anders gesteld? Wat men niet weet en dan toch neerschrijft, is fantasie. Vrome fantasie, moge men beweren, maar niet dat werk van God en mens, dat toen en ginds op aarde werd gewrocht.