Streven. Jaargang 2
(1948-1949)– [tijdschrift] Streven [1947-1978]– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 1180]
| |
China onder Communistisch Bewind
| |
TerugblikEen kwart eeuw geleden toog Tsjang-Kai-sjek zelf, in opdracht van Soen-Yat-Sen - de vader der Chinese Republiek - naar Moskou om aldaar met Trotsky te onderhandelen voor het verkrijgen van militaire steun. Hij kreeg Borodin, een handige organisator, die met zijn adviseurs vier jaar lang grote invloed op de Kwo-Min-Tang uitoefende en aanzienlijk tot de zegepraal van de revolutionnaire legers bijdroeg. Het heeft zeer weinig gescheeld of toen reeds werd een communistisch bewind in China gevestigd. Tsjang-Kai-sjek heeft dit in extremis verhinderd door zich plots tegen de communisten te keren. Het gebeurde kort na de dood van Soen-Yat-Sen. De volte-face wordt verklaard doordat Tsjang-Kai-sjek het spel der Sovjets - onder meer door het onderscheppen van communistische instructies - | |
[pagina 1181]
| |
zou hebben doorzien. Doch de mislukking van Moskou's plan om het lot van het grootste Aziatische rijk met dit van de grootste Euraziatische macht in het teken van hamer en sikkel te verbinden, schijnt eveneens in verband te staan met de toenmalige verscheurdheid in de communistische rangen. Ook Lenin - de vader der Russische Revolutie - was rond die tijd gestorven en zijn opvolging werd het teken van een strijd tussen twee standpunten, namelijk van Trotsky die de wereldrevolutie onmiddellijk en met alle middelen wilde doorzetten, en dat van Stalin die het ogenblik daartoe nog niet gekomen achtte en de voorkeur gaf aan een omzichtige en geleidelijke actie, waarbij de economische en militaire uitbouw van Rusland het eerste programmapunt vormde. In China gaf Borodin, niet in de laatste plaats om plaatselijke redenen, de voorkeur aan een geleidelijke actie. Hij was overtuigd van de noodzakelijkheid van een overgangsperiode. Doch ook daar waren er aanhangers van de Trotskistische methode die voor een beslissende actie en voor uiterste maatregelen opkwamen. Het resultaat was een verwarde tactiek die de totale mislukking van de communistische opzet in China en het discrediet van Borodin tot gevolg hadden. Deze les werd niet vergeten. Overlast met binnenlandse problemen en overeenkomstig Stalin's tactiek, heeft de Sovjet-Unie jarenlang de Chinese communisten aan hun lot overgelaten. Het werd een harde strijd om zich te handhaven ondanks de verwoede aanvallen (10 veldslagen van 1931 tot 1934) door Tsjang-Kai-sjek uitgevoerd. Dit belette echter niet dat grote provincies onder communistisch bewind kwamen te staan. De handige agrarische hervormingen die aldaar werden doorgevoerd en gericht waren tegen het groot grondbezit en de rijke boeren, zonder dat tot het collectiviseren van de landbouw werd overgegaan, is niet alleen van communistische zijde beschouwd als een succes en heeft een diepe indruk gemaakt op de bevolking. Ook deze les werd niet vergeten. De Japanse agressie bracht acht jaar lang, hoewel aanvankelijk niet zonder moeite (zijn beste troepen wenste Tsang-Kai-sjek tegen de Chinese communisten te gebruiken) de nationale en de communistische troepen in een zelfde kamp tegen de vreemde veroveraar samen. De val van Japan deed echter de burgeroorlog opnieuw, heviger dan ooit, oplaaien. De pogingen om een door de U.S.A. zeer gewenste nationale coalitieregering tot stand te brengen, leden schipbreuk. Dank zij het overnemen van de Russische posities in Noord-China en dank zij de belangrijke hoeveelheden buitgemaakte Japanse wapens konden de communistische troepen het vermoeide en gedemoraliseerde leger van Tsjang-Kai-sjek een zware slag toebrengen. In zeven maanden vielen vijf grote steden in hun handen: Moukden, Peping, Nanking, Hankou en Shanghai. Op de vorming | |
[pagina 1182]
| |
van een nieuwe verdedigingslijn in de provincie Kwangsi kunnen geen al te grote verwachtingen worden gebouwd. De snelle ineenstorting van het nationalistische China hoeft niet uitermate te verwonderen. De grote persoonlijke verdienste van Tsjang-Kai-sjek heeft niet kunnen opwegen tegen het feit, dat hij zijn lot verbonden had met een kleine groep van bevoorrechten die hun persooonlijke en familiale belangen boven die van de natie stelden, die koppig vasthielden aan het handhaven van feodale wantoestanden, die er niet in slaagden een corrupte administratie te zuiveren en die weigerden het enig doeltreffend wapen tegen de opmars van de communistische troepen te gebruiken, met name de sociale en vooral de agrarische hervorming. | |
De nieuwe democratieIndien de communisten er in geslaagd zijn de leiding te nemen van de sociale revolutie die zich in China sedert 1911 voltrekt, dan is het vooral omdat ze de agrarische hervorming in hun schild voeren. Hieruit kan men echter niet besluiten dat het bij zulke hervorming zal blijven. De algemene indruk is integendeel, dat het eerbiedigen van private eigendom, het schadeloosstellen van kooplieden en industriëlen, het tolereren van private ondernemingen en coöperatieven naast staatsbedrijven, het aanwakkeren van het handelsverkeer en van de productie, een stel van overgangsmaatregelen vormen die tot doel hebben het vertrouwen van de massa te winnen en de volgende phase van een plan tot verwezenlijking van de ideale marxistische staat voor te bereiden. Ook de Europese volksdemocratieën hebben hun overgangsperiodes gekend. In China is, wegens de zeer individualistische en traditionalistische neigingen van de bevolking en in het licht van de reeds opgedane ervaringen, zulke overgangsperiode meer dan waar ook gewettigd. Uitgaande van de vaststelling dat Mao-Tse-Toeng niet in Moskou is gevormd, dat hij lang alleen heeft gestaan in zijn strijd tegen Nationalistisch China, dat zijn militaire successen met behulp van buitgemaakte Japanse wapenen werden bevochten en dat hij tenslotte met matigheid en realiteitszin optreedt, zijn sommigen hun wensen voor werkelijkheid gaan houden en zien zij reeds in de Chinese communistische leider een toekomstige Tito, die de richtlijnen van het Kremlin niet slaafs zal opvolgen, een Tito van Aziatisch formaat. Totnogtoe zijn geen ernstige symptomen van een Titoïsme - althans op korte termijn - in China te bespeuren. Integendeel, Mao-Tse-Toeng aarzelt niet te wijzen op de noodzakelijkheid om de revolutionnaire krachten te bundelen en een anti-imperialistisch front onder leiding van de Sovjet-Unie op te richten. Overigens is het kenschetsend voor de houding van de | |
[pagina 1183]
| |
Chinese communisten dat zij geen woord protest of kritiek hebben geuit over de greep van de Sovjets op Mandsjoerije, één der rijkste en industrieel een der meest ontwikkelde gebieden van China. De trouw der Chinese communisten ten overstaan van de Sovjet-Unie heeft dus een zeer zware proef goed doorstaan. Dat de kern en de leiding van de nieuwe democratie zuiver marxistisch-leninistisch is, schijnt daarom moeilijk te ontkennen. Ook de Partij (Koeng Tsjang Tang) vertoont de klassieke communistische structuur: Politburo, Opperste en Algemene Sovjet, Staatspolitie die hier de naam draagt van Veiligheidspolitie. Wat verder van het centrum verwijderd is, schijnt echter minder van de orthodoxe doctrine te zijn doordrongen. De grote struikelblok van de nieuwe democratie zal echter zijn het vestigen van een centraal gezag in een land dat steeds een verregaande decentralisatie gekend heeft, waar de afstanden enorm zijn en de verbindingslijnen zeldzaam en dat sedert jaren aan de anarchie is overgeleverd. Een Unie der Chinese socialistische Sovjetrepublieken zal hier wellicht de aangewezen formule zijn. Het valt nog te bezien of de generaals, die plaatselijk het gezag zullen uitoefenen, niet in hun vroegere gewoonten van 'warlords' zullen hervallen. In de kleine Europese gecentraliseerde staten is het niet moeilijk, ééns dat men de macht in handen heeft, iedere politieke oppositie te smoren. In China kunnen de communisten geen gecentraliseerd staatsapparaat overnemen want dat bestaat niet. Het moet worden geschapen. Aan deze taak hebben zich velen reeds vruchteloos gewaagd. Daarom is het te voorzien dat de onmiddellijke gevolgen van de ommekeer in China niet zó vèrstrekkend zullen zijn. In de veronderstelling dat, ondanks alles, Mao-Tse-Toeng er in slaagt een sterke communistische staat op te bouwen, dan rijst inderdaad de vraag of dergelijke georganiseerde massa een soepel instrument in de handen van Moskou zal zijn. Op dit gebied is de vergelijking met de Europese satellietstaten evenmin mogelijk. Misschien zou China zich dan wel herinneren welke de houding van de Sovjet-Unie aanvankelijk te zijnen opzichte geweest is. | |
De positie van de Sovjet-UnieIn strijd met wat kon worden verwacht, hebben de zegepralen van Mao-Tse-Toeng geen storm van geestdrift in de Sovjetpers ontketend. Blijkbaar wordt de vreugde hierover in Rusland door een zekere malaise getemperd. De behaalde successen gaan waarschijnlijk de verwachtingen te boven. Niemand, vooral niet in de Sovjet-Unie, onderschat het belang van de nationalistische gevoelens in China. Het avontuur van Borodin is nog niet vergeten. Het spel der Sovjets is daarom voorzichtig en zakelijk. | |
[pagina 1184]
| |
De strategische en economische sleutels van China werden te Yalta in het geheim door de Britse en Amerikaanse Regeringen aan Stalin overhandigd. De door het Rusland der Tsaren verworven posities in Noord-Oost China werden aan Stalin teruggeschonken (contrôle over de spoorwegen alsook over de havens Dairin en Port-Arthur). Op dit gebied achtte men het overbodig de toestemming van China te vragen. Deze toestemming kwam - noodgedwongen ten overstaan van het éénheidsfront der Grote Drie - in ruil van de verbintenis van de Sovjet-Unie hulp en bijstand te verlenen aan de Chinese Nationale Regering. De Sovjet-Unie heeft woord gehouden door, ook thans nog, deze regering officieel te blijven erkennen. Het geldt hier één der pijnlijkste bladzijden uit de hedendaagse geschiedenis. Mandsjoerije is het enig gebied in China waar een oorlogsindustrie van enig belang bestaat. Het industrieel apparaat dat met Japans kapitaal en onder Japanse controle ten tijde van de Mandjoekwo-Staat werd opgericht, was bestemd om een kapitale factor te vormen bij de economische wederopbouw van China. Na de val van Japan maakte Rusland echter van de korte bezettingsperiode gebruik om dit industrieel apparaat grotendeels naar veilige oorden te verplaatsen. Het totaal verlies hierdoor door China ondergaan wordt op 858 millioen dollar geschat. Wat na die operatie aan industriële bedrijven nog overbleef, ondermeer de mijnen die moeilijk konden worden verplaatst, werd het voorwerp van een regeling met de Chinese communisten aan wie een zeker aandeel in het beheer werd gegund. De machtspositie die Rusland aldus verkregen heeft, kan evenzeer tegenover afwijkende Chinese communisten als tegen niet-communistische regimes worden gebruikt. Deze niet toevallige Russische actie schijnt er op te wijzen, dat de Sovjet-Unie ongraag de snelle oprichting van een machtig modern en goed uitgerust Chinees grondgebied zou zien. Zelfs indien de Sovjet-Unie over de materiële middelen moest beschikken om aan het China van Mao-Tse-Toeng de nodige grondstoffen, materieel en kaders te verschaffen, dan is het nog allerminst zeker dat ze dit onmiddellijk zou doen. De kwestie stelt zich echter niet. Rusland en zijn satellietstaten hebben zelf nog te grote behoefte aan industriële wederuitrusting om China op dit ogenblik doelmatig te kunnen helpen. Hier is Mao-Tse-Toeng bijgevolg geheel op het Westen aangewezen. Dit verklaart ten dele zijn matige en verzoenende houding ten overstaan van Westerse belangen. | |
De positie van de U.S.A.De over het algemeen zo geroemde Amerikaanse éénsgezindheid in buitenlandse aangelegenheden, is ver van bereikt in zake het Chinees probleem. Vele Amerikanen, onder andere Harold Stassen, kwamen op voor verdere en ruimere steun aan de Nationalistische Regering. Zij | |
[pagina 1185]
| |
stuitten op de hardnekkige weerstand van de Truman-administratie en inzonderheid van Staatssecretaris Acheson, die als zijn mening te kennen gaf, dat dergelijke hulp bijna zeker tot een catastrophe zou leiden. Zijn positie is zeer sterk omdat algemeen wordt aangenomen dat aan het principe van de prioriteit der materiële hulp aan Europa - een principe dat Roosevelt tijdens de oorlog voor de militaire hulp toepaste - niet mag getornd worden. Overigens meent Acheson dat verdere steun aan Tsjang-Kai-sjek niet in staat zal zijn om de loop der huidige gebeurtenissen merkelijk te wijzigen. De Amerikanen vrezen bovendien door een koppig vasthouden aan een in hun ogen verloren zaak, hun kansen voor de toekomst te compromitteren. Zij rekenen er namelijk op dat het sterke Chinese nationalisme en de Russische imperialistische neigingen, die vooral in Noord-China tot uiting komen, eens tot ernstige wrijvingen zullen leiden. Daarom weigert het Amerikaanse Staatsdepartement volstrekt een harde houding tegenover Mao-Tse-Toeng aan te nemen. Dergelijke houding zou als zekerste gevolg hebben de Chinese communisten te verplichten ten allen prijze hun heil te zoeken bij de Sovjet-Unie. Daarbij komt nog de druk uitgeoefend door de handelskringen. Zij wijzen op het voorbeeld van Groot-Brittannië dat, wegens zijn neutrale houding in het Chinese vraagstuk, in een bijzonder gunstige commerciële positie verkeert. Zelfs de Amerikaanse missionarissen vragen om hun taak niet lastiger te maken door het boycotteren van het nieuwe regime. De New-York Times vatte enige weken geleden de politiek van de U.S.A. tegenover China als volgt samen: Vriendschap met het Chinese volk, zonder een bepaalde groep te bevoordelen. Geen militaire tussenkomst meer. Eens moet het nieuwe regime kunnen erkend worden. Men kan niet rekenen op een vriendschappelijke houding vanwege het communistisch China. Het nationalisme dat de huidige onvriendelijke houding tegenover de U.S.A. verklaart, zal zich - zo hoopt men - eens tegen de Sovjet-Unie keren. | |
PerspectievenIndien niet alle tekenen bedriegen, zal China binnen afzienbare tijd geheel onder communistisch bewind staan. De eventuele vorming van een coalitieregering kan hieraan weinig wijzigen. Niet slechts sociale wantoestanden en corruptie van leidende kringen zijn oorzaak van wat thans gebeurt; er is ook de manier waarop het Westen China - en over het algemeen de achterlijke gebieden - heeft behandeld. Men denke terug aan de opium-oorlog, aan de oorlog der Boxers, aan de handelsbetrekkingen die het Hemelse Rijk niet wenste, aan de verdragen op voet van | |
[pagina 1186]
| |
ongelijkheid gesloten en, last but not least, aan het jongste Yalta 'gentlemen agreement'. Het Westen plukt thans de vruchten van een droevige Verre-Oosten politiek. Het Chinese volk wordt geleid door een diepe drang naar nationale zelfstandigheid, naar sociale rechtvaardigheid en naar economische ontvoogding. Uitgeput door tientallen jaren oorlog, burgeroorlog en wanbeheer, was het bereid om gelijk welke beweging te volgen die onmiddellijk tastbare voordelen schijnt op te leveren. Dergelijke beweging was niet te stuiten: 'A movement that meets the needs of the people cannot be stamped out with a ruthless boot: the challenge must be met by something better.'Ga naar voetnoot1. Zal de rode vloedgolf de zuidelijke grenzen van China niet overspoelen? Zal ze zich niet over Zuid Azië, met name over Indochina, Siam, Birma, de Maleise staten en Indonesië, uitspreiden? Het gevaar is niet denkbeeldig. Meer dan militaire en economische hulp aan die gebieden, kan een politiek die tegenover het communisme 'iets beters' weet te stellen het dreigend gevaar weren. Wanneer men de toestand in Azië in zijn geheel overschouwt, dan is de wens van India om in het raam van het Commonwealth met het Westen samen te werken, zowat het enige belangrijke lichtpunt aan een sombere horizon. De verdienste er van komt geheel toe aan de moedige en realistische politiek die Groot-Brittannië tijdig heeft toegepast. Een Brits Dominion, Australië, dat zich het meest blootgesteld voelt, ijvert thans voor het sluiten van een Pacific-pact dat enigszins het tegenwicht zou vormen tegen de enorme machtsconcentratie waartoe de verbondenheid van de Sovjet-Unie met China leiden kan. Men kan zich moeilijk ontdoen van de indruk, dat de dreigende betekenis van dit perspectief in het Westen en vooral in de U.S.A. wordt onderschat. Beaat optimisme en struisvogelpolitiek kunnen hier weinig helpen. Uit Mao-Tse-Toeng's verklaringen blijkt duidelijk, dat in geval van internationale verwikkelingen de nieuwe democratie aan de zijde der Sovjet-Unie zal staan. In de Veiligheidsraad zal de Sovjet-Unie binnen afzienbare tijd niet meer geïsoleerd zijn. Een meningsverschil tussen de grote Westerse mogendheden zal dan volstaan om de taak van de Sovjet-Unie in de U.N.O. aanzienlijk te vergemakkelijken. Wie weet of ook de Verenigde Staten, in zulk geval, niet een dankbaar gebruik van het veto-recht zullen moeten maken! Is het nodig er aan te herinneren, dat Moskou het er steeds op aanstuurde een wig te drijven tussen de Westerse wereld en zijn exploitatiegebieden | |
[pagina 1187]
| |
ten einde het kapitalistisch systeem aan de basis te ondermijnen? Naar de woorden van de pioniers der Russische Revolutie 'kan de werkelijke wereldrevolutie eerst beginnen wanneer de honderden millioenen volkeren van Azië zich in beweging zetten'. En Lenin verklaarde reeds dat het Westen alleen door het Oosten kan worden overwonnen. In een wereld waarin, op enkele randgebieden na, het Euraziatisch continent één enorm georganiseerd en door vaste handen geleid gebied zou vormen, wordt zelfs de positie van de U.S.A. onhoudbaar. Zó ver is het natuurlijk nog niet. Heel wat hindernissen liggen op de weg naar een monolithisch Euraziatisch communistisch blok. De deur staat in Europa én in Azië voor het Westen nog open - een 'economische' deur, die echter onvermijdelijk ook in zekere mate tot politieke invloeden toegang verleent. In een verre toekomst vermoedt men zelfs de kans, dat van de geweldige krachten die in het Oosten ontketend zijn: de communistische leer en de Russische politieke ambitie enerzijds, het Chinees nationalisme en de Chinese beschaving anderzijds, de laatste het sterkst zullen blijken. Met bijna volstrekte zekerheid kan men zeggen dat een 450 millioenen volk, fier en zelfbewust, tevens drager van een verfijnde en hoogstaande beschaving, eens dat het economisch en militair het peil van een moderne staat zal hebben bereikt, zich niet, als een kleine satellietstaat, door een vreemde mogendheid op sleeptouw zal laten nemen. De satelliet zou wel eens de planeet kunnen worden. Dat China een buitenlandse doctrine zou aanvaarden zonder ze te 'siniseren', kan men zich nauwelijks indenken. 'Indien een land als China kon bewijzen dat een communistisch stelsel niet noodzakelijk met een politioneel of een antichristelijk regime moet gepaard gaan, dan zou meer voor de zaak van de wereldvrede zijn bereikt dan indien de communisten in China de nederlaag zouden geleden hebben' (Manchester Guardian, 14 April 1949). Men zou dan kunnen zeggen, dat het communisme geen communisme meer zou zijn... zoals Stalin zegt dat - indien in het Westen de vruchten van de technische vooruitgang aan de volksmassa zouden ten goede komen - het kapitalisme geen kapitalisme meer zou zijn. Waarom zou het communisme - evenzeer als het kapitalisme - en zoals overigens ieder maatschappelijk systeem of verschijnsel niet evolueren? Zou het te vermetel zijn te geloven, dat China, het enorme China, het oude en wijze China, de smeltkroes zou worden waar beide tegengestelde systemen zouden gelouterd en opgelost worden in een zuiverder maatschappelijk stelsel dat aan de gekwelde wereld eindelijk een poze van rust en vrede zou schenken? |
|