Streven. Jaargang 1
(1947-1948)– [tijdschrift] Streven [1947-1978]– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 673]
| |
[1948, nummer 7]De morele en religieuze Persoonlijkheid van JesusGa naar voetnoot1.
| |
[pagina 674]
| |
aan het talent van hun schrijvers, als wel aan de boodschap die zij inhouden, en aan de morele en religieuze persoonlijkheid van Hem die deze boodschap bracht. Nooit hebben de Christenen nagelaten de Evangeliën te lezen en te verklaren, om zodoende een grondiger inzicht in de persoonlijkheid van Jesus te verkrijgen. Sinds de XIXe eeuw echter zagen synthetische studiën het licht die zich ten doel stelden een beeld van Jezus' persoonlijkheid te geven, zoals men dit uit het geheel der evangelische gegevens kan opmaken. Ook wij zouden een dergelijk beeld willen schetsen, zoals blijkt uit de titel van ons essay. Die titel bepaalt nader, dat we Jesus vooral zullen beschouwen in zijn morele en religieuze persoonlijkheid. Hij heeft toch vooral geleefd voor de godsdienstige en zedelijke waarden. Met het woord 'persoonlijkheid' bedoelen we in deze studie een concreet geheel van menselijke gesteldheden ten overstaan van verscheidene waarden. Dit geheel van gesteldheden is niet precies het ik; het is eerder vervat in het ik, als in een laatste subjectieve eenheid. Om het ik van Christus aan te duiden, - waarin, volgens ons katholiek geloof, niet enkel een menselijke natuur met al haar gesteldheden, maar ook de goddelijke natuur is vervat, - om het ik van Christus aan te duiden, zullen we de term 'persoon', niet 'persoonlijkheid' gebruiken. De persoon van Christus is goddelijk. Hetgeen we echter zijn persoonlijkheid zullen noemen is een psychologische, menselijke werkelijkheid. Onze beschrijving van Jesus' persoonlijkheid zal vooral steunen op de drie synoptische Evangeliën, en slechts bij wijze van aanvulling op het Evangelie van sint Jan. Want de historische betrouwbaarheid van Johannes, die we zeker erkennen, is van een andere aard als die der synoptici. Er zijn zeer gegronde redenen om aan te nemen, dat deze laatsten, die in nauw verband staan met de eerste catechese der apostelen, Jesus' gezegden nogal naar de letter weergeven. Een zo letterlijke getrouwheid zoekt sint Jan echter niet. Het bewijs hiervan werd meermalen gegeven, en een korte opmerking daarover zal hier volstaan. Jesus' redevoeringen, in het Evangelie van Johannes, ontwikkelen uitvoerig enkele grote theologische themas, die door de synoptici slechts vermeld of terloops aangeroerd worden. Bovendien bestaat er een zeer groot verschil tussen de spreekwijze van Jesus in het vierde Evangelie en bij de synoptici. Welnu, de thema's die in de redevoeringen van het vierde Evangelie vooral in het licht worden gesteld, treden ook in de eerste Brief van sint Jan op de voorgrond; en de eigen vorm van Jesus' taal in Johannes' Evangelie benadert op een eigenaardige manier de zo kenschetsende stijl van Johannes' Brieven. Dat alles wordt niet voldoende | |
[pagina 675]
| |
verklaard door de keuze welke de evangelist deed onder Jesus' redevoeringen. Wij erkennen, dat hij echte redevoeringen en gesprekken van zijn Meester weergeeft, maar zoals hij ze verwerkt heeft door een levenslang voortgezette overweging. Het zijn nog Jesus' gedachten, maar door de zeer uitgesproken persoonlijkheid van de leerling opnieuw doordacht. Deze heeft niet alleen aan alles zijn eigen stijl gegeven, maar ook die delen uit de blijde boodschap het sterkst in het licht gesteld welke de hoofdthema's van zijn eigen contemplatie vormden. Daar dit zo is, zal men het wel er over eens zijn, dat een poging om Jesus' persoonlijkheid onder het wisselend en geschakeerd geheel harer uitingen terug te vinden vooral op de synoptici moet steunen. In geschriften van hedendaagse psychologen wordt soms onderscheid gemaakt tussen de tendenties van de mens om zichzelf te affirmeren, zichzelf te laten gelden, en zijn tendenties om zich naar de anderen toe te wenden. Sommige zielsgesteldheden - goede of slechte - maken eerder deel uit van een gerichtheid der persoonlijkheid naar het eigen ik. Zij drukken uit wat men wil zijn in zichzelf en voor zichzelf; aldus de sterkte en de bescheidenheid, het vasthouden aan eigen rechten en de onbuigzaamheid. Maar er zijn ook gesteldheden die eerder naar buiten gekeerd zijn, die uitdrukken hoe men anderen eerbiedigen wil, hoe men zich aan hen wil toevertrouwen of wegschenken; aldus de rechtvaardigheid en de toewijding, de inschikkelijkheid en de toegevendheid. De tendenties om zich naar anderen toe te wenden kunnen ofwel de naaste tot voorwerp hebben, ofwel, op een hoger plan, God zelf. Zo krijgen we een drievoudige indeling: gesteldheden om zichzelf te affirmeren, gesteldheden om zich toe te wenden naar de naaste, gesteldheden om zich aan God over te leveren. Deze inleiding zal de gang van onze studie leiden. In een eerste artikel zullen wij trachten uiteen te zetten hoe de persoonlijkheid van Jesus zich affirmeerde; in een tweede, hoe Jesus gegaan is naar zijn broeders; in een derde, hoe Hij zich gegeven heeft aan zijn hemelse Vader. Die orde lijkt ons heel natuurlijk en tevens werkelijk geschikt voor de beschrijving van Jesus' persoonlijkheid. Concreet gezien, zijn de grenzen tussen de drie soorten van gesteldheden welke wij zoëven hebben bepaald, niet scherp afgebakend. De eenvoud, bij voorbeeld, behoort tot de wijze waarop men zichzelf affirmeert; maar hij kan best de hoedanigheid zijn van een ziel die ongedwongen alles tot God terugbrengt. In dat geval blijft hij niet helemaal buiten het gebied van de zelfovergave aan God. De zachtmoedigheid heeft haar eigen plaats tussen de verschillende wijzen om zich naar de naaste toe te wenden. | |
[pagina 676]
| |
Doch vaak is zij als het ware doordrongen van nederigheid en van overgave aan de goddelijke Voorzienigheid. In haar ligt dan een bepaalde wijze besloten om zichzelf bescheiden te affirmeren en om zich aan God weg te schenken. Dit ineengroeien van gesteldheden aan onze drie categorieën ontleend zal geen moeilijkheid met zich meebrengen. Veeleer zal het beletten, dat onze drievoudige indeling de concrete eenheid van Jesus' persoonlijkheid uit het oog zou doen verliezen. In de drie bovengenoemde artikelen, zullen er wij ons voor hoeden de feiten volgens een stelselmatig schema van deugden of gesteldheden te classeren. Eerder zal er naar gestreefd worden een orde te volgen die als vanzelf ontspruit uit de gegevens der Evangeliën. In de loop van onze uiteenzetting zullen wij Jesus' uitspraken aantreffen niet alleen over zijn waardigheid als Messias, maar ook over zijn transcendente souvereiniteit als Mensenzoon, en over de heilige band die Hem, de Zoon, met de hemelse Vader verenigt. Wie de persoonlijkheid van Jesus wil leren kennen, moet met die geheimnisvolle verklaringen rekening houden. Immers, als iemand op een zo ontzettende grootheid aanspraak maakt, dan is zijn persoonlijkheid daar ten nauwste in betrokken. Het kan een uitlating zijn van een geïllumineerde, slachtoffer van zijn grootheidswaanzin; maar het kan ook de uitdrukking zijn van een ondoorgrondbaar mysterie, dat een stempel zal drukken op de hele geestelijke houding van wie het in zich draagt. Daaruit blijkt, dat een studie over Jesus' persoonlijkheid niet volledig kan zijn, zolang men geen stelling neemt omtrent het geheimzinnig getuigenis dat Hij over zichzelf gaf. Zo zullen wij er dus toegebracht worden een vierde artikel te schrijven met als titel, 'De Zoon van God'. Wij zullen er de overige manifestaties van Jesus' morele en religieuze persoonlijkheid vergelijken met de aanspraak die Hij er op maakt de Zoon van God te zijn, gekomen om de rol van Messias en Mensenzoon te vervullen. Het zal dan blijken, dat Jesus een grootheid bezit, zo in harmonie met het goddelijk mysterie waarop hij zich beroept en zo onverklaarbaar buiten dit mysterie, dat zij een uitnodiging inhoudt om te aanvaarden wat zonder haar werkelijk ongeloofbaar zou zijn. Graag zouden wij zeggen, dat het mysterie van Jezus' goddelijk zoonschap als de sleutel zal voorkomen van het geheim zijner persoonlijkheid. | |
[pagina 677]
| |
De zelfaffirmatie van Jezus' persoonlijkheidIn het teken van de eenvoud.Een der dingen die het meest treffen bij de lezing der Evangeliën is de heerlijke eenvoud van Jesus' gedachten en van zijn hart. Zijn woorden en redevoeringen bevatten een boodschap die zich in de godsdienstige geschiedenis der mensheid voordoet als iets heel nieuws en als een ongeëvenaard toppunt. Niettemin klinken ze heel natuurlijk en laten geen inspanning bespeuren; ze doen aan als het frisse opborrelen van een bron. Laten wij maar even herinneren aan enkele van Jesus' woorden; de Evangeliën tellen er zovele van gelijk gehalte. 'Ik zeg u: Bemint uw vijanden, en bidt voor wie u lasteren en vervolgen; opdat gij kinderen moogt zijn van uw Vader in de hemel, die zijn zon doet opgaan over slechten en goeden, en het regenen laat over rechtvaardigen en onrechtvaardigen'Ga naar voetnoot1.. 'Zorgt er voor, dat gij uw gerechtigheid niet beoefent voor het oog van de mensen, om door hen gezien te worden; anders zult gij geen loon ontvangen bij uw Vader, die in de hemel is'Ga naar voetnoot2.. 'Als ge dus uw offergave brengt naar het altaar, en u daar herinnert, dat uw broeder iets tegen u heeft, laat dan uw offer voor het altaar staan, en ga u eerst met uw broeder verzoenen; kom dan terug, en draag uw offer op'Ga naar voetnoot3.. 'Ik zeg u: zo zal er meer vreugde zijn in de hemel over een zondaar die zich bekeert, dan over negen en negentig rechtvaardigen, die geen bekering behoeven'Ga naar voetnoot4.. En dan Jesus' gelijkenissen, waarnaar kinderen met verrukking kunnen luisteren en waarin toch een hemelse wijsheid besloten ligt! 'Luistert! Zie, de zaaier ging uit om te zaaien...'Ga naar voetnoot5. 'Twee mensen gingen op naar de tempel om er te bidden: de een was een farizeeër, de ander een tollenaar'Ga naar voetnoot6. 'Wat dunkt u? Zo iemand honderd schapen heeft, en een daarvan is verdwaald...'Ga naar voetnoot7.. 'Het rijk der hemelen is gelijk aan een koning, die een bruiloftsmaal gaf voor zijn zoon...'Ga naar voetnoot8.. Doch is het wel nodig te herinneren aan wat in ieders geheugen ingeprent blijft? Het is leerrijk een vergelijking te maken tussen de gedachtengang van Jesus, en die van sint Paulus. De meester kondigt het mysterie van het Godsrijk aan op een heel natuurlijke en ongedwongen wijze, alsof het iets vanzelfsprekend was. Jesus' blik schouwt in Gods diepten, maar het is, als het ware, de blik van een kind; Hij schijnt vertrouwd te zijn met die diepten. Paulus | |
[pagina 678]
| |
staat tegelijkertijd in bewondering tegenover de mysteries die hij peilt, en als verslagen door hun grootheid. Zijn gedachten zijn gedrongen, ingewikkeld, gewrongen, met plots een brede vleugelslag; zij verraden de spanning van zijn geest en een diep ontzag voor hetgeen de mens oneindig te boven gaat. In het Evangelie van sint Jan mist men reeds de onnavolgbare eenvoud der synoptici. Ten dele zal dat weliswaar een gevolg zijn van de door sint Jan gemaakte keuze der redevoeringen en gesprekken; maar het hangt ook samen met het reeds vermelde feit, dat Johannes de gedachten van Jesus eerst weergeeft, zoals hij ze zelf verwerkte. Pascal heeft de verrassende eenvoud der gedachten van de Meester treffend opgemerkt: 'Jésus-Christ a dit les choses grandes si simplement qu'il semble qu'il ne les a pas pensées, et si nettement qu'on voit bien ce qu'il en pensait. Cette clarté jointe à cette naïveté est admirable'.Ga naar voetnoot1. De eenvoud van Jesus' onderricht houdt verband met de Hem eigen wijsheid. Men kan redeneren over de dingen van God, als philosoof of als theoloog; men kan er ook over spreken vanuit een rechtstreeks beleven. Er bestaat een kennis van de goddelijke dingen die discursief en zuiver notioneel is, maar er bestaat er ook een die eerder intuïtief moet genoemd worden en affectief. Aan deze laatste is de kennis welke de prediking van de meester bezielt ongetwijfeld verwant. Ook andere grote religieuze figuren bezaten in hoge mate een intuïtief inzicht in de zedelijke en godsdienstige waarden. Toch bemerkt men, hoe, zelfs bij de grootsten onder hen, het verwerven van de wijsheid zich slechts langs aarzelend zoeken of trapsgewijze heeft voltrokken. Zarathoestra smeekt de wijze God, Ahura-Mazdâ, hem te leren of hij niet op de verkeerde weg is bij zijn godsdienstige hervormingGa naar voetnoot2.. Na jarenlange onvruchtbare ascetische oefeningen, ontvangt Boeddha, 's nachts, onder een vijgeboom van de Uruvelâ, de grote verlichting die hem voor goed zijn weg naar de bevrijding toontGa naar voetnoot3.. De Evangeliën integendeel brengen geen sporen van een aarzelend, zoekend en zich evoluerend denken. De jonge Meester is ongeveer dertig jaar oudGa naar voetnoot4.. Hij ontving geen onderricht van de rabbijnenGa naar voetnoot5.; maar Hij brengt een voldragen wijsheid mee, die de verhouding van de mensen tegenover God grondig vernieuwt. Die wijsheid trotseert de eeuwen. En hoevelen onder hen die de religieuze mensheid het meest tot eer strekken, hebben daar niet de boodschap herkent waar het beste in hen op wachtte! Nogmaals, hoe kon het geschieden, dat een zo nieuwe en zo verheven | |
[pagina 679]
| |
wijsheid gekenmerkt werd door zoveel eenvoud, men zou haast zeggen door zoveel argeloosheid? Hier staat men voor een van de trekken, die de persoonlijkheid van Jesus zo geheimnisvol maken. Het klinkt paradoxaal, maar het is ten volle juist te spreken van het mysterie van Jesus' eenvoud. De eenvoud van de Meester is niet alleen een kenmerkende trek van zijn gedachtenleven, hij is ook een hoedanigheid van zijn hart. De rechtschapenheid is Jesus zo dierbaar, dat Hij er zich niet mede tevredenstelt het misbruik van eedformules te veroordelen; Hij zou willen, dat men het geheel en al zonder eed kon doen: 'Ik zeg u echter, in het geheel niet te zweren... Maar uw woord zij: ja, als het waar is, neen, als het niet waar is; wat daar bij komt, is uit den boze'Ga naar voetnoot1.. Zijn liefde tot de ziele-klaarheid geeft Hem een afschrik voor al wat op schijnheiligheid of dubbelhartigheid lijkt in de beoefening van de godsdienst. Hij wil, dat de aalmoes, het gebed, het vasten in stilte gebeuren, omwille van de Vader die in het verborgen ziet en het vergelden zalGa naar voetnoot2.. De zedelijkheid van het uitwendig gedrag is Hem niet genoeg, zolang zij niet gepaard gaat met die van de geheimste verlangensGa naar voetnoot3.. Voor altijd heeft Hij de farizeese houding gebrandmerkt, die meer bekommerd is om uitwendige practijken en formalistische casuïstiek, dan om de gesteltenissen des harten en de milddadigheid jegens de naasteGa naar voetnoot4.. Ook waarschuwt Hij tegen de illusie, die bestaat in het kweken en uitdrukken van schone gevoelens, zonder dat men bezorgd is voor de hervorming van het leven: 'Niet iedereen, die tot Mij zegt: Heer, Heer! zal binnengaan in het rijk der hemelen; maar wel wie de wil van mijn Vader volbrengt, die in de hemelen is'Ga naar voetnoot5.. De zuiverheid van de mening moet van die aard zijn, dat men het goede nastreeft, zonder welgevallig op zijn goede daden terug te zien: 'Maar als gij een aalmoes geeft, laat dan uw linkerhand niet weten wat uw rechterhand doet'Ga naar voetnoot6.. Jesus spreekt over de zedelijke goedheid als over een inwendige gaafheid en helderheid: 'Uw oog is de lamp van het lichaam. Als uw oog goed is, dan is heel uw lichaam verlicht; maar deugt het niet, dan is ook uw lichaam in het duister. Zorgt er dus voor, dat het licht in u geen duisternis wordt'Ga naar voetnoot7.. Die helderheid van het gemoed staat tegenover het duister geweten van de verdeelde zielen, degenen namelijk die tegelijkertijd 'God en de Mammon' willen dienenGa naar voetnoot8.. Er bestaat een eenvoud die inwendige armoede verraadt of die voortvloeit uit een starre, geometrische geestesgesteldheid. | |
[pagina 680]
| |
Zo is de eenvoud van Jesus niet, waar niets arms, niets doctrinairs in voorkomt. Deze man, die geheel in het goddelijke opgaat, bekijkt toch de dingen te midden waarvan Hij leeft met een oprechte belangstelling. Het Galilees milieu met de bijzonderheden uit het dagelijks leven van landbouwers en vissers, illustreert zijn onderricht, dat daardoor zo een indruk maakt van open lucht en volle zon. Hij spreekt over de leliën des velds en de vogels in de lucht, over de voorboden van regen en hitte, over de tarwe die in de schuren verzameld wordt, over de wijn die men in zakken giet en over het net dat in het meer wordt geworpen. Er is plaats in zijn redevoeringen voor de hen, die de kuikens onder haar vleugels vergadert, voor een verloren drachme en een verloren schaap, voor de kinderen die in hun spel een feestelijke optocht of een begrafenisstoet organiseren, voor een bruiloftsmaal en voor de redding van de jongen of de os die in de put viel. Zijn concrete aard, zo gemoedelijk en tegelijk zo kies, openbaart een frisse gevoeligheid die de gezonde bekoorlijkheid der dingen geniet, en waarin eenieders vreugden en smarten hun weerklank vinden. Jesus spreekt niet als een verbitterd pessimist en evenmin als een strenge asceet. Al is zijn godsdienstig leven getrouw tot heldhaftigheid toe, al vindt men er eenzaamheid en vasten inGa naar voetnoot1., toch is het zeer menselijk gebleven, menselijker gewis dan dat van Johannes de Doper. Bekrompen geesten maakten hieromtrent een vergelijking die niet gunstig uitviel voor Jesus. Zij hadden bij Hem en bij zijn leerlingen meer ascetische prestaties willen zienGa naar voetnoot2.. De rijke menselijkheid van Jesus verklaart het gemak waarmede Hij verkeert met de achterdochtige FarizeeënGa naar voetnoot3., en zijn even slagvaardige als juiste antwoordenGa naar voetnoot4.. Hij schuwt niet met de misprezen tollenaars om te gaanGa naar voetnoot5.. Vriendschap weet Hij te sluitenGa naar voetnoot6.; en de meesten van hen die Hij tot zijn medewerkers heeft gemaakt, blijven innig aan Hem gehechtGa naar voetnoot7.. Zijn invloed op de massa is zeer groot.Ga naar voetnoot8. Diep menselijk, gaat de eenvoud van Jesus ook gepaard met voorzichtigheid en bezonnenheid. De Meester is geen revolutionnair die met het ganse verleden wil breken om een geheel nieuwe wereld op te bouwen. Veeleer bekrachtigt Hij de Wet en de Pro- | |
[pagina 681]
| |
feten, als de voorbereiding tot het door Hem aangekondigde rijk van God: 'Ik ben niet komen opheffen - zegt Hij - maar volmaken'Ga naar voetnoot1.. Hij geeft zich rekenschap van de grote vernieuwing die Hij brengtGa naar voetnoot2., en dat men geen lap ongekrompen laken op een oud kleed zet, noch nieuwe wijn in oude zakken gietGa naar voetnoot3.; maar Hij weet ook met beleid te werk te gaan bij de mededeling van zijn boodschap. Het volk en de discipelen leren geleidelijk, ieder op eigen wijze, datgene waarop Hij hen eerst voorbereid heeftGa naar voetnoot4.. Petrus wordt er toe gebracht de waardigheid van Messias, die de Meester zich toekent, gedeeltelijk door zichzelf te ontdekkenGa naar voetnoot5.. Jesus poneert beginselen waardoor de louter positieve voorschriften der Mosaïsche Wet vroeg of laat in verval moeten komenGa naar voetnoot6., die voorschriften namelijk welke de godsdienst van Israël opsluiten binnen eigen nationale grenzen. Nochtans schaft Hij niets af; de tijd zal het wel doen. Ondertussen laat Hij de overbodige practij ken varen, die de Farizeeën naar believen hebben bijgevoegd, en Hij valt openlijk een casuïstiek aan die even weinig godsdienstig als menselijk isGa naar voetnoot7.; Hij legt de volle nadruk op de zedelijke geboden der WetGa naar voetnoot8., en Hij spoort allen aan om in kinderlijke geest de barmhartige goedheid van de hemelse Vader na te volgenGa naar voetnoot9.. Het samen gaan van zijn eenvoud met een volmaakte voorzichtigheid dwingt bewondering af. Het is niet te verwonderen, dat Hij aan de zijnen aanbevolen heeft de eenvoud van de duif met de voorzichtigheid van de slang te verenigenGa naar voetnoot10.. Sint Franciscus van Assisi is ontegenzeglijk een der meest bekoorlijke gestalten van het Christendom. Zijn dorst naar de gelijkenis met Christus werd wellicht niet geëvenaard. De ziele-klaarheid van de Meester werd bijzonderlijk weerspiegeld in de heldere eenvoud van de Poverello. Maar hoe aantrekkelijk, gezond en heilig die eenvoud ook moge geweest zijn, men doet hem geen onrecht, wanneer men erkent, dat hij grenzen heeft gehad welke de eenvoud van Jesus niet kende. Klaarblijkelijk had Franciscus minder zin voor de werkelijkheid, en zijn vasthouden aan een niet te verwezenlijken ideaal heeft de tragiek veroorzaakt van zijn laatste jaren. | |
Nederigheid en toegankelijkheidWare eenvoud is onmogelijk zonder nederigheid. De hoogmoe- | |
[pagina 682]
| |
dige en de ijdele hebben een masker nodig. Alleen de nederige aanvaard door de anderen en door zichzelf gekend te worden zoals hij is. De nederigheid is een opvallend kenmerk van Jesus' persoonlijkheid. Zij treedt vooreerst aan het licht in toegankelijkheid van de Meester. Het ligt hoegenaamd niet in zijn aard de mensen uit de hoogte te behandelen. Al staat Hij, door zijn wijsheid en door zijn bekommernissen, zo ver boven zijn apostelen, toch blijft Hij bij hen in een intieme omgang van elken dag, en Hij vormt ze met een vertrouwelijke tegemoetkomingGa naar voetnoot1.. Hij is toegankelijk voor de volksmassa's die Hem vaak rust noch duur gunnenGa naar voetnoot2., toegankelijk voor de zieken die zich aangetrokken voelen door zijn gaven als wonderdoenerGa naar voetnoot3., toegankelijk ook voor tollenaars en zondaars, zodat zijn tegenstanders Hem verwijten dat Hij hun 'vriend' isGa naar voetnoot4.. Tegen de bezwaren der apostelen in, onthaalt Hij de kleine kinderen die men bij Hem brengt; Hij zegent hen en stelt hen ten voorbeeldGa naar voetnoot5.. Hij weet dat zijn ootmoed Hem toegankelijk maakt en Hij wil het ook zo: 'Neemt mijn juk op, en leert van Mij, - verklaart Hij, - omdat Ik zachtmoedig ben en nederig van harte'Ga naar voetnoot6.. Jesus houdt niet van wat men sensatie-wonderen zou kunnen noemen. De Farizeeën vragen er Hem een, maar Hij weigert hetGa naar voetnoot7.. We mogen zeggen, dat zijn wonderen in het algemeen voorkomen als daden van medelijden en vrijgevigheid; het is alsof zijn hart het niet kon nalaten ze te schenken. Overigens tracht Hij zoveel mogelijk te verhinderen dat ze ruchtbaar worden. Want dat wekt hartstochtelijke verwachtingen van messiaanse en nationalistische aard, die het er op aanleggen Hem van zijn weg te doen afwijkenGa naar voetnoot8.. Die weg vat Hij op als een nederige dienst: 'De Mensenzoon is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen'Ga naar voetnoot9.. Zijn leerlingen hebben het anders voor. Zij hopen dat Hij weldra een heerlijk messiaans koninkrijk zal stichten; en reeds twisten zij om de verdeling van de hoge waardigheden in dat rijk. Meer dan eens berispt de Meester hen hierom, zelfs nog op de laatste avond die Hij met hen doorbrengtGa naar voetnoot10.. Die avond wast Hij hun voeten als een nederig dienaar, om hen | |
[pagina 683]
| |
eindelijk te dwingen zijn geest te begrijpenGa naar voetnoot1.. Alleen de nederigheid maakt het mogelijk het kwetsend optreden van anderen geduldig te verdragen; alleen een nederigheid van zuiver gehalte laat het toe, als men op de rechterwang geslagen wordt, de linkerwang aan te bieden, en dit zo te doen dat men zich daarbij niet verlaagt. Door dat gebaar te durven aanradenGa naar voetnoot2. onthult de bergrede sublieme mogelijkheden welke het Jodendom niet kendeGa naar voetnoot3.. Welnu Jesus heeft niet alleen zo gepredikt, Hij heeft ook het voorbeeld gegeven; in de eerste Brief van sint Petrus wordt de herinnering daarvan bewaard: 'Hij hoonde niet als Hij gehoond werd, en Hij dreigde niet als Hij leed, maar Hij Het het over aan Hem, die met rechtvaardigheid oordeelt'Ga naar voetnoot4.. Nederig in zijn omgang met de mensen, is Jesus het eveneens in zijn verhouding tot God. Als Gods heraut optredend, trekt Hij zich graag achter Hem terug. Richt iemand tot zijn mensheid woorden van bijzondere lof, dan wijst Hij ze af, en brengt ze terug tot God: 'Waarom noemt ge Mij goed? Niemand is goed, dan God alleen'Ga naar voetnoot5.. Verheft men Hem onrechtstreeks, door de moeder van zulk een zoon zalig te prijzen, dan antwoordt Hij onmiddellijk: 'Zalig eerder, die luisteren naar Gods woord en het beleven'Ga naar voetnoot6.. Zijn nederigheid tegenover God komt treffend tot uiting in zijn volkomen onderwerping aan de wil van zijn Vader. Later komen wij hierop terug. Maar wat een afgrond van nederigheid wordt niet geopenbaard bij voorbeeld door het gebed waaraan Hij zich vastklampt in zijn doodsangst te Getsemani: 'Vader, alles is mogelijk bij U; neem deze kelk van mij weg. Doch niet wat Ik wil, maar wat Gij wilt'Ga naar voetnoot7.. Het loont de moeite zich hier af te vragen, welke de bedoeling van Jesus was, toen Hij zijn leerlingen zo dringend aanspoorde de kinderen na te volgen. Ongetwijfeld wilde Hij ze daardoor opwekken tot nederigheid. 'Wie zich dus vernederen zal als dit kind, - verklaarde Hij, - zal de grootste zijn in het rijk der hemelen'Ga naar voetnoot8.; en daarentegen: 'Wie het koninkrijk Gods niet aanneemt als een kind, zal er niet ingaan'Ga naar voetnoot9.. Laten wij letten op de woorden 'het koninkrijk aannemen als een kind'. Zij geven te verstaan welke de nederigheid is, waarvan Jesus het beeld ziet in de gedragingen der kinderen. Men mag haar een gewillige ontvankelijkheid noemen, die de zielen openstelt voor God. Dat is zo waar, dat Jesus bij een andere gelegenheid de 'kleinen', die de blijde boodschap aanvaarden, stelt tegenover de 'wijzen' en | |
[pagina 684]
| |
'verstandigen', die zich voor haar sluitenGa naar voetnoot1.. 'Toen jubelde Hij het uit', zegt sint Lukas, en dankte zijn Vader, omdat Hij deze dingen 'aan kleinen geopenbaard' hadGa naar voetnoot2.. Die ontroerde dankbetuiging verraadt de neiging van zijn ziel. 'Alles is Mij door mijn Vader in handen gegeven' belijdt HijGa naar voetnoot3.. Men loopt geen gevaar zich te vergissen als men zegt, dat zijn nederigheid vooral bestond in een kinderlijke ontvankelijkheid ten overstaan van God. Hier echter staan wij voor een nieuwe paradox. Jesus bezit een feilloze helderziendheid aangaande de zwakheid en de boosaardigheid van het menselijk hart. Hij waarschuwt Petrus, want 'de geest is gewillig, maar het vlees is zwak'Ga naar voetnoot4.. Hij onthult ongenadig de zelfzuchtige bedoelingen die het beoefenen der deugd heimelijk bedervenGa naar voetnoot5.. Hij zegt gewoonweg tot zijn toehoorders: 'Als gij dus, hoewel ge boos zijt, aan uw kinderen goede gaven weet te schenken, hoeveel te meer enz.'Ga naar voetnoot6.. Hij spreekt ze aan in de trant der profeten: 'Adderenbroed, hoe zoudt gij iets goeds kunnen zeggen, terwijl gij slecht zijt?'Ga naar voetnoot7.. In dezelfde stijl bestempelt Hij zijn Israelitische tijdgenoten als een 'boos en overspelig geslacht'Ga naar voetnoot8.. Aan de Farizeeën, 'vrienden van het geld', verklaart Hij: 'Gij doet u als rechtvaardig voor, in het oog van de mensen; maar God kent uw harten. Want wat verheven is bij de mensen, is een gruwel in Gods oog'Ga naar voetnoot9.. Welnu, Hijzelf belijdt geen onwaardigheid tegenover God. Niets in zijn houding gelijkt op het huiveren van Isaias tegenover de driemaal heilige God. 'Wee mij, - riep deze uit, - ik ben verloren! Want ik heb met mijn ogen de Koning, Jahweh der heirscharen, aanschouwd, ofschoon ik een mens ben met onreine lippen, en onder een volk met onreine lippen verblijf'Ga naar voetnoot10.. Niets in de uitdrukking zijner eigen gevoelens beantwoordt aan het gebed dat Hij zijn leerlingen op de lippen legt: 'Vergeef ons onze schuld, zoals ook wij aan anderen hun schuld vergeven'Ga naar voetnoot11.. Weliswaar begint Hij zijn openbaar leven met zich aan te sluiten bij de menigten die de oproep van Johannes de Doper beantwoorden en het doopsel komen vragen. Het was een doopsel van boetvaardigheid tot voorbereiding van het rijk Gods. Voordat Hijzelf dat rijk zou stichten, wilde Jesus deelnemen aan de publieke boetedoening door Johannes ingericht; daarmee verbond Hij zijn werk met dat van de VoorloperGa naar voetnoot12.. Hij zal wel gehandeld hebben in een geest van boetvaardigheid. Maar een reeks woorden die Hij uitgesproken heeft, sporen ons aan om te erkennen, dat Hij | |
[pagina 685]
| |
hierbij slechts zal gedacht hebben aan boete voor de anderen. Had Hij zichzelf als zondaar beschouwd, dan zou men moeilijk een antwoord begrijpen dat Hij vermoedelijk enkele maanden na zijn doopsel gaf: zolang Hij met zijn leerlingen verbleef, verklaarde Hij, hadden die geen reden meer om te vastenGa naar voetnoot1.. In het vierde Evangelie horen we Hem zijn tegenstanders uitdagen: 'Wie uwer overtuigt mij van zonde?'Ga naar voetnoot2. Maar vooral, Hij houdt de zonde niet voor een kwaal die Hem evenals de andere mensen zou treffen; Hij stelt zich aan de zijde van God die verlossing brengt, eerder dan aan de zijde van hen die verlost moeten worden. 'De Mensenzoon - zegt Hij - is gekomen om te zoeken en te redden wat verloren was'.Ga naar voetnoot3. 'De Mensenzoon is ...gekomen om... zijn leven te geven tot losprijs voor velen'Ga naar voetnoot4.. Bode van een orde van genade en vergeving, verklaart Hij uitdrukkelijk dat wie ervan genieten wil, zich als zondaar moet erkennenGa naar voetnoot5.. Maar hij spreekt alsof deze voorwaarde Hem zelf niet aanging, Hem die slechts optreedt als 'geneesheer' van de zondaarsGa naar voetnoot6., als degene die zijn bloed zal vergieten 'voor velen tot vergiffenis der zonden'Ga naar voetnoot7.. En men vraagt zich af, hoe het komt dat deze eenvoudige, toegankelijke en nederige man aanspraak durft maken op een gerechtigheid die Hij de anderen aanmaant zich niet toe te kennen. Deze wonderbare zekerheid houdt ongetwijfeld verband met het bewustzijn dat Hij heeft van het groot mysterie van zijn persoon. Men zal bemerkt hebben, dat, in die passages waar Hij verklaart gekomen te zijn 'om te redden wat verloren was', en om 'zijn leven te geven tot losprijs voor velen', Hij zich de Mensenzoon noemt. Door het opeisen van die titel, maakt Hij op niets minder aanspraak dan op de koninklijke macht van God. Wat Hij van zichzelf als Mensenzoon zegt, is haast even verheven als wat Hij over zichzelf getuigt als de 'Zoon', die alleen verblijft bij de 'Vader' in een gemeenschappelijk mysterie en een wederzijdse kennisGa naar voetnoot8.. Dit alles zullen we later breedvoeriger behandelen. Maar mag men nog van nederigheid gewagen bij iemand die zich een zo ontzaglijke waardigheid toeschrijft? Ja, want die geheimzinnige beweringen doen ten eerste de achtergrond niet verdwijnen van eenvoud en wil tot dienen waarop zij zich aftekenen, en vervolgens dragen zij zelf nog de stempel van een heerlijke eenvoud. Enige dagen voor zijn dood heeft Jesus besloten zich een messiaanse intrede te Jerusalem te laten welgevallen. | |
[pagina 686]
| |
Welke houding zal Hij daarbij aannemen? Hij zal een ezelsveulen bestijgen, met mantels van zijn leerlingen bedekt, en zonder ander uiterlijk vertoon de eerbewijzen en toejuichingen der pelgrims in ontvangst nemenGa naar voetnoot1.. Gaarne erkent Hij, hetzij nopens het toekennen der eerste plaatsen in het rijk der hemelenGa naar voetnoot2., hetzij nopens de kennis van de uiterste dagGa naar voetnoot3., welke zaken op een of andere wijze zijn hoge voorrechten te boven gaan. Maar laten we luisteren naar de meest verheven woorden van Hem, door sint Mattheüs en sint Lukas vermeld, over zijn betrekkingen met de hemelse Vader: 'Ik dank U, Vader, Heer van hemel en aarde, omdat Gij deze dingen voor wijzen en verstandigen hebt verborgen en aan kleinen geopenbaard. Ja, Vader, zo is uw welbehagen geweest. Alles is Mij door mijn Vader in handen gegeven. En niemand kent de Zoon, dan de Vader alleen: en niemand kent de Vader, dan de Zoon alleen, en hij aan wie de Zoon het openbaren wil. Komt allen tot Mij... en leert van Mij, omdat Ik zachtmoedig ben en nederig van harte; dan vindt gij rust voor uw zielen. Want mijn juk is zacht, mijn last is licht'Ga naar voetnoot4.. We moeten erkennen dat deze zo verheven ontboezeming niet vals klinkt. Men vindt er geen grootspraak in of hoogdravendheid; alles is er grootheid en eenvoud tegelijk. Moesten die ontzaglijke dingen gezegd worden, dan ziet men niet, hoe het kon geschieden op een wijze die minder aanleiding gaf tot wantrouwen. Nog iets anders. Jesus wil in zich de door God aan Israël gedane messiaanse beloften verwezenlijken. Welnu, Hij verwerpt de Joodse traditionele opvattingen van een Messias, wiens enige komst ook zegepraal moest betekenen. Hij weet dat zijn heerlijke komst tot later is uitgesteld, dat Hij nu het Evangelie moet aankondigen en de taak op zich nemen van 'Jahwehs Dienaar', die zijn leven offert voor de zondaarsGa naar voetnoot5.. Ongetwijfeld is het roemvol de Messias te zijn, zelfs al moet men daartoe eerst vernederingen, lijden en dood ondergaan. Als het begrip van de verguizingen en het offer van de Messias min of meer in de lijn der traditie had gelegen, dan zou een heimelijke trots daarmee genoegen hebben kunnen nemen, als met het moeilijk gedeelte van een uiteindelijk triomfantelijk lot. Maar, nog eens, de idee van een lijdende en stervende Messias bevond zich niet in de traditieGa naar voetnoot6.. Later, na Jesus' dood op het kruis en na de verschijningen van de Verrezene, konden de Christenen wel erkennen, dat in | |
[pagina 687]
| |
de messiaanse opvattingen van hun Meester, de sleutel lag van de raadselachtige, ogenschijnlijk niet aaneensluitende messiaanse prophetieën uit de Heilige Schrift. Maar die sleutel werd niet geleverd door de gewijde boeken zelf; en het blijft een feit dat de Messias-opvatting van Jesus zich in de geschiedenis voordoet als iets waarlijk nieuws. Alles draagt er als het ware toe bij, om Hem deze te doen opgeven. De satan spiegelt Hem een messiaans rijk voor van welstand, heerlijkheid en machtGa naar voetnoot1.. Na Jesus als Messias erkend te hebben, maakt Johannes de Doper zich ongerust over de vertraging van een roemrijk optredenGa naar voetnoot2.. Het volk wil de wonderdoener der broodvermenigvuldiging tot koning uitroepenGa naar voetnoot3.. Petrus tracht zijn Meester over te halen te verzaken aan zijn opofferingswilGa naar voetnoot4.. Ook bij de andere leerlingen stuit die wil op hardnekkig onbegripGa naar voetnoot5.. Intussen vervolgt Jesus standvastig de nederige en moeilijke weg, die Hij gekozen heeft. Als wij dat beschouwen, zijn wij dan niet verplicht te erkennen, dat Hij, tot in de zo hoge aanspraken die Hij laat gelden, een nederigheid aan den dag legt die zich niet verloochent? Jesus' eenvoud is ons vroeger geheimnisvol voorgekomen; nu plaatst zijn nederigheid ons voor een geheim dat niet minder groot schijnt. | |
Kracht en zielegrootheidEr bestaat een uiterlijke schijn van nederigheid, waarin de kleinmoedige zich hult om voor zichzelf en voor de anderen zijn kleinheid te verbergen. De ziel van Jesus echter is groot, en in zijn nederigheid schuilt niets wat vals of bekrompen is. De zielegrootheid van Jesus straalt, niet minder dan zijn eenvoud, uit haast elke bladzijde van de Evangeliën. Hij houdt van duidelijke standpunten en van radikale beslissingen; en het ligt in zijn aard die zielsgesteldheid in scherpe en besliste formules uit te drukken, zo aantrekkelijk voor een edel gemoed. Wil iemand Hem van nabij volgen, dan schenke hij zich geheel weg: 'Niemand van u kan mijn leerling zijn, die geen afstand doet van al wat hij bezit'Ga naar voetnoot6.. Hij wil, dat men met alle boeien zal breken: 'Wie zijn hand aan de ploeg slaat en achterwaarts blikt, is niet geschikt voor het koninkrijk Gods'Ga naar voetnoot7.. Een vurig Sursum corda moet het gedrag van zijn leerlingen bezielen: 'Zoekt eerst het rijk Gods en zijn gerechtigheid, en het overige zal u worden geschonken als toegift'Ga naar voetnoot8.. Nooit mag men blijven stilstaan, want men moet er naar streven volmaakt te zijn zoals de 'hemelse Vader volmaakt is'Ga naar voetnoot9.. Van Jesus komt het verlossende woord: | |
[pagina 688]
| |
'Het is zaliger te geven dan te ontvangen'Ga naar voetnoot1.. Hij vordert een geweldige keuze waarvan eenieders eeuwigheid zal afhangen: 'Wie zijn leven wil redden, zal het verliezen; maar wie zijn leven verliest om het Evangelie, zal het redden'Ga naar voetnoot2.. En als men werkelijk niets geweigerd heeft, dan moet men erkennen, dat men slechts zijn plicht heeft gedaan: 'Ook gij, wanneer gij alles gedaan hebt, wat u bevolen is, dan moet gij nog zeggen: we zijn slechts onnutte knechten; we hebben alleen maar gedaan, wat we doen moeten'Ga naar voetnoot3.. Zo zouden we kunnen voortgaan met citeren, want heel de blijde boodschap ademt die geest. Welnu Jesus was er de man niet naar om van anderen een moed te vorderen welke Hij niet eerst van zichzelf zou hebben geëist. Hij vraagt aan zijn leerlingen hun kruis te dragen, maar Hij zal hen voorgaan op de weg van het offerGa naar voetnoot4.. Zijn afwijzen van het legalisme der Farizeeën, zijn idee van een zuiver zedelijk en godsdienstig messiaans rijk, zijn beroep op goddelijke voorrechten, dat alles moet Hem in conflict brengen met de geestelijke autoriteiten van Israël. Van het begin af treedt de vijandelijkheid der Farizeeën herhaaldelijk aan de dag; met name om de vergiffenis der zonden die Jesus schenktGa naar voetnoot5., om zijn omgang met 'tollenaars en zondaars'Ga naar voetnoot6., om sommige vastenpractijken die zijn leerlingen niet onderhoudenGa naar voetnoot7., en om zijn opvatting over de sabbatvieringGa naar voetnoot8.. Dan zien wij een eerste bijeenkomst plaats hebben waar Jesus' val wordt beraamdGa naar voetnoot9.. Weldra werd het duidelijk, dat de leiders van Israël de strijd niet zouden opgeven. Jesus' toestand werd kritiek, maar Hij deinsde niet terug. Na vele wisselvalligheden verergerden de zaken dermate, dat Hij zich bij zijn laatste reis naar Jerusalem, voor het Paasfeest, blijkbaar aan een tragische ontknoping blootstelde. Sint Markus heeft de gevoelens der leerlingen tij dens deze laatste bedevaart opgemerkt: 'Jesus ging voor hen uit... schrijft hij... en zij volgden Hem, ontsteld en bevreesd'Ga naar voetnoot10.. De Meester zelf maakte zich geen illusie over wat Hem te wachten stond, en Hij was daar diep onder den indruk vanGa naar voetnoot11.. Maar Hij kende de wil van zijn Vader, 'dat de Mensenzoon veel zou moeten lijden, en... dat Hij moest worden gedood'Ga naar voetnoot12.. Hij ging zijn lot tegemoet. Voor de dood, en welk een dood, had Hij een afschuw. De avond die zijn veroordeling voorafging, hebben de zijnen vastgesteld dat Hij 'ontroerd en angstig' werd, en Hij bekende hun dat Hij zich | |
[pagina 689]
| |
'dodelijk bedroefd' voeldeGa naar voetnoot1.. Bij zijn dierbaarste leerlingen zocht Hij steun doch tevergeefs; Hij vond hem in een eenzaam gebed tot zijn VaderGa naar voetnoot2.. Daarna, geheel meester van zichzelf, deed Hij niets om zijn aanhouding te vermijden, noch om aan zijn veroordeling te ontkomen. Zijn vrijmoedig antwoord over de transcendente messiaanse waardigheid die Hij zichzelf toeschreef, lokte veeleer het doodvonnis uit van het SanhedrinGa naar voetnoot3.. Hij stierf als martelaar voor de godsdienstige boodschap tot wier verkondiging Hij zich gezonden wist. Bij het einde van zijn korte loopbaan mocht Hij verklaren: 'Het is volbracht'Ga naar voetnoot4.. Had Jesus de moed van een martelaar, Hij heeft ook de zielekracht gehad van een leider. Eenvoudig, bescheiden, eerbiedig jegens de Oude Wet, wil Hij die toch overtreffen. De bouw van een aanzienlijk deel der bergrede is wel bekend. Zesmaal achtereen komt de stoute tegenstelling terug: 'Gij hebt gehoord, dat tot de ouden gezegd is... Maar Ik zeg u...'Ga naar voetnoot5.. En 'toen Jesus deze toespraak geëindigd had, - schrijft sint Mattheüs, - stonden de scharen verbaasd over zijn leer. Want Hij leerde als een die gezag heeft, en niet zoals hun schriftgeleerden'Ga naar voetnoot6.. Er lag iets over Hem dat imponeerde. Men zag Hem alleen de handelaars uit de tempel drijven met enkele samengeraapte koorden als zweepGa naar voetnoot7.. Te Nazaret voerde een aantal woedende mensen Hem met geweld mee naar de rand van een heuvel om Hem naar beneden te storten, 'maar Hij ging midden door hen heen en vertrok'Ga naar voetnoot8.. Te Getsemani volstaat een woord van zijn kant om verwarring te brengen in de bende die Hem komt gevangen nemenGa naar voetnoot9.. Zijn grote kracht echter weet zichzelf te beheersen. Wij merken reeds op hoe Hij met beleid te werk ging bij het geleidelijk meedelen der blijde boodschap. Door het succes laat Hij zich niet bedwelmen. De eerste broodvermenigvuldiging wekte de messiaanse verwachtingen en politieke hartstochten op van de menigte. Aanstonds 'dwong Hij zijn leerlingen scheep te gaan, en vóór Hem uit, naar de overkant over te steken... En nadat Hij het volk had heengezonden, besteeg Hij de berg om in de eenzaamheid te bidden'Ga naar voetnoot10.. De strijd schrikt Hem niet af. In de twistgesprekken met de Farizeeën is Hij een geducht tegenstander; zijn laatste predikingen en disputen te Jerusalem zijn in dit opzicht bijzonder tekenendGa naar voetnoot11.. De verkoeling van de geestdrift van het volk doet Hem hartroerende klachten uitenGa naar voetnoot12., maar | |
[pagina 690]
| |
Hij laat zich daardoor niet terneerslaan. Het vierde Evangelie verhaalt, hoe een groot aantal zijner aanhangers Hem verlaat tengevolge van zijn geheimzinnige redevoering over het brood des levens. Deze afvalbeweging strekt zich zo uit, dat Hij zich tot de twaalf richt en hun vraagt: 'Wilt ook gij misschien heengaan?' Maar er school in Hem en in zijn leer, ondanks zijn raadselachtige verklaringen, een zo overtuigende macht dat Petrus antwoordde: 'Heer, naar wie zouden we gaan? Gij hebt woorden van eeuwig leven'Ga naar voetnoot1.. De gezichtseinder van Jesus is niet beperkt tot het gebied van zijn onmiddellijke actie; het is de horizont van een leider die ver ziet. Hij is 'gekomen, om vuur op aarde te brengen'Ga naar voetnoot2.; Hij bouwt een Kerk waartegen de machten der hel niets zullen vermogenGa naar voetnoot3.; Hij durft voorspellen: 'Mijn woorden zullen niet voorbijgaan'Ga naar voetnoot4.. Nochtans verwacht Hij voor zijn werk geen gemakkelijke overwinning. Hij weet dat Hij zijn leerlingen 'als lammeren midden onder de wolven' zendtGa naar voetnoot5., dat Hij 'geen vrede, maar het zwaard' komt brengenGa naar voetnoot6., en dat de zijnen zullen 'gehaat worden door allen' om zijn naamGa naar voetnoot7.. Van dit alles draagt Hij de last, en Hij draagt hem zeer eenzaam; want Hij wordt weinig begrepen, zelfs door zijn vertrouwelingen. Hij draagt hem zonder iets van die bittere hooghartigheid welke degenen bedreigt die door hun superioriteit afgezonderd worden. Hij draagt hem met de eenvoud en de toegankelijkheid die wij hebben trachten te schetsen; en dit zet een zo zuivere glans bij aan zijn grootheid.
***
Hoe duidelijk de zielekracht en de zielegrootheid van Jesus ook mogen uitkomen, toch blijft de wijze waarop zijn persoonlijkheid zich affirmeert zeer bescheiden. Indien men ons vroeg wat zijn zelfaffirmatie het meest kenschetst, dan zouden we zeggen, dat het de eenvoud is en de nederigheid. Zeker aan zijn moed komt niets tekort, en zijn onderricht getuigt van zijn wijsheid. Het zou nochtans niet juist zijn eenvoudigweg te beweren dat Hij een held was of een wijze. De held immers wil roem verwerven door een onwankelbare getrouwheid aan zijn plicht, door het bedwingen van zijn vrees en zijn lagere driften. Tot in het hoogste offer laat zijn persoonlijkheid zich krachtig gelden. De wijze is gesteld op orde, in het bijzonder op orde in zijn gedra- | |
[pagina 691]
| |
gingen, aandoeningen en gedachten. Zijn ideaal is er meer een van redelijkheid en maat dan van overgave en toewijding. De held streeft voornamelijk naar een fiere zegepraal van zijn wil; de wijze naar een harmonische triomf van zijn rede. Welnu, voor zulke waarden die sterk de nadruk leggen op de zelfaffirmatie, toont Jesus geen bijzondere belangstelling. Bij Hem week de zelfaffirmatie voor de liefde tot de naaste en tot God. Zijn ziel was vooral een zich wegschenkende ziel; wijsheid en heldhaftigheid kwamen daarbij. Juist omdat de drang om zich te geven bij Hem zozeer op de voorgrond trad, kon Hij, niettegenstaande al het grote waarvan Hij de last droeg, zo wonderbaar eenvoudig en toegankelijk blijven. Daaruit volgt echter, dat wij, met onze beschouwingen over de wijze waarop Hij zichzelf affirmeerde, nauwelijks de drempel mochten overschrijden van zijn geheimnisvolle persoonlijkheid. Het Christenvolk vergist zich daarin niet: om enigermate in Jesus' persoonlijkheid door te dringen, moet men zijn liefde tot de mensen beschouwen en zijn kinderlijke overgave aan God. |
|