Strijt van Roncevale
(1902)–Anoniem Strijt van Roncevale– Auteursrecht onbekend
[pagina 79]
| |
Bijlagen. | |
[pagina 81]
| |
1. Bibliographie.A. Antwerpen, Willem Vorsterman, z.j. (begin der 16de eeuw). Den droefliken strijt || die opten berch van Ronceuale in Hispanien || gheschiede daer Rolant en̄ Oliuier metter || fluer van Kerstenrijt verslagen waren. || [Houtsnede: Keizer Karel zittende op een troon, omgeven door paladijnen en afscheid nemende van Roland; op den achtergrond gewapende ridders en oosterlingen.] De woorden Den droefliken strijt in hout gesneden en evenals Ronceuale en Rolant ende Oliuier rood gedrukt. [N.B. De g van verslagen is in de reproductie gebroken, doch in het origineel gaaf.] In-4o, 40 bladen, ongepagineerd, sign. a iij - h iij[hiv]. Op bijna alle blzz. 32 regels. Goth. letter. Geen custoden. Fo[a j]ro titelblad, [a j]vo ¶ Hier beghint die waerachtighe historie vanden || enz. en Prologhe. [h iv]vo ¶ Hoe Guwelloen met alle sijn neuen ghehangen ||; onderaan: ¶ Gheprent in die v̇maerde coopstadt van Antwer- || pen buyten die camer poorte Inden gulden een- horen || bi mij Willem vorsterman. [Geen drukkersmerk.] Drie verschillende houtsneden. 1. Keizer Karel op een troon | |
[pagina 82]
| |
op fo[a j]ro en [a vj]ro. 2. Gevecht op fo[b iv]vo, [c v]ro, [e ij]ro en [f ij]vo. 3. Gevecht op fo[f iv]vo. De houtsnede van het titelblad is ook gebruikt in de onder B beschreven uitgave en komt eveneens in andere door Jan van Ghelen gedrukte boeken voor. De beide andere houtsneden zijn wellicht niet voor Den droefliken strijt van Roncevale gesneden. Deze druk werd tot dusverre nergens vermeld. Een exemplaar berust in de Kon. Universiteits-Bibliotheek te München.
B. Antwerpen, Jan van Ghelen, 1576. ¶ Hier beghint den droef- || lijcken strijt opten Berch vanden Ronceuale in || Spaengien gheschiet daer Roelant ende Oliuier metten || fleur van kerstenrijck verslaghen waren. || [Houtsnede als bij A.] || Gheprint Thantwerpen/ op die Lombaerde Veste/ in- || den witten Hasewint/ by my Jan van Ghelen. De beide eerste regels van den titel in hout gesneden en rood gedrukt. Evenzoo Gheprint Thantwerpen in rood. In-4o, 36 bladen, ongepagineerd, gesigneerd A-F. Op alle blzz. 34 regels behalve op de laatste tien, die er 35 tellen. Goth. letter. Op de laatste bladzijde het drukkersmerk van Jan van Ghelen en hetzelfde adres als boven, met het jaartal: Anno || M.D.L.XXVI. || Voorts de approbatie: ¶ Dit boecxken is geuisiteert by meester Adam Swingedau Officiael van Brugghe. Ende is toegelaten bi consente vanden houe den .xx. Novembris. Int iaer .lii. Gheteekent by den Secretarius de Langhe. Geen houtsneden behalve die op den titel. Een exemplaar bevindt zich in de bibliotheek van den Hertog van Arenberg te Brussel. Het heeft vroeger behoord aan C.P. Serrure te Gent, die de verzen uit het volksboek heeft uitgegeven in Vaderlandsch Museum II (1858), 61-95. De beschrijving dank ik aan Dr. W.L. de Vreese te Gent. | |
[pagina 83]
| |
Er zijn geen exemplaren van andere dan deze beide drukken bekend. Toch is het zeker dat er meer uitgaven hebben bestaan. De druk van Vorsterman is nog niet van eene kerkelijke approbatie voorzien; die welke voorkomt in den druk van Jan van Ghelen dagteekent van 20 November 1552. Wij mogen dus aannemen dat er ook eene uitgave van het jaar 1552 is geweest. De druk van 1576 is natuurlijk gevolgd naar dien van 1552 of een herdruk daarvan, maar voor deze uitgaven kan niet als voorbeeld hebben gediend de druk van Vorsterman. Dit wordt onder meer hierdoor bewezen dat de editie van 1576 een versregel bevat die bij Vorsterman ontbreekt, doch die in dat voorbeeld moet hebben gestaan (vergelijk onzen herdruk bl. 44, reg. 22 met Vad. Museum II, 81, vs. 776). Derhalve moet er eene uitgave bestaan hebben die ouder is dan de druk van Vorsterman en waarop zoowel deze als de voorloopers van de uitgave van Van Ghelen teruggaan. | |
2. De onderlinge verhouding van de verschillende drukken.De inhoud der beide bekende drukken is dezelfde. Bij het verleenen der kerkelijke approbatie in 1552 is het blijkbaar onnoodig gebleken wijzigingen aan te brengen. Het volksboek heeft dan ook nooit tot de verboden boeken behoord. De verschillen die er tusschen beide drukken bestaan betreffen dus alleen de spelling en een aantal afwijkingen die het gevolg zijn van de slordigheid of de willekeur der zetters. De verschillen in schrijfwijze leveren niets merkwaardigs | |
[pagina 84]
| |
op. Alleen moge worden opgemerkt dat in den druk van Jan van Ghelen steeds geschreven wordt Roelant (-d, -dt). Ook de overige afwijkingen zijn meestal onbelangrijk. In beide drukken vindt men uitlatingen van woorden of letters en andere kleine onnauwkeurigheden, zoodat nu eens A, dan weer B eene betere lezing vertoont. Dikwijls zijn andere woordvormen, zelden andere woorden gebezigd. Zoo heeft b.v. A (geciteerd volgens onzen herdruk) 45, 6 loonen en B (geciteerd volgens de nummering der verzen in Vad. Museum) 792 dancken. Alleen waar dat strikt noodig was is in dezen herdruk de tekst van A naar B verbeterd (zie hierachter bl. 90). Immers dikwijls is het twijfelachtig of eene lezing bedorven is; b.v. A 67, 29 Ay soe God, B 1205 Ay soete God. Meermalen zijn woorden omgezet (b.v. A 26, 5 Die oyt beter peert ghesach, B 318 die beter pa[e]rt ye ghesach); soms ontstaat daardoor eene bedorvene lezing (b.v. B 476 hi daer en B 1077 dat hief hy op; verg. A 31, 9 en A 58, 14). Zoo ook zijn in B de regels 180 en 181 verkeerdelijk omgezet (verg. A 17, 27 vlg.). Vermelding verdient dat de versregel A 68, 9 in B (1215 vlg.) vervormd is tot twee rijmende regels, doordat het laatste woord veranderd werd in jammer groot. Enkele malen is het slot van een regel uitgevallen. Zoo waarschijnlijk in A 59, 5, aangezien in B 1083 op Olivier nog volgt met dien. Daarentegen ontbreken in B 684 en in B 991 de drie laatste woorden, die in A 37, 26 en A 55, 14 niet gemist worden. Ook geheele regels zijn weggevallen. Op bl. 83 werd reeds vermeld dat het vers B 776 in A ontbreekt. Veel grooter is echter het aantal der lacunes in B die uit A aangevuld kunnen worden; t.w. A 25, 7 (na B 288), A 27, 15 (na B 355), A 44, 8 (na B 762) en A 68, 1 (na B 1207). Tweemalen ook ontbreekt | |
[pagina 85]
| |
een regel aan den tekst die noch in A, noch in B wordt gevonden. Hier zal de lacune dus reeds bestaan hebben in den ouderen druk waarop beide teruggaan. De beide gapingen zijn te vinden bij A 28, 11 (B 382) en A 45, 15 (B 801). De met de eerste plaats overeenkomende verzen van het Rolandslied (ed. Kalff, vs. 243 vlg.) luiden: Een wort en sprac hi nemmee
Ende brac den hals ontwee.
Het volksboek zal dus gelezen hebben: Ende sinen hals ontwee brack, of iets dergelijks. Met de tweede plaats vergelijke men het Rolandslied vs. 307 vlg. Allerlei verkeerde lezingen hebben A en B gemeen en ook deze behooren dus reeds vanouds tot de redactie van het volksboek. Enkele voorbeelden uit vele mogen volstaan. A 24, 16 en B 266, waar ons ontbreekt (verg. Rolandslied vs. 132). - A 25, 12 en B 293, waar sijn is uitgevallen (verg. Rolandslied vs. 162). - A 45, 10 en B 796 tot op die stadt, waar tot een invoegsel is (verg. Rolandslied vs. 304). - A 49, 10 en B 918, waar denkelijk ons is weggevallen. - A 59, 8 en B 1086 dinen (dynen) in plaats van minen. - A 67, 15 vlg. en B 1194 vlg., waar iets aan den zin ontbreekt. Zulke gemeenschappelijke fouten vindt men ook in de eigennamen; b.v. Antecleer, het zwaard van Olivier, in plaats van Autecleer, Hautecleer. Verder uit te weiden over deze punten van overeenkomst is echter overbodig, daar wij ons niet zullen begeven in een critisch onderzoek naar de wordingsgeschiedenis van het volksboek. Wij zouden anders ook moeten wijzen op tegenstrijdigheden, ontstaan door de samenvoeging van den dichterlijken en den proza-tekst, die door den bewerker van het volksboek | |
[pagina 86]
| |
niet allen zijn weggenomen (b.v. doordat eene avantgaerde (vangaerde) de arrière-garde van het Rolandslied heeft vervangen en daarvan nog sporen zijn achtergebleven in de verzen; zie A 12, 9; 27, 24 en 58, 12) en die, als behoorende tot de oorspronkelijke redactie van het volksboek, natuurlijk in alle drukken voorkomen. Bij vergelijking van A en B blijkt dat over het algemeen de tekst van A beter is dan die van B, zoodat niet alleen door het feit dat de druk van Vorsterman veel ouder is dan die van Van Ghelen de keuze van A voor den herdruk wordt gerechtvaardigd. |
|