Stootkant of nieuwe-jaars-gift, aan de Amstelsche jonkheidt

De verwarde Minnaar.

Toon: Granida, Princesse, &c.

GHy verliefde oogen,

Die mijn zinnen

Hebt vervoert, door 't lodderlijk gezicht.,

[p. 103]

 

Is 't in u vermoogen

 

Om te minnen,

 

Die ghy eerst in mijn nu hebt gesticht?

 

Denkt, Afgoddin, om die u heeft bemindt;

 

En zijne trouw aan uwe trouw verbindt.

 

2 Waarom my dan verlaaten,

 

Zeg eens, Herderinne?

 

Wat's d'oorzaak van uw' beveinsde trouw?

 

Heb ik u met praaten,

 

Of ook getracht t' winnen,

 

Uwe vreugt te wiszelen in rouw,

 

Of eenig leedt gedaan aan u perzoon?

 

Waarom getracht dan om mijn te doon?

 

3 Volmaakte Herderinne,

 

Die 't bezit van mijne

 

Ziel nu heeft; ach! valt mijn niet te straf:

[p. 104]

 

Keert uw' vergramde zinnen,

 

En wendt de pijne

 

Van die, die ghyze eerstmaal gaf.

 

Ja, die mijn hart en ziel hadt in 't gebiedt,

 

Gunt dat hy uw' weêr-liefde weêr geniet.

 

 

 

De Haas.