Stootkant of nieuwe-jaars-gift, aan de Amstelsche jonkheidt

[p. 47]

[Ay opent eens u gulde throon]

Toon: En fin amour est mon, &c.

AY opent eens u gulde throon,

Mijn waarde Zanggoddin;

Of maakt een kroon,
Voor deze Keizerin,
Van Rooze-blaân en Lauwerier;
Terwijl ons offer-vier
Noch smookt aan d'Hemel;
Daar 't ster - geweemel
Van verstikte schier.

2 Treedt aan dan, Amstels vreugde-schaar,

De blijde Tempel in,
Op het verjaarde Jaar

[p. 48]

 

Van Keizers Keizerin;

 

Op wiens geboorte zelfs Jupijn

 

Gedaagt wordt ten voorschijn,

 

En Phoebus meede;

 

Wiens goddelijkheeden

 

Uwe straalen zijn.

 

3 Ja! straalen die mijn lieve Nicht

 

Altijdt genieten zal;

 

Zoo lang dit lange licht,

 

Beneeden op 't dal,

 

Zal dueren, en haar eeuwigheidt;

 

Die u een Throon bereidt

 

Van 't zaalig leeven,

 

Dat Godt wil geeven

 

Aan u Jaar-gety.

 

 

 

A. de Haas.