Stootkant of nieuwe-jaars-gift, aan de Amstelsche jonkheidt(1655)–Anoniem Stootkant of nieuwe-jaars-gift, aan de Amstelsche jonkheidt– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 38] [p. 38] Deuntje. IK lief wel; maar niet zo, dat ik, gelijk twee and'ren, Plokharen zou; wie dat van liefd' eerst zou verand'ren. Zofia, strekt mijn baak; daar al dit werk uytsproot. De Veer die swoer aan Jan, en Jan de Veer de doodt. De Veer daagt Jantjen uit; die niet dorst Compareeren; En dacht, (doch wel te recht) dat hy hem of mocht smeeren. De Veer, na dat hy lang gewacht hadt, swoer, gansch bloet! Dat hy 't betalen zou, en komt Jan juist te moet; Hy vraagt hem om wat reên dat hy hem zo liet wachten, En geeft hem voort een klink; Jan liep met al zijn krachten, [pagina 39] [p. 39] En een bebloede neus, zo dadelijk na de Schout; Maar kreeg 'er geen gehoor: en wierdt noch uitgejout. Jáfos. S.B. Vorige Volgende