Stootkant of nieuwe-jaars-gift, aan de Amstelsche jonkheidt(1655)–Anoniem Stootkant of nieuwe-jaars-gift, aan de Amstelsche jonkheidt– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Graf-schrift. HIer onder deze steen leidt Floris T. beslooten, Die uit de holle buik der gier'g heidt is gesprooten; Die Weeuw en Weezen bloed, zo graag als Nectar, zoog; Die d'Amstel op en neêr, gelijk een heiden vloog, Om maar zijn gelt en goet op woeker uit te tellen. Hy lachte in zijn vuist als hy maar mochte quellen [pagina 30] [p. 30] Die, die hem schuldig was, zo dat hy strakx veel goet Te schaggeren wist by een; maar doen ontviel zijn moet, Doen Besje had op 't vier een pontje vleesch van schapen, En dat dat wierdt gestooft met wort'len en wat rapen: Doen riep hy, moet het op? zo bruy ik 't meê in 't war, En eet van d'hoogeboom. Hy liep gelijk een nar, (Zo was hy op zijn paart) en kocht twee stuivers koeken. Geen gieriger kost ghy met geen lantaaren zoeken, Als deze Flooris T. Den Amstel was verheugt Als zy de doodt verzondt. dus schatert zy van vreugt: Nu is de gierigheidt mijn vesten uitgestooten; En leidt, voor gierigheidt, onder dees steen beslooten. UIT. Vorige Volgende