C. van Eesteren
10 jaar ‘Stijl’.
Kunst, Techniek en Stedebouw.
De menschheid begint zich langzamerhand bewust te worden, dat zij het slachtoffer is eener onbegrepen en onbeheerschte ontwikkeling der techniek. Het inzicht in het wezen der techniek is niet evenredig aan het technisch kunnen. De chaotische toestand, waarin onze omgeving (het moderne cultuurlandschap) en onze woonplaatsen (steden) verkeeren en de ondoelmatige inrichting onzer woningen zijn van dit gebrek aan inzicht de tastbare gevolgen.
De kunstenaars ontdekten intuitief dit ontbreken van evenwicht tusschen inzicht en kunnen.
Reacties op deze ontdekking waren kubisme, dadaisme en fuctioneele architectuur.
Zij waren voor hen de middelen om onze omgeving, de realiteit, de materie opnieuw te leeren kennen en te beheerschen.
Meerdere schilders grepen daartoe naar de bouwkunst, naar de reklame enz. de dichters zagen in het woord een nieuwe materie: zij zochten het algemeene. Het bijzondere, het in zichzelf geïsoleerde bevredigde hen niet meer. Een drang naar collectiviteit ontstond. De schilder bestudeerde de kleur en de vorm der dingen, de architect het wonen, de stedebouwer de stad enz.
Allen trachtten in materiaal: in hout, in steen, in kleur, in staal, beton, en glas hun gemeenschappelijk inzicht te realiseeren om de passieve feiten en resultaten voor oogen te kunnen stellen.
De kunstenaars zagen, dat onze tijd vormloos is, d.w.z. dat onze tijd geen synthese van denken en werken vond. De aanzet eener synthese voelden zij echter in de voortbrengselen der techniek, die alle uit eenzelfde denkwijze: het technisch denken, ontstaan zijn. De ingenieur en de moderne kunstenaar hadden, zonder elkaar nog te kennen reeds veel gemeen.
De kunstenaars begonnen de materie anders te betrachten; zij begonnen in hunne materiaalcomposities de stof te dénaturaliseeren. (kubisten, dadaïsten)
De ingenieur deed hetzelfde in zijn constructies. Het ijzer, vroeger een materiaal, dat men smeedde en kneedde in min of meer speelsche vormen, werd voor hem een nieuw materiaal. Hij vond het staal uit, beproefde het op spanningen en begon, nadat hij zich de noodige zekerheid verschaft had, er mede te construeeren. Hij ontwierp con-