Aanteekening bij de reproductie eener
Glas-in-lood compositie XIII 1924.
Deze compositie is gemaakt voor een bestaande constructie van ongeveer 10 M hoog en 3.60 M breed. De constructiematen zijn zoodanig verwerkt, dat deze niet storend werken op het geheel. Het geheel bestaat uit een hoofdcompositie van rood, blauw, geel, wit, grijs. Deze laatste bestaat uit 10 groote vlakken, welke zijn onderverdeeld in evenwichtige composities die, wat de kleur betreft, uit dissonanten zijn samengesteld. Deze détail composities, 133 in getal, 30,6 × 45 cm. groot, zijn alle verschillend; een ‘motief’ of repeteerende compositie, is niet voorhanden.
Elke détailcompositie vormt, evenals de hoofdcompositie, een geheel.
De horizontale versterkingen, zijn uit de maten der vertikale afgeleid; zij oversnijden noch de hoofd-noch de détailcomposities en inplaats van de werking van het geheel te storen, versterken ze deze, aangezien ze de indeeling der hoofdcompositie bepalen. Bij het aanbrengen dezer horizontale versterkingen, is er naar gestreefd, hiermede de overheerschende vertikaliteit te temperen.
DE KLEUREN contrasteeren groepsgewijze, een blauw veld, met een rood veld, een rood veld met een geel, enz. Deze zelf echter bestaan uit dissonanten, te weten: uit gelijke kleuren, doch van van een andere kwaliteit. B. v.
BLAUW + blauw.
ROOD + rood.
GEEL + geel.
WIT + wit-grijs.
GRIJS + grijs-wit.
enz.