Surrealisme
Realistische samenspraak
Personen: Mezelf van Straks.
Mezelf van Gisteren.
Aanleiding: ik bezoek op 't eiland Belle-île, s' nachts om 1 uur een schilderijen-tentoonstelling van superrealistische kunst, in het Stedelijk museum te Amsterdam. - Klaar licht-en-dag.
Entourage: 50 schilderijen van 3 m. × 3 m.; alzoo:
50 × 3 m. × 3 m. surrealistische Schilderkunst. Ter bekorting zijn de personen gemerkt als volgt:
M.V.S.
M.V.G.
Voorschrift: Te lezen nonchalant-weg. Zonder bepaalden aandacht of inbeelding van iets anders dan doodgewone journalistiek. Zeer snel tempo.
Explicatie: Voor hen, die niet weten wat sur- (of super)-realisme is en hoe superrealistische schilderijen er uitzien, zij dit hier, gemakshalve niet medegedeeld. Voldoende is het te weten, dat, indien op deze schilderijen figuren voorkomen - deze niet bedoeld zijn. Men neme deswegen geen aanstoot aan armen of beenen der (vele) naakten, welke ledematen eindigen even dik als zij aanvingen (bv. de ‘beenen’ even dik bij den enkel als bij de dij). Voornamelijk - en dit is juist een bizonder kenmerk van het superrealisme - zijn die lichaamsdeelen, welke men in gezelschap meestal verzwijgt, zorgvuldig verbergt of in elk geval - nimmer toont - bovenmatig surrealistisch behandeld. De italianen (na Carrà) pleegden deze soort schilderkunst, metaphysisch te noemen, doch sinds...
M.V.S. - Waartoe?
M.V.G. - Alleen maar om te toonen hoe het niet moet zijn.
M.V.S. - Hm. Men zou met ontstellende zekerheid kunnen denken in de Renaissance terug te zijn.
M.V.G. - Daar men het nieuwe moest doen, doch het oude niet kon laten, gooide men het met 't verleden op 'n accoordje.
M.V.S. - Zoo was meteen de kunsthandel gered. Maar - dat alles is zeer realistisch!
M.V.G. - Surrealistisch...
M.V.S. - Zuurrealistisch...En jij...ook zoo?
M.V.G. - (Gebaar naar de schilderijen). Ik...ik heb die dingen nooit geschilderd.
M.V.S. - (Wijst op de signatuur)...
M.V.G. - Nu ja...maar zonder de overtuiging en daarom neem ik het recht af te keuren wat ik nooit gemaakt heb.
M.V.S. - Maar de overtuiging is ook realistisch. Men kan alles vóórwenden en omkeeren en dan wordt het ‘sur’, of ‘super...’ hm...isme.
M.V.G. - Volgens de théorie van het superrealisme: ja. Te gelooven aan een ‘zekeren weg’, aan een ‘echtheid’, een ‘wezenlijken grond’, (ik spreek nu superrealistisch) is reinste larie, dus: realisme. De renaissance heeft nooit ‘voorstelling’ gekend...alleen vorm. Rafaël, Michel Angelo enz, zochten naar vorm. Hoe bv. de anatomie van zóó 'n figuur (wijst op 'n zittende vrouw met een lelie) te verdedigen...of zelfs maar te ontdekken. Onmogelijk - aangezien de surrealist, de anatomie in z'n hoofd of beter, in z'n instinct heeft. ‘Retour à l'instincte, savez-vous’ en dan...wanneer de surrealist bv. hier (wijst op den hemel van een ‘Venus geboren wordend uit de zee’) een boom wil laten groeien...hij groeit er.
Jouw idee: dat armen en beenen geen schilderkunstige uitdrukkingsmiddelen zijn, deelt een superrealist natuurlijk niet. Armen en beenen zijn voor hem geen vormen maar voorstellingselementen. Hij schildert met de vormen, met de realistische vormen, zonder vorm te imiteeren. Met de vormen als voorstelling, beeldt hij de verschijning zijner scheppende intuïtie. En dat begrijpt het publiek niet: het houdt voorstelling voor vorm; het ziet in een been, een been; in een arm, 'n arm, in een bil,...