Natuurlijkheid, dierlijkheid of hartstocht heeft altijd behoefte aan uiterlijk effect, wat te verklaren is, daar de zinnelijke prikkels de drijfkracht zijn; geestelijk redelijk leven daarentegen zet de prikkels om en zoekt logische evenwichtige harmonie. Men is geneigd de uitingen van dit laatste niet tot de kunsten te rekenen door de conservatieve opvatting, dat kunst alleen maar de gevoelens moet bevredigen, waardoor alle geestelijkheid genegeerd wordt; maar dit is weerlegbaar en duidelijk zichtbaar, wanneer men ingenieurswerk vergelijkt met een modern sober kunstwerk, als bijl. 3. Zoo zijn er ingenieurswerken, die in hun soort volmaakt zijn, maar zij missen het beeldende. B.v. automobielen, locomotieven enz. zijn bewonderenswaardige uitingen van het menschelijk vernuft, maar wij missen daarin een gestemdheid (niet: stemming) van het subject tegenover het object, die het beeldende vormt en bepaalt. Als bouwers die geen beeldend vermogen bezitten, toch bouwen en zich bouwmeesters noemen, is dit een vergissing, want die staan dichter bij een ingenieur of constructeur dan bij een kunstenaar en hun werken hebben met beeldende kunst niets te maken.
Zoo is ongetwijfeld een stellige gestemdheid in bijl. 3 n.l. rust en krachtige stand als massa, wat men met constructie alleen niet bereikt.
Betonbouw (zooals op bijl. 3) ontneemt het persoonlijk karakter aan het bouwwerk en voert zoo tot een groepskunst, wanneer hij ten minste zuiver constructief toegepast is en zijn deelen in rythmische verhouding tot elkaar zijn en niet behangen met allerlei versieringen, die het wezen verbergen en weer iets persoonlijks in het werk brengen.
Een even algemeen en monumentaal karakter draagt ook in kiem de moderne, abstrakt reëele schilderkunst, die dus vanzelf een plaats vindt in dergelijke gebouwen. Zoo'n gebouw is als 't ware het fond voor alle moderne beeldende kunsten, die daarin en daarmee kunnen samenwerken.
Denkt men zich, welk soort muurschildering in bijl. 4 zou passen, dan zal men zien dat er geen enkele geschikt voor is, maar wel een schilderij van individueele opvatting, liefst van visueelen aard. Evenzoo met de meubels en de geheele inrichting van de beide gebouwen, die op totaal verschillende opvatting wijst. Alle moderne industrie-producten passen in bijl. 3 (radiatoren, electriciteits-benoodigdheden enz.) terwijl men zich in bijl. 4 een schemerlampje enz. denkt. Zoo kan men nog meer in details treden, wat ieder voor zichzelf doen moet.
Een bouwwerk als bijl. 3 heeft den frisschen rustigen nieuwen geest, beïnvloed vanuit Amerika, dien onze tijd vraagt. Bijl. 4 is een uiting waarbij bewegelijke geraffineerde effekten domineeren. Het werk is meer schilderachtig dan monumentaal. Schilderachtig in dien zin dat b.v. kleuren wier toepassing feitelijk tot het schildersvak behoort, hier door den bouwmeester zijn opgelost om effecten te bereiken buiten de verhouding van de ruimten en massa's om. Zoo zijn er b.v. schilderachtigheden in het verschil van kleuren bij de verschillende houtdeelen; het onderscheid tusschen steen, hout, riet, enz. Het gebouw op bijlage 4 kon niet ontstaan uit de functie der reëele deelen, daarom ontstond de behoefte aan andere elementen bij den bouw. Zoo kan men de plasticiteit van het geheele gebouw meer gebeeldhouwd dan gebouwd noemen.
Bij bijl. 3 domineeren de massa's als resultaat van de werking der binnenruimten; er is wisselwerking tusschen binnen- en buitenbouw, waardoor een rythme ontstaat, en alles heeft