objectieve voorschriften van de wet vervangt door een willekeurig ingrijpen van politioneele autoriteiten. Zoo de wet verouderd is, verandere men haar. Maar men taste de hooge idee van den rechtsstaat niet aan, vooral niet in een tijdsgewricht dat zoozeer als het onze de signatuur draagt van het geweld. Ministerieele circulaires mogen regelen geven omtrent de toepassing van de wet, zij mogen niet, in een détournement de pouvoir, het voorschrift van de wet, waarbij alle vreemdelingen in Nederland worden toegelaten die voldoende middelen van bestaan hebben of door werkzaamheid kunnen verkrijgen, vervangen door de volkomen willekeurige opvatting die elken vluchteling als ‘een ongewenschten vreemdeling’ beschouwt.
Bovendien moet de juistheid van de zienswijze van den minister aangaande de economische benadeeling van ons volk door de toegelaten vluchtelingen, worden betwist. Behoudens voor enkele gevallen, is uiteraard op dit punt geen exacte bewijsvoering mogelijk. Maar èn onze geschiedenis èn diverse publicaties - o.a. een rapport van de commissie voor economische voorlichting van Duitsche emigranten te Amsterdam - leeren, dat men in dit opzicht niet pessimistisch moet zijn. In geen geval mag aan het economisch argument, schoon op zich zelf stellig niet zonder beteekenis, een doorslaggevende waarde worden toegekend.
Ten slotte is wel gebleken, dat in ons volk nog altijd de groote traditie leeft van vrijheid en van deernis met vervolgden, die ons een - ook door vreemdelingen erkende - eereplaats geeft onder de naties der wereld. Hier zij volstrekt niet geïnsinueerd, dat onze Regeering die traditie bewust zou willen verloochenen. Maar wel mag men haar verwijten, dat zij tegenover het dubio van het economische nadeel niet het ontwijfelbare actief van onze nationale traditie heeft gesteld, die toch mede ons kleine volk groot maakt. Het leed, dat duizenden wordt aangedaan die tot de beste en trouwste leden hunner natie hebben behoord, de vernederingen waaraan ook, of juist, de edelste geesten zijn blootgesteld, de vervolgingen die zoovelen tot den waanzin of den zelfmoord hebben gedreven - dit alles is te erg dan dat wij, om der wille van nog wel zeer dubieuze materieele belangen, verraad zouden mogen plegen aan onze verantwoordelijkheid jegens onze