De Stem. Jaargang 18
(1938)– [tijdschrift] Stem, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 233]
| |
Op de bresI
| |
[pagina 234]
| |
heeft gelegd. De wonden, die aan het idealisme van de Volkenbondsgeloovigen werden toegebracht zijn nog te versch. Maar Patijn is slechts een diplomaat die wereldsche zaken te beredderen heeft, al is hij dan lid van een christelijk ministerie. Hoe geheel anders staat het met de geestelijkheid, waakster over de eeuwige belangen van den mensch, tuchtroede voor de in zonde gebroken wereld, tolgaardster op den weg naar het Koninkrijk der Hemelen! Niettemin hebben zestig bisschoppen en tweeduizend priesters zich voor Mussolini in het stof geworpen en zijn leugen, dat de Abessijnsche veldtocht tot bevordering van de christelijke beschaving strekt, onderschreven. Want nadat de bisschop van Udine, mgr. Nogara had verklaard, dat Italië een toonbeeld van christelijke beschaving moest blijven, las pastoor Menossi een door alle deelnemers aan de manifestatie goedgekeurde dagorder voor, waarin zij hun wil bevestigden ‘mede te werken aan den door den Duce aangewezen autarkische doeleinden voor Italië's algeheele vrijheid op het gebied van voedselvoorziening en werkverschaffing, evenals zij medewerking verleenden aan de graan-overwinning, den strijd tegen de sancties en de verovering van het imperium, opdat Italië in staat zij, zijn vrede tegen eventueele vijanden te verdedigen alsook zijn imperiale grootheid en zijn beschaving tegen de poging van zijn godlooze en onmenschelijke tegenstanders’. Hoort gij het? De geestelijkheid noemt hen die - deels uit idealisme, deels uit belangenoverwegingen - Italië wilden belemmeren in het uitmoorden, berooven, schenden, vertrappen van de weerlooze Abessijnsche bevolking godlooze tegenstanders. Het staat in de Maasbode en de bron is dus onverdacht. Zoodat ook mag worden aangenomen, dat Mussolini op deze illustere samenkomst inderdaad heeft verklaard, dat de groote gezinnen er zijn om groote bataljons te leveren en dat het Imperium is gegrondvest na den strijd met de Abessijnsche ‘horden’ en de ‘zeer beschaafde horden’ der sanctionisten. De Heilige Kerk, die vrede en broederschap behoorde te prediken, vereenzelvigt zich met het moordvolk der fasci, aan wie het goud der bisschoppen geofferd werd. Zij heult met de valsche diplomatie, de wereldsche schijnheiligheid en het | |
[pagina 235]
| |
koelbloedige belangencynisme, altijd klaar om zich het masker van de ‘beschaving’ voor te binden. De zucht om het eigen belang en de heilige zaak te vereenzelvigen steekt als een kanker in haar lichaam, al eeuwen lang. Ze heft geen vinger waarschuwend op, maar schreeuwt om bloed en brult mee in het koor der gewetenloozen, zooals ze ook in Spanje, waar haar schuld misschien zwaarder weegt dan ergens, den kansel heeft misbruikt om liberalen, socialisten, syndicalisten, joden, vrijmetselaars, atheïsten en afvalligen met de genadeloosheid van haar haat te overstelpen en als duivelszonen naar kerker en brandstapel te verwijzen. Zoo staat de heilige kerk in de zondige wereld.
R.F. Beerling | |
II
| |
[pagina 236]
| |
inderdaad tranen doen lachen. Maar hier helaas was er een uitgestreken, lugubre lijs, die opstond van zijn houten bank en er een veldwachter bij haalde. En die domme veldwachter maakte er een rechtzaak van. De rechtbank sprak den man natuurlijk vrij, nadat zij eerst de fout begaan had dien veldwachter aan te hooren en een maand gevangenisstraf te eischen. Deze eisch alleen heeft menigeen een vluchtig kippevel bezorgd. En zoo werd er over deze zaak veel geschreven. Maar vrijgesproken, ei, zoo eenvoudig blijkt het nu niet. Het gerecht, de officier revient à la charge. Hooger beroep, opnieuw die absurde eisch, opnieuw een pleidooi, - opnieuw een maand gevangenisstraf. Dat alles omdat iemand in een theologisch twistgesprek in een rook erige 3de klasse grapjes heeft gebruikt. Zou deze eisch ooit toegewezen worden, dan wordt het waarlijk tijd dat men er zich mee bemoeien gaat. Dat er een protest-beweging ontstaat. Laat dan dit zaakje maar een miniatuur Dreyfus-zaakje worden in den Nederlandschen trant. Want daarachter zit iets heel belangrijks. Het precedent dat hier geschapen wordt, kon niet ongelukkiger. Het zal verwarring wekken en een huichelarij, niet om af te zien. - God wordt niet gelasterd omdat men niet aan de wonderen gelooft. Vrome vrijzinnigen gelooven daar evenmin aan. - Wij gelooven niet dat dit vonnis - zooals bij deze zaak wel werd geïnsinueerd - een geniepige poging is van een bepaald volksdeel, het Protestantsch-orthodoxe, om een soort van geestelijke suprematie te bereiken over de anderen, Roomsch, rood of vrijzinnig. Het is ten slotte te duidelijk dat hier een toevallig orthodoxe rechter zijn Kuyperiaansche haan koning wilde laten kraaien. Maar waar loopt dit op uit? ‘Iemand door een grap te kwetsen in zijn overtuiging.’ Nu kan een sociaalvoelende rechter iemand veroordeelen omdat hij het over de S.D.A.P. had, een Roomsche omdat men aan de mis niet gelooft, - kortom ieder heeft zijn overtuiging en die is bijna iedereen heilig. De Nederlandsche rechtbank zou op die manier zoo langzamerhand een soort van theologische studie-club worden, met helaas, inquisitie-bevoegdheden.
De Ned. Hervormde Kerk zou de eerste moeten zijn om tegen dit vonnis te protesteeren. Want hier is barbaarsch- | |
[pagina 237]
| |
heid aanwezig, die nu, en ten onrechte, met de naam dier Ned. Herv. Kerk verbonden wordt. Een beroepsdief die een maand, twee maanden krijgt, verdraait daar zijn hand niet om. Maar een eerzaam burger wordt door gevangenisstraf voor zijn leven geknakt, onteerd, meestal ook broodeloos gemaakt, ontslagen. En dat om een theologisch twistgesprek-met-grapjes zooals er iederen dag duizenden plaatsgrijpen in onze treinen.
Wij komen hier op voor het beginsel der vrijheid en ook voor een zekere gemoedelijkheid en soepelheid. Moet het nog degelijker worden in ons degelijke Nederland? Moeten wij Nederlanders op de banken der treinen elkaar met uitgestreken en wantrouwende gezichten zitten aangluren, zwijgend en vol vrees voor de verklikkende spion en de veldwachter? Och arme, en we theologiseeren zoo graag van eeuwen her, vroeger in de trekschuit, nu in de 3de klasse, met of zonder kwinkslagen. Van nu af is dat gevaarlijk geworden. Nu moeten we nog stijver worden dan we zijn.
Wij wachten op het vonnis, na Mr. François Pauwels' gevoelig en voor zijn doen gematigd pleidooi. Maar zoo dit valt, is hier zeker iets te doen. Wij willen niet alleen een vrij volk blijven, maar liefst ook een ietwat royaler, soepeler, gemoedelijker volk. Want bij al onze nationale en overbekende deugden hebben wij toch wel heel lang en diep geleden aan onze benepenheid. Hoeveel heeft zij niet verwoest, verstikt, in ons verleden... En daartoe weer terug? Dat zeker nooit! Dirk Coster |
|