ziel gemoeid is, verklarend of vertroostend, ja slechts berustend weet te geven.
Het voortreffelijke van de vertooning lag in 't besef bij de regie dat hier het geheimzinnige en de humor het belangrijkste waren, ja, dat het slagen bepaald zou worden door 't bereiken van een wondere sfeer, waarin de humor bevangen moest blijven, om haar niet algeheel te doen verstuiven.
En deze stemming van vervloeiende vrees, zij bleef onverbroken, wanneer de menschelijke angst als obsessie uitsloeg, en bovenal bleek zij bestand tegen de daling in III, toen noodwendige climax uitbleef.
De Verschijning van de angstig verbeide Ondervrager was teleurstellend. Verplicht in verhouding tot de voorbereiding deze figuur te beelden, bleef de auteur hier ver beneden het aannemelijke, terwijl de Heer Schwab van deze dienaar Gods zooiets als een goedmoedige planter maakte.
Het jonge paar, het in zichzelf verdiepte wist niet van eigen zielsgebeuren te overtuigen, mat en zich herhalend bleef hun telkens verschijnen. Meer begrepen als de levende droom, van aardsche, doch extatische min, zou 't resultaat belangrijker kunnen zijn.
Cor van der Lugt Melsert, die als regisseur de toon had aangegeven, wist in de rol van de drankzuchtige deze definitief te bepalen.
Anton Roemer als de steward, de eenige geleider op 't schip, symboliseerde als 't ware de berusting in 't on-aardsche bestaan. Prachtig was 't irreëele dat al zijn doen aanhing. Nog viel Piet Bron op, die het brutale van de businessman, in het ingetogene wist te geven, het opstandige en berustende in zuiver gevoelde nuanceering, de karakteriseering nimmer doorvoerend ten koste van de eenheid.