Boekbespreking
John Galsworthy, De Eersten en de Laatsten, vertaling van J. de Gruyter, Elzeviers Algemeene Bibliotheek. 1923.
Tegenover het eerste verhaal staat men twijfelend. Het is of Galsworthy aarzelend buìten zijn gebiedt treedt, aarzelend de Londensche achterbuurten in dwaalt waar deze heer niet thuis is, aarzelend zich orienteeren wil in duistere gebieden van misdaad, schuld en boete. - Het is een ontroerend verhaal, dat van deze beide broeders, de schitterend geslaagde en de mislukte, - en daartusschenin de vagebond die de schuld voor één dier broeders krijgt te dragen. - Het is een bijna Russisch probleem: is dat afzichtelijke, aan drank reeds half gestorven leven het bestaan van twee mannen waard, en daarbij nog dat van een jonge vrouw die juist uit de grootste ellende voor het leven werd gered? De jongste broeder lost het probleem op zijne wijze op, - hij pleegt met zijn geliefde zelfmoord, hij kan haar niet meer verlaten, dus verlaten zij samen het leven, en hij laat een briefje achter, waarin hij de moord, waarvan de vagebond verdacht wordt en die door hem uit zelfverdediging gepleegd werd, op zich neemt. De oudste broeder onderschept deze bekentenis en vernietigt haar: - dit misère-leven is hem zelfs geen geschonden familie-reputatie waard - en hij maakt het bittere offer van zijn broer tot een vergeefsheid! - Nu echter zou het verhaal pas hebben kunnen beginnen. Zal de oudste broeder rustig blijven na dien koelen daad en de daarop mathematisch-intredende moord, al is 't een moord op een vagebond die bijna dood is? Hoe dit zij: men heeft 't gevoel dat Galsworthy hier in een wonderlijk tusschen-stadium blijft zweven: hij kwam met enkele accenten ver boven zichzelf uit maar bleef misschien even ver beneden zijn onderwerp. Dit onderwerp eischt een zwaarder toon, het eischt - men blijft het steeds voelen - een gansch anderen mensch.
Maar dit andere verhaal: ‘De nazomer van Jolyon Forsythe’, dit is wel de triomf van deze maatvolle en sociable menschlijkheid! Iets fijner, edelers, sierlijkers is welhaast niet denkbaar. Het is een novelle als een modern menuet, stervens-weemoedig en toch gedistingueerd-vroolijk! Welk een cultuur moet een land bezitten, om zulke omgevingen, zulke menschen en zulke... novellen te scheppen. Dit verhaal is de bloesem van het Engelsche rea-