Tooneel
door Dop Bles
Hofstad Tooneel. Andreiev's ‘De man die de klappen krijgt.’
Symbolisch bedoelen te over; symboliek tot in den titel! Hier, helaas, geen levende symboliek, de beelden opgevoerd tot zinnebeelden, hier eer verstarring tot symboliek van een te veel literatuur.
Niet in 't gegeven ligt de tragiek, maar in de psychische noodwendigheid van 't gebeuren. Dit heeft de auteur niet begrepen, zoomin als bij deze simpele waarheid erkende, dat subjectief leed niet universeeler wordt door het in algemeener dracht, hier 't clownenpak, te steken.
Gemis aan beelding, zelfsafwezigheid van zuivereopzet inde hoofd-figuren. Vandaar een wondere vaagheid, die als een ijle mist het levensleege omhangt. Want beelding van karakterverscheidenheid, hoe representatief sommige figuren ook bedoeld mogen zijn, zij kan geen doorleving vervangen, en 't doorleefde missen de hoofdfiguren. Het succes van Fie Carelsen in de rol van de leeuwentemster, zij met vreugde vermeld, doch dit volslagen beelden kon bereikt worden aangezien in deze figuur - en in deze alleen!- de auteur met scherpe kontoeren wist te beelden; in deze figuur huilde de machteloosheid liefde te verwekken. Maar Consuella de witte vlinder, die in 't circusmilieu rondfladdert, als de smetlooze illusie aan 's levens onbedorven schoonheid, deze Consuella, was ook uiterlijk zoo blank-bestoven gehouden en leeg van diepere menschelijke ontroering, dat hier de actrice de zware opdracht kreeg deze literaire schepping tot aannemelijke menschlijkheid te herscheppen. Werkelijk wist Annie van Ees in de twee laatste bedrijven in ontróerenden eenvoud het smartelijke, maar vage leed te verklanken, de angst van het gevoelige en voorvoelende hart, voor 't geen wij met een kleine variatie zouden willen noemen: ‘J'ai peur du bonheur.’
De kunstenaar, die meent dat een ander zijn leven vernietigt, hoewel zijn ijdele eerzucht hèm hart en ziel vergiftigt, en die, zoo liefde hem weer zich zelf hergeven zal, in den dood durft voeren,