strikken, leeuwenspeldekens en Blauwvoetkreten. Langs den anderen kant: gekuip, laster, logen, broodroof, kerkeren camarilla's!
Realpolitik!
Wij kennen ons doel, heeten het goed en weldadig en weten het broodnoodig en van hooge beteekenis. Welnu, dan moeten ook alle middelen om het te bereiken ons heilig zijn, wanneer wij tevens weten en reeds herhaaldelijk hebben kunnen vaststellen, dat niet de eerlijke en openhartige ons dichter bij dit doel brachten.
Zij die onze belagers zijn hebben met logen en broodroof zich in deze stonden eene - het moet bekend - machtige positie in den aangebonden strijd weten te veroveren, niettegenstaande onrecht aan hunne zijde was en het hun vaak lastig viel de zaken zóó voor te stellen, dat hun interpretatie der feiten geloofwaardig scheen. Welnu, hoe gemakkelijk zal het ons, die het Recht en de Waarheid in onze Vlaamsche harten voelen, niet vallen, hen met dezelfde middelen te bestrijden om dezelfde stevige positie in den strijd te veroveren?
Zij die dàt niet voelen en beseffen, doen als de brave tuinman die het onkruid uit zijn hoveken niet weerde en, met meewaren voor die arme beestjes, de wormen aan de teere tuinplantjes liet voortknagen....
Realpolitik!
Wij verheerlijken den Sporenslag en het gedoe van den doorsnêe-flamingant is nog slechts een potsierlijke parodie van dien veertiendeeuwschen vrijheidsslag. Wij ook roepen nog ‘Schild en Vriend!’, maar de Goedendag, wij vinden hem te zwaar in onze gemanchetteerde pollekens, en een mooi vijf-cent-fluitje lijkt ons heel wat doelmatiger!
Realpolitik! Realpolitik!
Zoolang wij niet logisch zullen leeren doordenken en de volle beteekenis van ons streven met al de uitgroeiende konsekwenties zullen beseffen, zullen wij geen stap dichter bij ons einddoel genaderd zijn. Men broodrooft ons: Aan u, vlaamschgezinde macht- en bezithebbers den plicht ongenadig alle krachten uit uw personeel te weren, die onze zaak niet genegen zijn. Men lastert en knevelt ons: Volgen wij het lofwaardig voorbeeld van Kardinaal Mercier, die tijdens de Duitsche bezetting niet geaarzeld heeft van af den kansel openlijk de gruwelen van den gehaten vijand in een schrilheid van kleuren voor te stellen, die vaak niet reëel kon genoemd worden; die, op een oogenblik dat de zegepraal der geallieerde legerscharen eenigszins onzeker werd, het openlijk uitschreeuwde, dat er naast wapengeweld nog cholera en pest waren om het werk van den booze op aarde te straffen. En dàt, ondanks het Woord van den Kristus die zei: ‘Hebt uwe vijanden lief, doet wèl dengenen die u haten, zegent degenen die u vervloeken, en bidt voor degenen die u geweld doen. Dengene die u op de wang slaat, biedt ook de andere.’
Laten wij niet Roomscher zijn dan een Kardinaal, waarvoor een halve wereld in aanbidding ligt!
Realpolitik!
Wij vragen Recht en men geeft ons boeien en banden; wij vragen gelijkheid en men geeft ons kerker en kogel. Heel de wereld, de ‘beschaafde’ wereld, werd te wapen gezet en alle krachten bijeengegaard om het Duitsche militarisme en zijne vertegenwoordigers te kortwieken, te kortmanen en te kortpooten, Millioenen