Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments
(1657)–Anoniem Statenbijbel– Auteursrechtvrij1 Na het gewoonlick opschrift des briefs, 2 danckt den Apostel Godt over haer geloove, liefde, ende hope op Christum. 4 hem versekerende dat hare verkiesinge was van Godt. 5 ’t welck hy bewijst uyt de kracht die Godt door sijnen Geest by het woort heeft gevoeght. 6 ende uyt hare gehoorsaemheyt den Euangelio bewesen. 8 ’t welck oock in alle plaetsen is bekent geworden. 9 ende noch dagelicks verkondight wort hoe sy van den afgoden tot Godt bekeert zijn. 10 om den Sone Godts, die ons verlost heeft, uyt den hemel te verwachten. | |
1PAULUS ende Ga naar margenoot1 Silvanus, ende Timotheus, aen de gemeynte der Ga naar margenoot2 Thessalonicensen, [welcke is] Ga naar margenoot3 in Gode den Vader, ende den Heere Iesu Christo: Ga naar margenoota Ga naar margenoot4 Genade zy u ende vrede van Godt onsen Vader, ende den Heere Iesu Christo. | |
2Ga naar margenootb Wy dancken Godt Ga naar margenoot5 altijt over u alle, uwer gedachtigh zijnde in onse gebeden: | |
3Sonder ophouden gedenckende Ga naar margenootc Ga naar margenoot6 het werck uwes geloofs, ende den arbeyt der liefde, ende de verdraeghsaemheyt der hope op onsen Heere Iesum Christum, Ga naar margenoot7 voor onsen Godt ende Vader: [kolom] | |
5Ga naar margenootd Want Ga naar margenoot10 ons’ Euangelium en is onder u niet alleen in woorden geweest, maer oock Ga naar margenoot11 in kracht, ende Ga naar margenoot12 in den Heyligen Geest, ende Ga naar margenoot13 in vele versekertheyt: Ga naar margenoote gelijck ghy weet hoedanige wy onder u geweest zijn om uwent wille. | |
6Ga naar margenootf Ende ghy zijt Ga naar margenoot14 onse navolgers geworden, Ga naar margenoot15 ende des Heeren, het woort aengenomen hebbende in vele verdruckinge, met blijdtschap Ga naar margenoot16 des Heyligen Geests: | |
7Alsoo dat ghy Ga naar margenoot17 voorbeelden geworden zijt allen den geloovigen in Macedonien ende Achajen. | |
8Want Ga naar margenoot18 van u is het woort des Heeren luydtbaer geworden niet alleen in Macedonien ende Achajen, maer oock Ga naar margenoot19 in alle plaetsen is Ga naar margenoot20 uw’ geloove, dat [ghy] op Godt [hebt,] Ga naar margenoot21 uytgegaen, soo dat wy niet | |
[Folio 116v]
| |
van noode en hebben Ga naar margenoot22 yet [daer van] te spreken. | |
9Want Ga naar margenoot23 sy selve verkondigen van ons Ga naar margenoot24 hoedanigen ingangh wy tot u hebben, ende hoe ghy tot Godt bekeert zijt Ga naar margenoot25 van den afgoden, om Ga naar margenoot26 den levendigen ende waerachtigen Godt te dienen: | |
10Ga naar margenootg Ende sijnen Sone Ga naar margenoot27 uyt de hemelen te verwachten, den welcken hy uyt den dooden verweckt heeft, [namelick] Iesum, die ons Ga naar margenoot28 verlost van den toekomenden Ga naar margenoot29 toorn. |
|