Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments
(1657)–Anoniem Statenbijbel– Auteursrechtvrij
[Folio 124v]
| |
De Propheet ZEPHAN-JA. | |
Inhoudt deser Prophetie. | |
DE Propheet Zephan-ja, is een van de kleyne Propheten, die voor de Babylonische gevangenisse gepropheteert hebben: want de drie naestvolgende Propheten hebben geleeft ende gepropheteert, soo ten tijde der verlossinge des Joodschen volcks uyt de Babylonische gevangenisse, als daer na. Zephanja heeft geleeft ten tijde des Koninghs Iosiae, doe Ieremia begost te propheteeren, ende de prophetesse Hulda oock propheteerde. Zephanja voorseyt den inwoonderen van Jerusalem, ende de gantsche stamme van Juda, dat sy van wegen hare afgoderije, ende andere sonden, door de Chaldeen souden verstoort worden: Middelerwijle vermaent hyse tot boete: ende hy propheteert tegen eenige uytlantsche volckeren. Daer na keert hy wederom tot de sonden ende hartneckigheyt der inwoonderen van Jerusalem, mitsgaders de straffen die sy te verwachten hadden. Eyndelick vermaent hy de Godtsalige tot patientie, ende troostse met Euangelische beloften van de versamelinge ende uytbreydinge der Kercke ten tijde des MESSIAE, door de beroepinge der Heydenen, mitsgaders hoe Godt deselve soude heyligen, zegenen, ende heerlick maken, ende dat hy ter contrarie alle hare vyanden verdelgen soude. |
|