Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments
(1657)–Anoniem Statenbijbel– Auteursrechtvrij
[Folio 111v]
| |
De Propheet AMOS. | |
Inhoudt. | |
AMos, die een herder was van Thekoa, in den lande Juda, is van Godt beroepen tot het Prophetisch ampt, ende specialick gesonden tot de tien stammen, ofte het Koninckrijck Israëls, alwaer hy onder den Koningh Ierobeam, den sone Ioas, neffens den Propheet Hosea, al het selve door Godts bevel gepropheteert heeft. Na dat hy den omliggenden volckeren Godts oordeelen, van wegen hare vyantschap tegen Godts volck, hadde verkondight, komt hy Cap. 2. vers 4. tot Juda, ende principalick tot Israël, welcken hy in alle de volgende Capittelen propheteert Godts rechtveerdige straffen, ende wel uytdruckelick, den geheelen ondergangh haers Rijcks ende staets, door vyants gewelt, mitsgaders wechvoeringe uyt haer lant ende verstroyinge onder de Heydenen, van wegen de veelheyt harer grouwelicke sonden tegen d’eerste ende tweede tafel, ende hare hartneckigheyt tegen alle Godtlicke bestraffingen ende vermaningen tot bekeeringe, als in den inhoudt der Capittelen is te sien: welcke Prophetien door verscheydene gesichten, ende verklaringe van Godts macht ende majesteyt bevestight worden. Doch daer neffens belooft Godt een overblijfsel genadighlick te behouden, ende ’t Koninckrijck des MESSIAE JESU CHRISTI op te richten, tot saligheyt aller uytverkorene Joden ende Heydenen van ’t 8 vers des 9 Capittels, tot aen ’t eynde. |
|