Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments
(1657)–Anoniem Statenbijbel– AuteursrechtvrijDe Propheet verhaelt in desen Psalm de gelucksaligheyt ende zegen der gener die den Heere vreesen. | |
1Ga naar margenoot1 EEn Liedt Hammaaloth. Welgelucksaligh is een yegelick die den HEERE vreest, die Ga naar margenoot2 in sijne wegen wandelt. | |
2Ga naar margenoot3 Want ghy sult eten Ga naar margenoot4 den arbeyt uwer handen, welgelucksaligh Ga naar margenoot5 sult ghy zijn, ende het sal u wel gaen. | |
3Uwe huysvrouwe sal wesen Ga naar margenoot6 als een vruchbaer wijnstock aen de zijden uwes huyses: uwe kinderen als Ga naar margenoot7 olijfplanten rontom uwe tafel. | |
4Siet, alsoo sal sekerlick die man gezegent worden, die den HEERE vreest. | |
5Ga naar margenoot8 De HEERE sal u zegenen Ga naar margenoot9 uyt Zion, ende ghy sult Ga naar margenoot10 het goede Ierusalems aenschouwen alle de dagen uwes levens. | |
6Ende Ga naar margenoot11 ghy sult uwe kints kinderen sien: Ga naar margenoot12 Vrede Ga naar margenoot13 over Israël. |
|