Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments
(1657)–Anoniem Statenbijbel– AuteursrechtvrijIn desen Psalm wort gesproken van de macht des Heeren, mitsgaders van sijne gerechtigheyt, ende goedertierenheyt over sijn volck: met een vermaninge, door het exempel van Mose ende Aaron, om Godt in sijn gemeynte te loven. | |
[Folio 264r]
| |
1DE HEERE Ga naar margenoot1 regeert, Ga naar margenoot2 dat de volckeren beven: Ga naar margenoot3 hy sitt [tusschen] de Cherubim, de aerde Ga naar margenoot4 bewege haer. | |
2De HEERE is Ga naar margenoot5 groot Ga naar margenoot6 in Zion, ende hy is hooge boven alle volckeren. | |
3Datse uwen grooten ende vreeslicken name loven, die heyligh is: | |
4Ende Ga naar margenoot7 de sterckte Ga naar margenoot8 des Koninghs, die’t recht lief heeft: Ga naar margenoot9 Ghy hebt Ga naar margenoot10 billickheden bevestight, ghy hebt recht ende gerechtigheyt gedaen Ga naar margenoot11 in Iacob. | |
5Verheft den HEERE onsen Godt, ende buyght u neder Ga naar margenoot12 voor den voetbanck sijner voeten, Ga naar margenoot13 hy is heyligh. | |
6Ga naar margenoot14 Mose ende Aaron waren onder Ga naar margenoot15 sijne Priesters, ende Samuel onder de aenroepers sijnes naems; Ga naar margenoot16 sy riepen tot den HEERE, ende hy verhoordese. | |
7Hy sprack Ga naar margenoot17 tot hen in eene wolcken-colomne: Ga naar margenoot18 sy hebben Ga naar margenoot19 sijne getuygenissen onderhouden, ende d’insettingen [die] hy hen gegeven hadde. | |
8O HEERE onse Godt, ghy hebtse verhoort, ghy zijt hen geweest Ga naar margenoot20 een vergevende Godt, hoewel wrake doende over Ga naar margenoot21 hare Ga naar margenoot22 daden. | |
9Ga naar margenoot23 Verheft den HEERE onsen Godt, ende buyght u Ga naar margenoot24 voor den bergh sijner heyligheyt, want de HEERE onse Godt is heyligh. |
|