Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments
(1657)–Anoniem Statenbijbel– AuteursrechtvrijDavid deylt de Priesters in vier en twintigh hoopen of classen, tot bedieninge harer ampten, vers 1. Ende hy geeft haer dienaers uyt de Leviten, uyt de stamme der Kahathiten ende Merariten, 20. | |
1Ga naar margenoota AEngaende nu de kinderen Aarons, [dit] waren hare verdeylingen: De sonen Aarons waren Nadab, ende Abihu, Eleazar, ende Ithamar. | |
2Maer Ga naar margenootb Nadab sterf, ende Abihu, Ga naar margenoot1 voor het aensichte hares vaders, ende sy en hadden geen kinderen: Ende Eleazar ende Ithamar bedienden het Priester-ampt. | |
3David nu verdeyldese, ende Ga naar margenoot2 Zadok uyt de kinderen Eleazars, ende Ga naar margenoot2 Ahimelech uyt de kinderen Ithamars, Ga naar margenoot3 na haer ampt in haren dienst. | |
4Ende Ga naar margenoot4 der kinderen Eleazars werden Ga naar margenoot5 meer gevonden tot hoofden der mannen, dan der kinderen Ithamars, als Ga naar margenoot6 syse afdeylden: van de kinderen Eleazars waren sestien hoofden der vaderlicke huysen, maer van de kinderen Ithamars, na hare vaderlicke huysen, achte. | |
5Ende Ga naar margenoot6 sy deyldense door Ga naar margenoot7 loten af, dese met gene: want de Overste des heylighdoms, ende Ga naar margenoot8 de Overste Godes, waren uyt de Ga naar margenoot9 kinderen Eleazars, ende van de kinderen Ithamars. | |
6Ende Semaja, de sone Nethaneëls, de Schrijver uyt de Leviten, schreefse op, voor het aengesichte des Koninghs, ende der Vorsten, ende des Priesters Zadoks, ende Ahimelechs des soons Abjathars, ende der hoofden der vaderen onder de Priesters, ende onder de Leviten: een vaderlick huys Ga naar margenoot10 wiert genomen voor Eleazar, Ga naar margenoot11 ende van gelijcken wiert genomen voor Ithamar. | |
8Het derde voor Harim, het vierde voor Seorim: | |
9Het vijfde voor Malchija, het seste voor Mijamin: | |
11Het negende voor Iesua, het tiende voor Sechanja: | |
12Het elfde voor Eljasib, het twaelfde voor Iakim: | |
13Het dertiende voor Huppa, het veertiende voor Iesebeab: | |
14Het vijftiende voor Bilga, het sestiende voor Immer: | |
16Het negentiende voor Petahja, het twintighste voor Iehezkel: | |
17Het een en twintighste voor Iachin, het twee en twintighste voor Gamul: | |
18Het drie en twintighste voor Delaja, het vier en twintighste voor Maazja. | |
19Deser haer ampt in haren dienst was, Ga naar margenoot16 te gaen in het Huys des HEEREN na hare ordeninge Ga naar margenoot17 door de hant Aarons hares vaders: gelijck als Ga naar margenoot18 hem de HEERE de Godt Israëls geboden hadde. | |
20Ga naar margenoot19 Van de overige kinderen Levi nu, was van de kinderen Amrams Ga naar margenoot20 Subaël, van de kinderen Subaëls was Iechdeja. | |
21Aengaende Rehabja: van de kinderen Rehabja, was Iissija het hooft. | |
[Folio 185v\Ordeningen der Sangers ende--Poortiers, etc.]
| |
22Van de Izhariten was Selomoth: van de kinderen Selomoth was Iahath. | |
23Ga naar margenoot21 Ende van de kinderen [Hebrons] was Ierija [de eerste:] Amarja de tweede, Iahaziël de derde, Iekamam de vierde. | |
24[Van] de kinderen Uzziëls was Micha, van de kinderen Micha was Samir: | |
25De broeder van Micha was Iissija, van de kinderen Iissija was Zecharja. | |
26De Ga naar margenoot22 kinderen Merari waren Maheli, ende Musi: Ga naar margenoot23 De kinderen van Iaazija waren, Beno. | |
27De kinderen Merari van Iaazija waren Beno, ende Soham, ende Zaccur, ende Hibri. | |
28Van Maheli was Eleazar, ende die en hadde geen kinderen. | |
29Aengaende Kis: de kinderen van Kis waren, Ierahmeël: | |
30Ende de kinderen Musi waren, Maheli, ende Eder, ende Ierimoth: Dese zijn de kinderen der Leviten na hare vaderlicke huysen. | |
31Ga naar margenoot24 Ende sy wierpen oock loten Ga naar margenoot25 neffens hare broederen de sonen Aarons voor het aengesichte des Koninghs Davids, ende Zadoks, ende Ahimelechs, ende der Hoofden der vaderen onder de Priesteren ende onder de Leviten: Ga naar margenoot26 het Hooft der vaderen tegen sijnen kleynsten broeder. |
|